Exportsteun gericht naar ontwikkelingslanden

Laatst gewijzigd op 21 mrt 2024 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
ondernemingen & organisaties
Voor wat
export naar ontwikkelingslanden
Subsidies, leningen, aanbestedingen
steun varieert per instrument

Wat houdt de maatregel in

Er zijn heel wat exportgerichte steunmogelijkheden. Hier trachten we de belangrijkste mogelijkheden gericht naar ontwikkelingslanden op te lijsten.

Business Partnership Facility (BPF)

Business Partnership Facility (BPF) is opgericht en gefinancierd door het Belgische Directoraat-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGD) om de particuliere sector te betrekken bij de verwezenlijking van de duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) in ontwikkelingslanden.

Zij ondersteunt via een oproep haalbare, ondernemende bedrijfsinitiatieven met een sterke sociale impact. Elke aanvrager is bij voorkeur een partnerschap dat actoren uit de particuliere sector, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld en/of de publieke sector samenbrengt. Het partnerschap bestaat uit minimaal één bedrijf. Het project moet deel uitmaken van de "core business" van de betrokken zakenpartner.

De partners kunnen Belgische, Europese of internationale rechtspersonen zijn.

De steun bestaat uit niet-terugvorderbare subsidies tussen € 50.000 en € 200.000. De partners moeten ook een financiële bijdrage leveren voor een minstens even hoog bedrag.

Naast de subsidie kan de BPF ook advies verlenen binnen specifieke domeinen (Resultaatgericht beheer, Opwaardering (opschaling) van de activiteiten).

De projecten moeten plaatsvinden in een van deze landen: Algerije, Benin, Burkina Faso, Burundi, DR Congo, Egypte, Ethiopië, Ghana, Guinee, Ivoorkust, Kameroen, Kenia, Madagaskar, Malawi, Mali, Marokko, Mozambique, Niger, Nigeria, Palestina, Rwanda, Senegal, Zuid-Afrika, Tanzania, Tunesië, Oeganda, Zambia.

De door het BPF gefinancierde projecten moeten hun sociale impact en economische haalbaarheid aantonen. 

Deze projectoproep stond open voor projecten in verschillende sectoren, maar het project moet gericht zijn op ten minste een van deze drie thema’s:

  • Klimaat, milieu en biodiversiteit: Hieronder vallen projecten die de overgang naar duurzame en hernieuwbare energie voor bedrijven bewerkstelligen, de toegang tot geschikte, betaalbare en duurzame energiediensten voor de bevolking bevorderen, duurzame landbouwtechnieken promoten, de toegang tot bio- en milieucertificeringen stimuleren, het hergebruik van goederen en afvalverwerking beogen, … Kandidaat-projecten kunnen ook inspelen op de milieuveranderingen die hun omgeving nu al beïnvloeden door hun (productie)processen aan te passen om de gevolgen van deze veranderingen te beperken.
  • Gender en vrouwelijk ondernemerschap: Speciale aandacht zal worden gegeven aan projecten en ondernemingen die geleid worden door vrouwen, reële arbeidskansen voor meisjes en vrouwen creëren, de gelijke behandeling en verloning van vrouwen en mannen bevorderen, de positie van de vrouwen in het gezin en in de maatschappij versterken, producten aanbieden die beantwoorden aan de specifieke behoeften van meisjes en vrouwen in de context waarin zij leven, …
  • Waardig werk en sociale bescherming: Met het oog op deze doelstellingen zullen initiatieven worden ondersteund die streven naar een eerlijk en leefbaar inkomen voor werknemers en/of leveranciers (boeren,…), fair trade promoten, de veiligheid op het werk bevorderen, de opzet van sociale beschermingsystemen stimuleren, …

Jaarlijks worden er 2 oproepen gelanceerd. De laatste oproep werd afgesloten op 5 september 2023.

Indienen kon via de website van de Koning Boudewijn Stichting Business Partnership Facility (BPF) - Enterprises for SDGS 2023B.

Meer informatie en voorbeelden van reeds gesteunde projecten kan je terugvinden op de BPF website.

Finexpo

Finexpo heeft tot doel om de export van Belgische uitrustingsgoederen en aanverwante diensten te ondersteunen.

Via verschillende steunprogramma's tracht Finexpo Belgische bedrijven, die een contract onderhandelen en die in concurrentie staan met bedrijven van andere landen, te helpen om een aantrekkelijke en competitieve financiering voor te stellen.

De meeste steuninstrumenten richten zich tot de ontwikkelingslanden.

Dit is bijvoorbeeld het geval voor het 'Hernieuwbaar energie en circulair-instrument voor kmo’s', waarbij een gift kan worden toegekend als een Belgische kmo een uitrustings- of investeringsgoed en aanverwante dienst wil exporteren in het kader van een hernieuwbaar energieproject. 

Ook via het 'Innovatie-instrument voor kmo’s' kan Finexpo een gift verlenen voor de export van een innovatief uitrustings- of investeringsgoed en aanverwante dienst naar een ontwikkelingsland (OESO DAC lijst).

Meer informatie kan je raadplegen in de maatregel Finexpo in de Subsidiedatabank.

FIT exportsubsidies

Flanders Investment &Trade (FIT) is het aanspreekpunt voor Vlaamse bedrijven die willen exporteren. Je kan er terecht met al je vragen over export naar zowel ontwikkelingslanden als andere landen. Zij beschikt ook over meer dan 70 kantoren wereldwijd, die elk verantwoordelijk zijn voor een aantal landen of regio's.  

Ook de steunmogelijkheden van FIT kunnen aangewend worden voor exportprojecten gericht naar ontwikkelingslanden. Meer informatie over deze verschillende steunmaatregelen kan je vinden in de volgende fiches in de Subsidiedatabank:

Voor startende exporteurs worden er ook op geregelde basis oproepen gelanceerd voor de subsidie Starterspakket Internationalisering. We houden je hiervan op de hoogte via de 'nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'

Prins Albert Fonds

Het Prins Albert Fonds heeft tot doel jonge kaderleden te vormen in internationaal ondernemen in een land buiten Europa, waaronder ook ontwikkelingslanden. Elk jaar wordt aan dertig personen de kans gegeven om beroepservaring op te doen in het buitenland. Zij krijgen de kans om een project (of een deel ervan) uit te werken voor een bedrijf dat in België gevestigd is of dat zijn hoofdkwartier in België heeft.

De beurs bedraagt € 27.500 en loopt over twaalf maanden. Gedurende maximaal 1 maand wordt het kaderlid voorbereid in het bedrijf in België en in de elf maanden daarop wordt hij uitgezonden naar het buitenland (buiten Europa). Via jaarlijkse projectoproep in het najaar kunnen kandidaten een aanvraag indienen voor het programma van het Prins Albert Fonds.

Bedrijven kunnen zich kandidaat stellen om een beroep te doen op een door het Fonds geselecteerde deelnemer voor een exportproject te laten uitvoeren. Het bedrijf betaalt de reis- en verblijfkosten. Het betaalt eveneens een som van € 16.000 of € 23.000 (naargelang grootte van het bedrijf) aan het Fonds, dat een bijdrage is aan de operationele kosten. Het moet echter geen salaris of bonus betalen aan het jonge kaderlid.

Jaarlijks verschijnt er in het najaar een projectoproep. De projectoproep voor kandidaten voor 2024 werd op 7 november 2023 gelanceerd en werd op 11 januari 2024 afgesloten.

Meer informatie kan je vinden in de maatregel Prins Albert Fonds in de Subsidiedatabank.

SFPIM International en BIO

Deze federale organisaties verstrekken geen subsidies maar wel cofinancieringen in o.m. ontwikkelingslanden: 

SFPIM International

FPIM International (vroeger gekend als de Belgische Maatschappij voor Internationale Investering (BMI)) biedt co-financieringen aan op middellange of lange termijn van buitenlandse investeringen door Belgische ondernemingen. Dit zowel in ontwikkelingslanden als andere landen. Er wordt daarbij rekening gehouden met de belangen van het gastland en met de Belgische economische belangen. Hoewel de geselecteerde projecten zich dienen in te schrijven in een logica van financiële leefbaarheid en rentabiliteit, is de eerbied voor de principes van duurzame ontwikkeling en sociaal verantwoord ondernemen een belangrijk criterium voor een eventuele tussenkomst vanwege SFPIM International. De Federale Participatiemaatschappij (SFPIM) is de aandeelhouder van SFPIM International. 

Meer informatie kan je raadplegen in de fiche SFPIM International in de Subsidiedatabank

BIO

De opdracht van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO) is het ondersteunen van een sterke privésector in de ontwikkelingslanden en opkomende landen om economische groei en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. In het kader van haar investeringen spoort BIO haar partners aan om de beste praktijken op vlak van deugdelijk bestuur alsook sociale en milieuverantwoordelijkheid in te voeren. BIO handelt in opdracht van de Belgische Staat (Ministerie van ontwikkelingssamenwerking).

BIO biedt voornamelijk lange termijnfinanciering aan in verschillende vormen, in hoge mate via financiële instellingen of intermediaire investeringsfondsen. Daarnaast kan zij ook programma's voor technische bijstand ondersteunen, op vraag van de klantondernemingen, alsook subsidies verlenen voor de uitvoering van haalbaarheidsstudies.

Rechtstreekse financiering aan Vlaamse kmo’s kan BIO niet bieden. Aan lokale partners van Vlaamse ondernemingen kan eventueel wel financiering worden verleend.

Meer informatie kan je raadplegen in de fiche BIO in de Subsidiedatabank

G-STIC Klimaatactieprogramma

De hoofddoelstelling van het G-STIC Klimaatactieprogramma is het ondersteunen van ontwikkelingslanden in het ondernemen van klimaatacties en in het bereiken van bepaalde klimaatdoelstellingen. Binnenkort gaat de derde oproep van start. Hierin voorziet de Vlaamse overheid subsidies voor 3 projecttypes: demonstratieprojecten, disseminatie- en capaciteitsopbouwprojecten, die door Vlaamse ondernemingen geïmplementeerd worden in ontwikkelingslanden.

Enkel ondernemingen met een vestiging in Vlaanderen en rechtspersoonlijkheid komen in aanmerking. Ook ngo's, vzw's en onderzoeksinstellingen kunnen deelnemen. 

Aanvragen voor financiële steun voor projecten die in aanmerking komen kunnen vanaf 28 maart 2024 ingediend worden. Demonstratieprojecten moeten uiterlijk op 26 april 2024 (14u) geregistreerd zijn en uiterlijk op 21 juni 2024 (10u) ingediend zijn. Disseminatie- en/of capaciteitsopbouwprojecten moeten niet vooraf worden geregistreerd. Zij moeten uiterlijk op 26 april 2024 (14u) CEST ingediend zijn. 

Meer informatie op de website G-STIC Klimaatactieprogramma en www.gstic.org.

Internationale financiële instellingen

Er bestaan ook heel wat internationale organisaties die ondernemingen en organisaties ondersteunen die willen investeren in ontwikkelingslanden en/of opkomende industrieën. Veel van deze projecten worden gedragen door de non-profit organisaties maar anderzijds zijn er veel opportuniteiten voor bedrijven. Tenslotte is er ook de mogelijkheid om overheidsopdrachten uit te voeren voor deze instellingen.

DG International Partnerships (INTPA)

Dit is de organisatie binnen de Europese Unie die alle ontwikkelingsprogramma’s uitvoert. Het DG werkt zowel per thema als geografisch.

Meer info over de werking van het DG IINTRA.

Europese Bank voor herstel en ontwikkeling (EBRD)

De EBRD werd opgericht in 1991 als gevolg van de val van het ijzeren gordijn. Het doel van deze instelling was om de reconversie naar een democratische markteconomie te financieren en te stimuleren. Het wordt daarom omschreven als een transitiebank. In een eerste fase na een omwenteling heeft een land meestal geen stabiele banken die geld kunnen verstrekken aan bedrijven en organisaties. De EBRD kan dit wel. Naast het verstrekken van kapitaal ligt er een belangrijke rol in het begeleiden naar een markteconomie. De EBRD is actief in meer dan 30 landen waaronder Oekraïne, Turkmenistan, Mongolië, Kosovo, Polen, …

Meer info over de werking van de EBRD.

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)

De OESO (of Organisation for Economic Cooperation and Development (OECD)) is een intergouvernementele organisatie, waarbij 38 landen, waaronder België, zich inzetten om de economische ontwikkeling en wereldhandel te stimuleren. De aangesloten landen komen samen om er sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren. De aangesloten landen proberen een gezamenlijk beleid te voeren om zo duurzame economische groei te stimuleren, werkgelegenheid te bevorderen, financiële stabiliteit te waarborgen en economische ontwikkelingen in andere landen te ondersteunen.

De OESO verstrekt geen rechtstreekse steun. We vermelden ze hier in het overzicht omdat je hier het overzicht kan vinden van de landen die recht hebben op officiële ontwikkelingshulp (ODA Recipients): DAC list of ODA Recipients. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de 'Minst Ontwikkelde Landen' (MOL) of 'Least Developed Countries '(LDC) en de andere ontwikkelingslanden. Deze lijst wordt om de drie jaar herbekeken.

Meer informatie over de OESO.

Wereldbank

Deze gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties is opgericht in 1944. De Wereldbank richt zich op armoedebestrijding en verbetering van de levensstandaard in voornamelijk ontwikkelingslanden. Dit doet zij door middel van het verlenen van financiële en technische assistentie.

De Wereldbank bestaat uit twee ontwikkelingsinstellingen, de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD) en de International Development Association (IDA). De IBRD richt zich op minder rijke landen en kredietwaardige ontwikkelingslanden. De IDA richt zich op de allerarmste landen. Beide instituties zorgen voor leningen, rente-vrije kredieten en beurzen voor ontwikkelingslanden om voornamelijk onderwijs, infrastructuur en communicatiemiddelen te verbeteren.

Meer info over Wereldbank.

Dienst Internationale Financiële Instellingen (IFI) van FIT

Deze dienst van Flanders Investment & Trade (FIT) is gespecialiseerd in ontwikkelingslanden en opkomende, arme economieën. De dienst IFI beantwoordt jouw concrete vragen, biedt je toegang tot informatie over projecten en aanbestedingen, organiseert seminaries over en zendingen naar opkomende markten en bouwt voortdurend aan een netwerk van Vlaamse, federale en internationale contacten.

Meer informatie op deze pagina van FIT Hoe ondernemen gefinancierd door internationale instellingen?

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel én andere maatregelen in de Subsidiedatabank van VLAIO? Dat kan via de gratis Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank.