Wanneer is mijn onderneming klein of middelgroot?
Hoe moet de kmo-definitie geïnterpreteerd worden?
Basiscriteria
Een kmo is een zelfstandig bedrijf met minder dan 250 werknemers én met een jaaromzet van maximum € 50 miljoen óf een balanstotaal van maximum € 43 miljoen.
Een kleine onderneming (ko) is een zelfstandig bedrijf met minder dan 50 werknemers én met een jaaromzet van maximum € 10 miljoen of een balanstotaal van maximum € 10 miljoen.
Een onderneming die vaststelt dat zij op het laatst afgesloten boekjaar de criteria overschrijdt, verliest de hoedanigheid van kmo (of van ko) slechts wanneer deze situatie zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet en vice versa.
Zelfstandigheid
In bepaalde gevallen moeten voor de berekening van deze criteria ook de gegevens van andere ondernemingen meegeteld worden (“consolidatie”). Dit is het geval wanneer de onderneming geen zelfstandig bedrijf is.
Een bedrijf verliest zijn zelfstandigheid wanneer er een (of meer)“partneronderneming” of “verbonden onderneming” is (zijn).
Wat zijn partnerondernemingen?
Partnerondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of samen met een of meer verbonden vennootschappen – bestaat van 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten.
Deze drempel van 25% geldt niet wanneer dat percentage in handen is van openbare participatiemaatschappijen, risicokapitaalmaatschappijen, personen die geregeld risicokapitaal beleggen of institutionele beleggers, met inbegrip van regionale ontwikkelingsfondsen, universiteiten of particuliere onderzoekscentra zonder winstoogmerk, op voorwaarde dat deze individueel noch gezamenlijk als “verbonden onderneming”, zoals hierna bedoeld, worden beschouwd.
Een participatie- of risicokapitaalmaatschappij is een onderneming die specifiek als doelstelling heeft het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen en eventueel het al dan niet deelnemen aan het bestuur van die ondernemingen.
Wat zijn verbonden ondernemingen?
Verbonden ondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie – direct of via een andere onderneming – bestaat van meer dan 50% van het kapitaal of de stemrechten. Hoe dient het principe van verbonden ondernemingen geïnterpreteerd te worden in het geval van een natuurlijke persoon en in het geval van een investeringsmaatschappij?