Marktkraam met gebreide mutsen

Organisatie van ambulante activiteiten en kermissen

Organisatie van ambulante activiteiten

Jouw stad of gemeente heeft de vrijheid om markten en andere ambulante activiteiten, zoals verkopen door particulieren of goede doelen, te organiseren. Dit gebeurt binnen de lijnen van de Vlaamse regelgeving. Hier vind je praktische info, antwoorden op veelgestelde vragen en een handige leidraad doorheen die Vlaamse regelgeving.

Heb je geen wekelijkse markt? Ook dan is een reglement over ambulante activiteiten verplicht. Je zorgt er best voor dat dit gemeentelijk reglement in lijn is met de Vlaamse regelgeving. Bij discussies met handelaars, particulieren of goede doelen biedt zo’n reglement, samen met de regelgeving, een stevig houvast.

Ambulante handel en markten zijn belangrijk voor je lokale economie. Gebruik de autonomie om deze activiteiten af te stemmen op wat jouw stad of gemeente nodig heeft, en stuur bij waar nodig.

Veelgestelde vragen

  • 1

    Ambulante activiteiten kunnen uitgeoefend worden als de onderneming beschikt over:

    • Een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de ambulante activiteit toelaat;
    • Een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en in voorkomend geval brandrisico’s;
    • Een bewijs dat aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid wordt voldaan wanneer voeding wordt verkocht (registratie, erkenning of toelating van het FAVV).
  • 2

    Statbel gebruikt sinds 1 januari 2025 nieuwe NACE-codes. De meest voorkomende NACE-codes voor ambulante activiteiten zijn:

    • Voor producten en diensten gelden dezelfde NACE-codes als op een vaste locatie, online of elders;
    • 56.120 Activiteiten van mobiele eetgelegenheden;
    • 56.309 Andere drinkgelegenheden.
  • 3

    Voor een persoon die in het buitenland gevestigd is, gelden dezelfde voorwaarden als een persoon gevestigd in Vlaanderen. Via de btw-administratie kan die buitenlandse persoon zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen regelen. In sommige gevallen moet deze buitenlandse ondernemer over een beroepskaart beschikken.

  • 4

    De wetgeving op de ambulante activiteiten zelf verbiedt geen verkoop van bepaalde producten of diensten. Andere regelgeving kan wel de ambulante verkoop van bepaalde producten of diensten verbieden of regelen. De wapenwet verbiedt bijvoorbeeld de verkoop van vuurwapens.

  • 5

    Ja. De personen die zich bezighouden met de activiteit van ruilhandel stellen objectieve daden van koophandel in de vorm van een aankoop met het oog op de herverkoop en de verkoop die er het gevolg van is. Onder het begrip 'verkoop' kan elke eigendomsoverdracht mits tegenprestatie en dus ook de ruil worden begrepen. Als deze ruilacties gebeuren met een consument en plaatsvinden buiten de vestigingseenheid geregistreerd in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verricht men een ambulante activiteit.

  • 6

    Neen, indien het uitdelen van de folders of het maken van promotie buiten de vestigingseenheid geen aanleiding geeft tot een bestelling ter plaatse door de consument.

    Ja, indien het uitdelen van de folders of het maken van promotie buiten de vestigingseenheid wel aanleiding kan geven tot een bestelling ter plaatse door de consument.

  • 7

    Neen. Het leveren van producten of diensten op zich is geen ambulante activiteit. In dit geval vindt de eigenlijke verkoop eerder plaats tijdens het online bestellen. Online bestellingen zijn als postorderverkoop vrijgesteld van de wettelijke bepalingen inzake ambulante activiteiten. Bijvoorbeeld het leveren van online bestellingen op buurderijen.

  • 8

    De wetgeving op de ambulante activiteiten bevat geen definitie voor tweedehandse goederen meer. Een gemeente kan via een reglement zelf bepalen wat tweedehandse goederen zijn.

  • 9

    De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris mogen op basis van de regelgeving ambulante en kermisactiviteiten het identiteitsbewijs van deze personen opvragen. Zo kan je bij het toewijzen of innemen van een standplaats of steekproefsgewijs controleren of de correcte persoon aanwezig is.

  • 10

    Neen. Sinds de wetswijziging in 2017 is een gemeente niet langer verplicht om haar ontwerp van reglement voor advies voor te leggen aan de Vlaamse minister bevoegd voor Economie. Ook moet het definitieve reglement niet meer aan VLAIO worden bezorgd. Gezien de openbaarheid van bestuur kan het gemeentelijk reglement te allen tijde worden opgevraagd.

    Je kan nog steeds juridisch advies bij VLAIO vragen via reglementen@vlaio.be.

  • 11

    Aanvragen voor een standplaats kan de gemeente of de concessiehouder onder meer weigeren op wettelijke gronden, gebaseerd op de wetgeving van de ambulante activiteiten zoals:

    • Wanneer de verkoop van bepaalde producten en diensten of categorieën van producten of diensten tijdens de uitoefening van de ambulante activiteiten de openbare orde of volksgezondheid, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Boek IX van het Wetboek van economisch recht, in het gedrang brengen.
    • Geen inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen hebben die de ambulante activiteit toelaat of de bijhorende documenten die niet in orde zijn of niet conform de wetgeving worden gebruikt.
    • De modaliteiten uit een gemeentelijk reglement niet worden gerespecteerd.

    Ze kan het, indien van toepassing, ook weigeren op grond van andere wetgeving, bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, voedselveiligheid enz. Echter, zij moet zorgen dat de weigering niet indruist tegen de principes van de Europese Dienstenrichtlijn.

  • 12

    Een marktcommissie heeft enkel een adviserende bevoegdheid. De wetgeving op de ambulante activiteiten verplicht een gemeente niet om een dergelijke marktcommissie op te richten. Al kan het wel een manier zijn om het overleg met de ambulante handelaars te bevorderen.

  • 13

    Voor elke openbare markt moet de gemeente of de concessionaris een plan van de standplaatsen opmaken en bijhouden. Het plan van de standplaatsen, ook vaak het marktplan genoemd, is een onderdeel van het gemeentelijk reglement.

    De wet legt geen vormvereisten op. Belangrijk is dat de informatie over de standplaatsen duidelijk, ondubbelzinnig en volledig is en niet leidt tot interpretaties.

  • 14

    Ja. Als de gemeente of de concessionaris een standplaats op een openbare markt definitief opheft, moet ze een minimumopzegtermijn van 12 maanden respecteren als de houder zijn abonnement definitief verliest. Als de abonnementhouder bij een verhuis zijn oorspronkelijke plaats definitief verliest maar het abonnement behoudt, bedraagt de minimumopzegtermijn 6 maanden. In geval van absolute noodzakelijkheid (bijvoorbeeld dringende wegenwerken of instructies van de brandweer) zijn voormelde opzegtermijnen niet van toepassing.

  • 15

    Ja. De gemeente of de concessionaris kan zowel aan de standplaatsen per abonnement als aan de standplaatsen toegewezen van dag tot dag een specialisatie toekennen. Voorbeelden van specialisaties zijn textiel, voeding, … Men kan die categorieën eventueel nog verfijnen (damestextiel, kindertextiel, ...). Als de gemeente of de concessionaris aan een standplaats een specialisatie geeft, heeft dat voor gevolg dat op die standplaats enkel producten uit die specialisatie verkocht mogen worden.

    Hoe groter en specifieker de specialisatie, des te beperkter is de beweegruimte bij het toekennen van een standplaats. Daarenboven dient de specialisatie te worden gemotiveerd. Dit zal steeds moeten gebeuren vanuit een ondersteuning van de economie en mag niet handel en ondernemend belemmerend zijn (zie Europese Dienstenrichtlijn). Bijvoorbeeld mag je geen kippenkraam weigeren om de lokale slager te beschermen (= protectionisme).

  • 16

    Ja. De gemeente is vrij via het reglement (eventueel apart retributiereglement) het standgeld te bepalen.

  • 17

    De gemeente kan sinds de wetswijziging van 2017 zelf via het reglement beslissen of standwerkers voorrang krijgen bij de toewijzing van de standplaatsen met abonnement op de openbare markt. Omdat sinds de wetswijziging van 2017 de wettelijke definitie van een standwerker geschrapt werd, bepaalt de gemeente zelf via het reglement de omschrijving van het begrip standwerker.

  • 18

    De gemeente bepaalt in haar reglement de duur van de abonnementen van haar openbare markt. Voor seizoensgebonden activiteiten kan de gemeente of de concessionaris er voor opteren om een abonnement toe te kennen dat slechts enkele maanden per jaar geldig is. Ze kan dan voor de overige maanden een ander abonnement toewijzen voor dezelfde standplaats.

    Een gemeente kan opteren om bijvoorbeeld elke eerste zaterdag van de maand een abonnement op een bepaalde standplaats toe te kennen zolang de duur van het abonnement maar duidelijk en ondubbelzinning is.
    Aan het einde van de periode wordt het abonnement stilzwijgend verlengd.

  • 19

    Een standplaats met abonnement kan worden overgedragen als aan drie voorwaarden voldaan is:

    • De overnemer is houder van een inschrijving in de Kruispuntbank van Onderneming die de ambulante activiteit toelaat en het bewijs levert waaruit blijkt dat hij in orde is met de verplichte documenten (verzekering, FAVV);
    • De overnemer zet de specialisatie van de overlater verder op de overgedragen standplaats, tenzij het gemeentelijk reglement een wijziging van specialisatie toestaat;
    • Als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.

    Een overgedragen standplaats kan binnen het eerste jaar na de overdracht niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

  • 20

    Ja. De overnemer moet de producten of diensten die de overlater effectief op zijn overgedragen standplaats aanbood, verder zetten, zoniet doet dit het principe van de overdracht van de activiteit teniet en wordt de overdracht uitgehold en gereduceerd tot een overdracht van openbaar domein.

    De gemeente kan een wijziging van specialisatie toestaan.

  • 21

    Neen. Sinds de wetswijziging van 2017 is het niet meer vereist dat de overlater zijn ambulante activiteiten stopzet. Op die manier kunnen ambulante handelaars hun activiteiten geleidelijk afbouwen.

  • 22

    Ja. Zo zijn startende ambulante handelaars niet direct genoodzaakt een hele zaak over te nemen maar kunnen geleidelijk hun zaak uitbouwen.

  • 23

    Ja. In tegenstelling tot de openbare markten is er geen minimum opzegtermijn voorzien in de wet. Zij zal de opzegtermijn en modaliteiten in haar gemeentelijk reglement moeten opnemen.

  • 24

    Bij een ambulante activiteit op rondreizende wijze verplaatst de handelaar zich regelmatig langs een traject met verschillende verkooppunten. Die verkooppunten neemt hij dan telkens voor een bepaalde duur in. Typisch voorbeeld is een ijsventer.

  • 25

    In een gemeentelijk reglement kan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid krijgen om de plaatsen, dagen en uren van de openbare markten te bepalen en de bijhorende plannen van de standplaatsen te wijzigen.

    De individuele beslissingen over een ambulante handelaar neemt de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris.

  • 26

    Door de Vlaamse wetgeving kan een stad of gemeente op elk moment de documenten van een ambulante handelaar controleren en – waar nodig – ingrijpen. Tegelijkertijd brengen deze bepalingen een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee. Het is dan ook belangrijk om daar als stad of gemeente even bij stil te staan en een gepast en werkbaar systeem voor de controles uit te werken. Digitalisering, bijvoorbeeld via de tool Merke, kan daar mogelijk bij helpen.