GREEN: steun voor groener en efficiënter energiegebruik

Laatst gewijzigd op 26 aug 2025 (Alle wijzigingen)

Samengevat

Voor wie
ondernemingen
Voor wat
investeringen in vergroening en verhoging energie-efficiëntie
Subsidie
van 20 tot 55% op de ecologische meerkost t.o.v. een standaardinvestering

Wil je concreet aan de slag om een (deel van een) productieproces te verduurzamen, maar twijfel je nog aan de technische en economische haalbaarheid? Laat dan eerst een vergroeningsscan uitvoeren ter voorbereiding van je investering.

Wat houdt de maatregel in

Met deze subsidie voorziet VLAIO financiële steun voor ondernemingen die investeren om de transitie te maken van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie (vergroening en elektrificatie). Ook voor investeringen in energie-efficiëntie is steun mogelijk als het gaat om specifieke, innovatieve aanpassingen aan je productieproces.

Deze steun is er zowel voor kmo's, grote ondernemingen als vzw's met een economische activiteit.

Je kan GREEN-investeringssteun aanvragen tot eind 2025 of tot uitputting van het budget.

Wie komt in aanmerking

Zowel kmo's als grote ondernemingen

Alle kmo's en grote ondernemingen (go) die investeren in een (toekomstige) exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest en een aanvaardbare rechtsvorm (zie Toelichting bij aanvaardbare rechtsvorm) hebben komen in aanmerking. Deze moet als vestiging zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen:  

  • Wie nog geen vestiging heeft bij steunaanvraag, moet deze hebben tijdens het uitvoeren van de ecologie-investeringen.
  • Als je tot de doelgroep van EBO Vlaanderen behoort, moet je ook toegetreden zijn tot de energiebeleidsovereenkomst en de energiebeleidsovereenkomsten naleven.
  • Vzw's met een economische activiteit komen ook in aanmerking.

Voor de omvang van de ecologiesteun wordt er een onderscheid gemaakt tussen kmo's en grote ondernemingen. Hierbij dient de onderneming te beantwoorden aan de Europese kmo-definitie met het zelfstandigheidscriterium.

Criteria
kmo
go
Tewerkstellingminder dan 250 VTE vanaf 250 VTE
ofwel jaaromzet
ofwel balanstotaal
maximum €50 miljoen
maximum €43 miljoen
 meer dan €50 miljoen
 meer dan €43 miljoen
Zelfstandigheidscriterium
Zelfstandigheid uit zich in het samentellen van de data van de steunaanvragende onderneming met deze van de participerende (vanaf meer dan 25% participatie) en verbonden (vanaf meer dan 50% participatie) ondernemingen.(zie ook de Europese kmo-definitie)

Wanneer één van deze criteria wordt overschreden is men een grote onderneming. Voor de bepaling van de grootte van de onderneming wordt gekeken naar de twee neergelegde jaarrekeningen voorafgaand aan het moment van indiening.

Financiering via een patrimoniumvennootschap is mogelijk onder bepaalde voorwaarden.

De aanvrager kan de ecologie-investeringen uitvoeren en exploiteren in een vestiging van een andere onderneming (derde partijfinanciering). De aanvrager mag de ecologie-investeringen enkel uitvoeren en exploiteren ten gunste van één andere onderneming, gedurende minstens vijf jaar. Check alle voorwaarden

Uitgesloten
  • Ondernemingen in moeilijkheden worden uitgesloten van steun ingevolge Europese regelgeving.
  • Ondernemingen met een overheidsaandeel vanaf 50%. Dit geldt niet voor investeringen in warmtenetten, walstroom, energiedelen en waterzuivering die via private middelen worden gefinancierd.
  • Ondernemingen die zich in een rechtstoestand van ontbinding, stopzetting, faillissement of vereffening bevinden, een insolventieprocedure lopende hebben of ondernemingen tegen wie een Europese procedure voor terugvordering van steun loopt.
  • Investeringen voor de primaire sector (landbouw, visserij en aquacultuur) zijn uitgesloten. Ondernemingen met een hoofdactiviteit in de primaire sector  kunnen wel steun krijgen voor een investering voor een andere activiteit dan de primaire sector (dit kan het geval zijn voor sommige ondersteunende diensten of nevenactiviteiten, denk bijvoorbeeld aan een B&B of een zuivelwinkel).

Wat komt in aanmerking

Je kan een subsidie aanvragen voor investeringen in vergroening, elektrificatie of energie-efficiëntie.

Vergroening

Bij ‘vergroening’ investeer je als onderneming om over te schakelen van fossiele brandstoffen (zoals aardgas, diesel, stookolie, …) naar een groene energiebron.
Heel wat mogelijkheden worden al gesteund via de ecologiepremie, check dus eerst de mogelijkheden via het thema warmte van de ecologiepremie.

Staat jouw ecologie-investering toch niet op de technologieënlijst van de ecologiepremie+? Dan is het mogelijk om binnen GREEN steun te krijgen als je één van de volgende energiebronnen aanwendt:

  • thermische zonne-energie (geen fotovoltaïsche (PV) zonnepanelen)
  • geothermie (bodem)
  • aquathermie (water)
  • biomassa die voldoet aan de duurzaamheidscriteria van de meest recente EU Renewable Energy Directive
    • Houtverbranding is niet steunbaar.
  • omgevingslucht, in geval van industriële warmtepompen voor proceswarmte (hier vallen toepassingen zoals sanitair warm water productie of zwembadverwarming niet onder)
  • groene waterstof: waterstof geproduceerd uit groene stroom
  • restwarmte

CCU (Carbon Capture and Utilization) is het gebruik van afgevangen CO2 kan in aanmerking komen als de afgevangen CO2 ingezet wordt in het productieproces van je onderneming (in een vestiging in Vlaanderen) om zo de koolstofkringloop te sluiten. De onderneming moet aantonen dat de oorsprong van CO2 niet vermeden kan worden door alternatieve mitigerende maatregelen (bijv. afstappen van de verbranding van fossiele brandstoffen).  Voor CCU-projecten is het aangeraden om een vooraanmelding in te dienen.

Zijn uitgesloten:

  • luchtgebaseerde warmtepompen voor klimatisatietoepassingen, de productie van sanitair warm water of zwembadverwarming
  • PV-panelen, windturbines of andere technologieën om elektriciteit te produceren die reeds als standaard beschouwd worden of die reeds financieel ondersteund worden
  • CCS (Carbon Capture and Storage). Bij Strategische ecologiesteun is steun voor CCS mogelijk onder bepaalde voorwaarden.
Elektrificatie

Bij ‘elektrificatie’ investeer je als onderneming in een elektrische variant van een (deel)proces dat standaard op fossiele brandstoffen (bijv. aardgas, stookolie, …) werkt.

Zijn uitgesloten:

  • nieuwe hybride installaties kunnen geen GREEN-investeringssteun krijgen (bijv. een oven die zowel op elektriciteit als aardgas kan werken). Elektrificatie (add-on) van een bestaand fossiel proces komt wel in aanmerking.
  • installaties die standaard elektrisch zijn, worden niet gesteund (bijv. kleinere bakovens).
Energie-efficiëntie

Duurzamer energiegebruik betekent ook minder energie verbruiken. Investeringen om de energie-efficiëntie van je bedrijfsprocessen te verhogen komen daarom ook in aanmerking. Denk bijvoorbeeld aan vernieuwende aanpassingen aan het productieproces, warmteopslag, ….

Wat klimatisatie betreft, is er enkel steun mogelijk voor bepaalde technologieën en enkel indien het gaat om klimatisatie van niet-residentiële gebouwen (of woonzorgcentra). 

Zijn uitgesloten

  • via GREEN kan je alleen investeringssteun krijgen voor technologieën die verder gaan dan wat ingeburgerd is. Daarom kan je geen steun krijgen voor standaardinvesteringen zoals thermische isolatie, aanpak gebouwschil, hoogrendementsglas, efficiëntere verlichting, toerentalregeling van compressoren, elektrische wagens, energiemanagementsystemen (EMS) voor de sturing van gebouwen (o.a. HVAC, zonnepanelen, …), …
  • klimatisatie-investeringen in residentiële gebouwen is niet mogelijk via VLAIO. In de subsidiedatabank maatregel Warmtepompen steun kan je vinden waarvoor je wel steun kan krijgen.

Bekijk eerst de mogelijkheden via de ecologiepremie+ binnen het thema warmte en koeling.  Als je niet in aanmerking komt voor de ecologiepremie+, bekijk dan of je voldoet aan de voorwaarden voor GREEN investeringssteun.

Zijn algemeen uitgesloten
  • Investeringen die wettelijk verplicht zijn, komen niet in aanmerking voor GREEN-steun. Denk hierbij aan investeringen om te voldoen aan:
    • Europese of Vlaamse normen (bijv. VLAREM, RED III);
    • verplichtingen in het kader van energiebeleid Vlaanderen (bijv. energieplan, energie-audit, energiebalans, energieprestatieregelgeving);
    • de voorwaarden opgenomen in de in de eventuele omgevingsvergunning.
  • Ecologie-investeringen die niet voor beroepsdoeleinden worden gebruikt of die enkel verhuurd worden.

Omvang steun

De steun is afhankelijk van de grootte van de onderneming (kmo of go) en van de ecoklasse. De nettosteun is het steunpercentage op de meerkost van subsidiabele kosten ten opzichte van de kosten van een standaardinvestering. 

 Steunpercentages
 
kmo
go
Toepassingsgebied / ecoklasse

A

B

A

B

2-afvang en -gebruik 

40%

30%

30%

20%

Energie-efficiëntie

40%

30%

30%

20%

Productie van hernieuwbare energie

55%

45%

45%

35%

Elektrificatie

40%

30%

30%

20%

De ecoklasse wordt bepaald door de kosteneffectiviteit. De kosteneffectiviteit beïnvloedt het steunpercentage:

  • Ecoklasse A: projecten die een hoge kosteneffectiviteit (KE) behalen (hoge milieubaten per geïnvesteerde euro, KE ≥ 1,5) behoren tot ecoklasse A en krijgen een hoger steunpercentage.
  • Ecoklasse B: projecten die een lagere (maar nog steeds voldoende) kosteneffectiviteit behalen (iets lagere milieubaten per geïnvesteerde euro, KE < 1,5 maar > 0) behoren tot ecoklasse B en krijgen een lager steunpercentage.
Subsidiabele kosten

De projectkosten moeten minstens € 50.000 bedragen. Enkel engineering, investeringen en installatiekosten worden weerhouden als ‘aanvaarde kosten’. Van deze ‘aanvaarde kosten’ wordt de kostprijs van een standaardinvestering in mindering gebracht om de ecologische meerkost te bekomen. De steun wordt uiteindelijk berekend als percentage op de ecologische meerkost. De figuur hieronder licht dit verder toe: 

De aanvaarde kosten omvatten de volgende componenten: 

  • engineeringskosten: berekeningen en dimensioneringen van de gekozen technologie
  • investeringskosten: de effectieve kost van de technologie
  • installatiekosten: de kosten om de installatie te plaatsen

De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en dit minstens over een termijn van drie jaar.

Niet-aanvaarde kosten zijn: operationele kosten en studiekosten, kosten voor infrastructuur werken. Een volledig overzicht vind je op de pagina Wat is het steunpercentage en welke kosten worden aanvaard? 

Berekening ecologische meerkost

Ecologische investering - standaardinvestering = ecologische meerkost.

De ecologische meerkost is het verschil in kostprijs (exclusief btw) tussen de ecologische investering (noodzakelijk voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden) en de standaardinvestering. 

Een standaardinvestering is een investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is en eenzelfde productiecapaciteit heeft, maar die niet dezelfde milieuvoordelen heeft. Voorbeeld: de investering in een industriële warmtepomp kan worden vergeleken met een condenserende aardgasketel (=standaardinvestering).

Berekening steunbedrag

Steunbedrag = ecologische meerkost x subsidiepercentage.

De steun bedraagt per onderneming maximum € 1 miljoen in totaal in de steunperiode van GREEN. Dit kan worden verdeeld over meerdere steunaanvragen.

Cumulatieverbod

Deze subsidie kan niet gecumuleerd worden met enige andere overheidssteun. Dat betekent dat de onderneming geen steun mag aanvragen voor dezelfde in aanmerking komende investeringskosten. Er is dus geen overlap toegestaan met andere steun bij VLAIO, subsidies van VEKA (Vlaams Energie- en Klimaatagentschap), de investeringsaftrek, Ecoboostlening, Mijn verbouwpremie, enz...).

Aanvraagprocedure

Aanvraag in twee stappen

Je kan GREEN-investeringssteun aanvragen tot eind 2025 of tot uitputting van het budget.

  • Je vraagt via het aanmeldingsformulier eerst een voorbespreking aan. Tijdens dit gesprek wordt nagegaan of jouw investeringsplannen kans maken op subsidiëring. Na dit gesprek ken je de aandachtpunten zodat een goede subsidieaanvraag kan worden opgemaakt.
  • De subsidieaanvraag gebeurt online op de VLAIO website www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/green-investeringssteun > roze knop 'Aanvragen'. Je komt dan terecht op e-loketondernemers. Daar laad je een projectbeschrijving, een projectbegroting en het document met de bepaling van de grootte van de onderneming op. Je vindt deze documenten en meer informatie op de pagina Aanvraagprocedure.
Opgelet
  • Een project mag pas starten vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de subsidieaanvraag werd ingediend. Onder start van het project wordt begrepen:
    • de datum van de engineeringfactuur of eerste factuur van aankoop;
    • de datum van de ondertekening van een financiële leasingovereenkomst. 
      Bijvoorbeeld: je dient de subsidieaanvraag in op 24 juli. In dat geval mag de investering ten vroegste starten op 1 augustus. Dien je in op 8 augustus, dan mag de investering ten vroegste beginnen op 1 september. Dat staat los van een eventuele goedkeuring van de subsidie.
  • Het project dient te starten binnen de twaalf maanden na goedkeuring van de subsidie. Als deze termijn overschreden wordt, kan mits grondige motivatie de minister beslissen over de verlenging van deze termijn.
  • Het project moet uitgevoerd zijn ten laatste drie jaar na beslissingsdatum tot steuntoekenning. Als deze termijn overschreden wordt, kan mits grondige motivatie de minister beslissen over de verlenging van deze termijn. 

Check alle voorwaarden in de handleiding vooraleer je indient (zie rubriek documenten).

Uitbetalingsprocedure

Jouw project zal worden beoordeeld op basis van vijf beoordelingscriteria: zie de rubriek Vervolgstappen op de VLAIO website.

De steun wordt na goedkeuring uitbetaald in twee schijven van 50% op basis van de aangereikte facturen en/of financiële leasecontracten en de bewijsstukken van activering van de uitgaven (de afschrijvingstabellen of een uittreksel uit de grootboekrekeningen van de steunaanvrager).

Opgelet! De aanvrager vraagt ten laatste twaalf maanden na beëindiging van het gesteunde investeringsproject de uitbetaling van de tweede schijf aanvragen.

Vrijgesteld van vennootschapsbelasting

Sinds 1 januari 2006 geldt er een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor kapitaal- en interestsubsidies die door de gewesten in het kader van de economische expansiewetgeving toegekend worden aan ondernemingen om “immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen”.

Ook voor deze maatregel geldt deze vrijstelling. Voor meer informatie zie Veelgestelde vragen: welke subsidies worden vrijgesteld van belasting.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.