Leercontext

Opgelet! Er zijn geen CIMO's beschikbaar op dit niveau en hoger.
Download als PDF

Ondernemend onderwijs ontstaat nooit in een vacuüm.  Plus: wat op de ene plek werkt, werkt niet noodzakelijk ook op een andere plek. De effectiviteit ervan hangt sterk af van de context waarin het wordt vormgegeven. Die context kan worden begrepen aan de hand van drie variabelen: studentgebonden kenmerken, docentgebonden kenmerken en institutionele kenmerken

Contextvariabelen

1. Studentgebonden kenmerken

Studenten brengen elk hun eigen achtergrond, maturiteit en leerstijl mee. Hun domeinkennis (bijvoorbeeld in zorg, techniek of kunst), persoonlijke rijpheid en hun mate van ondernemend vermogen bepalen mee hoe zij leren en welke uitdagingen hen motiveren. Daarnaast spelen factoren zoals culturele diversiteit, taalvaardigheid, motivatie en leerbehoeften een grote rol. Ondernemend onderwijs moet daarom gedifferentieerd en inclusief zijn, zodat elke student eigenaarschap en zelfvertrouwen kan ontwikkelen, ongeacht zijn of haar vertrekpunt.

2. Docentgebonden kenmerken

De docent of leerbegeleider is een sleutelfiguur. Ondernemend onderwijs vraagt om meer dan louter vakdidactiek: het vraagt een coachende en ondernemende basishouding. Docenten ontwikkelen zich hierin doorgaans via drie niveaus:

  • Beginnend – Oriëntatie
    • Ziet zichzelf nog vooral als kennisoverdrager.
    • Experimenteert voorzichtig met ondernemende werkvormen
    • Heeft basisinzicht in ondernemend leren.
  • Gevorderd – Integratie
    • Combineert vakexpertise met een coachende en leerfaciliterende rol.
    • Integreert ondernemend leren structureel (projecten, praktijkopdrachten).
    • Geeft studenten eigenaarschap en betrekt externe partners.
  • Expert – Ontwikkelaar en Vernieuwer
    • Ontwerpt en vernieuwt leerlijnen en programma’s.
    • Is rolmodel voor collega’s en studenten.
    • Bouwt duurzame netwerken en verbindt ondernemend leren met bredere onderwijs- en organisatiedoelen.

De effectiviteit van ondernemend onderwijs staat of valt met de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de docent. Hun eigen niveau bepaalt de grenzen van wat studenten kunnen leren en ervaren. Om het volle potentieel van ondernemend onderwijs te benutten, is het dus essentieel om te investeren in de groei van de docent of leerbegeleiders zelf. 

3. Institutionele omgeving

De onderwijsinstelling vormt de bedding waarin ondernemend leren zich ontwikkelt. Curriculumkeuzes, didactische principes, organisatorische randvoorwaarden (tijd, middelen, partners) en een stimulerende instellingscultuur (ruimte voor experimenteren en falen) bepalen in sterke mate de mogelijkheden en duurzaamheid van ondernemend onderwijs. Ondernemerschapsonderwijs gedijt best in een ondernemende school of universiteit.

Toepassing in het onderwijsontwerp

Het expliciet meenemen van deze drie contextvariabelen is cruciaal in elk stadium van ondernemend onderwijs:

  • Ontwerpen: het vertrekpunt is inzicht in de diversiteit en bekwaamheidsniveau van studenten, de vereiste competenties en rolopvatting van docenten en de mogelijkheden binnen het curriculum en de organisatie. Alleen zo kan een betekenisvol en haalbaar ontwerp ontstaan.
  • Implementeren: tijdens de invoering spelen docentvaardigheden (coachend begeleiden, netwerk benutten) en de steun vanuit de onderwijsorganisatie (middelen, tijd, partners, ruimte voor experiment) een sleutelrol.
  • Realiseren: in de praktijk bepaalt de interactie tussen studenten, docenten en context of ondernemend leren effectief tot stand komt. De kwaliteit van begeleiding en de mate van inclusieve didactiek zijn hierbij doorslaggevend.
  • Evalueren: de impact van ondernemend onderwijs moet niet enkel op studentniveau (competentieontwikkeling) en programma-niveau worden beoordeeld, maar ook op docentniveau (professionalisering) en organisatieniveau (curriculum en organisatiecultuur).
    Door deze drievoudige context systematisch mee te nemen, wordt ondernemend onderwijs niet enkel een reeks losse activiteiten, maar een geïntegreerde en duurzame onderwijsvorm.

Hoeveel onzekerheid en complexiteit inbouwen?

Het EntreDesign canvas helpt je om systematisch na te denken over hoeveelheid complexiteit en onzekerheid die je wilt inbouwen in het leerproces. De positioneringsmatrix ondernemerschapsonderwijs (download de pdf) kan je helpen om in te schatten waar jouw studenten zich bevinden, en hoe de mate aan onzekerheid en complexiteit afgestemd kan worden op het niveau van de student.