Ontvankelijk- en gegrondheidscriteria
Het decreet betreffende de brownfieldconvenanten voorziet een jaarlijkse oproep voor het indienen van projectaanvragen. De Vlaamse Regering nam op 15 juli 2022 kennis van de inhoud en voorwaarden van de 13e oproep. Download hier de tekst van de 13e oproep (zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 oktober 2022) en het aanvraagformulier.
Een project komt in aanmerking voor het faciliterend kader dat via een brownfieldconvenant wordt geboden, als de aanvraag voldoet aan de ontvankelijk- en gegrondheidscriteria. De ontvankelijkheidscriteria hebben betrekking op de huidige toestand van het projectgebied, de vorm en samenstelling van het aanvraagdossier. De gegrondheidscriteria hebben betrekking op de noodzaak van een gecoördineerd optreden tussen overheden en de meerwaarde die het afsluiten van een brownfieldconvenant biedt aan de realisatie van het project.
De minister bevoegd voor economie stelt bovendien specifiek per oproep bijkomende gegrondheidscriteria en voorwaarden vast. Oproepspecifieke criteria kunnen betrekking hebben op de doelstellingen van het Brownfieldproject of de aard van de geplande herontwikkeling, de karakteristieken van de projectgronden of het gebied waarin het Brownfieldproject gelegen is, of de aard of samenstelling van de projectstructuur.
Oproepspecifieke criteria in oproep 13
Gelet op de voordelen die verbonden zijn aan een brownfieldconvenant, worden in elk geval projecten beoogd die de inzet van een brownfieldconvenant en haar faciliterend kader verantwoorden. Het moet hierbij gaan om toekomstbestendige projecten die mee uitvoering geven aan de beleidsambities die door Vlaanderen naar voren geschoven worden en waarvoor een bovenlokale aanpak een meerwaarde biedt. Bij voorkeur vervullen de projecten een voorbeeldfunctie inzake doorgedreven duurzaamheid, innovatief karakter, verhoogde tewerkstelling, versterking van de attractiviteit van de kernen, landschapsbeleving, herwaardering onroerend erfgoed, langetermijnbeheer…
De aanvrager beschrijft deze meerwaarde in het aanvraagdocument.
Bijkomend wordt gekeken naar:
- de afstemming van de nieuwe invulling op de ligging van het terrein
- ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheidsaspecten van het brownfieldproject
- bijzondere aandacht voor stortplaatsen
- het beheer (tijdelijk en lange termijn)
a) De afstemming van de nieuwe invulling op de ligging van het terrein
De ligging van het terrein is bepalend voor de ontwikkelingsmogelijkheden en het te realiseren kwaliteitsvol ruimtelijk rendement.
Het ontwikkelingsvoorstel concretiseert de beleidskeuzes uit het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waarbij wordt aangegeven hoe het project een kwaliteitsvolle bijdrage levert aan de ontwikkeling van de plaats rekening houdend met de vooropgestelde dynamiek, de knooppuntwaarde en het voorzieningenniveau en de directe omgeving.
In elk geval dient onderzocht te worden hoe maximaal kan ingezet worden op een invulling met (een aandeel aan) werklocaties en ruimte voor ondernemers. Het type bedrijfshuisvesting wordt verantwoord door de ligging en wordt afgestemd op de behoefte in de regio. Het kan onder meer gaan om kantoren, kmo-units of ateliers, magazijnen, incubatoren, bedrijfsverzamelgebouwen, labo’s en onderzoeksfaciliteiten, trainings- en opleidingscentra, coworking spaces, …
De aanvrager beschrijft de keuze voor het aandeel en type van werklocaties en de motivering ervoor in het aanvraagdocument.
Illustratief worden hieronder een aantal suggesties van ontwikkeling geformuleerd:
- Op locaties met een hoge knooppuntwaarde en goed voorzieningenniveau wordt ingezet op een gepaste mix van verweefbare economische activiteiten en functies met aandacht voor de identiteit van de wijk en het verhogen van de leefbaarheid in de kern. Ruimte voor ondernemers en bedrijven kan aangevuld worden met andere functies die het woon-werkweefsel ondersteunen.
- Op daarvoor geschikte terreinen kan ingezet worden op het realiseren van werklocaties voor niet of moeilijk verweefbare economische activiteiten of andere moeilijk verweefbare activiteiten (bijvoorbeeld omwille van de mobiliteitsimpact, aard van de productie-activiteiten, …).
- Voor terreinen die goed ontsloten zijn naar het trans-Europees transportnetwerk en/of goed multimodaal bereikbaar zijn, wordt bij voorkeur ingezet op het bundelen van logistieke en industriële activiteiten en op combimobiliteit. Zo wordt ertoe bijgedragen dat de binnenvaart en het spoorvervoer volop hun rol als duurzaam vervoermiddel kunnen spelen.
- Slecht ontsloten sites met onvoldoende voorzieningenniveau, kunnen (eventueel deels) herbestemd worden naar open ruimte of een andere aanvaardbare bestemming zodat zij een rol kunnen opnemen in functie van biodiversiteit, waterbeheer, groenwaarden, voedselproductie, recreatie, het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering en het winnen van groene stroom, …
b) Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheidsaspecten van het brownfieldproject
Van alle projecten wordt een kwaliteitsvolle aanpak en invulling, zowel op economisch, ecologisch als maatschappelijk vlak verwacht.
Van de indiener wordt daarom gevraagd dat hij zijn engagementen op vlak van duurzaamheid doorheen het gehele herontwikkelingsproces omschrijft en daarbij aangeeft hoe hij optimaal inspeelt op de potenties en opportuniteiten van de site en haar omgeving. De indiener kan dit beschrijven aan de hand van een zelf gekozen duurzaamheidsmeter, waarbij het ambitieniveau indicatief wordt aangeduid, of aan de hand van de tien kernkwaliteiten in de strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, waarbij aangegeven wordt hoe het project ruimtelijk maximaal invulling geeft aan deze tien kernkwaliteiten. Niet elke kernkwaliteit zal voor elk project even relevant zijn, maar het wordt aanbevolen om op zijn minst elke kernkwaliteit mee te nemen in de afweging.
Sowieso moet een zelf gekozen duurzaamheidsmeter hiertoe ingevuld worden toegevoegd aan het aanvraagdossier (als nulmeting). Het ambitieniveau kan worden bijgesteld gedurende het onderhandelingsproces.
Tijdens de onderhandelings- en uitvoeringsfase zal aandacht zijn voor opvolging en eventuele bijsturing van de duurzaamheidsambities. De overheid kan zich daarbij laten bijstaan door externe partijen. Voor omvangrijke projecten met grote impact op de omgeving wordt aangemoedigd dat de indiener binnen zijn team zelf expertise voorziet om het kwaliteitsniveau, de duurzaamheid en de positieve impact van het project te verhogen en op te volgen.
c) Bijzondere aandacht voor stortplaatsen
Met betrekking tot het duurzaam voorraadbeheer van (voormalige) stortplaatsen keurde de Vlaamse Regering op 16 oktober 2015 een conceptnota goed. De afvalstoffen van vandaag (Urban Mining) en uit het verleden (Landfill Mining) moeten de grondstoffen worden voor een groene kringloopeconomie. Het voorraadbeheer van stortplaatsen (Enhanced Landfill Management & Mining of ELFM²) draagt bij tot de nieuwe beleidslijnen voor kringloopeconomie, duurzame ontwikkeling van ruimte en mobiliteit.
Een Brownfieldproject in het kader van herontwikkeling en duurzaam voorraadbeheer van stortplaatsen moet aandacht hebben voor de stortinhoud, het stortoppervlak, de stortomgeving en de algemene beleidsstrategie:
- het duurzaam voorraadbeheer van de afvalstoffen in de stortplaatsen;
- het hoogwaardig valoriseren van deze stoffen als materialen en/of energie;
- het treffen van de nodige beschermingsmaatregelen en het uitvoeren van de bodemsanering overeenkomstig de geplande functie;
- een maximale inschakeling bij structurele samenwerkingsverbanden (kennisuitwisseling).
De herontwikkeling heeft betrekking op de totaliteit van de stortplaats en de stortplaats omvat minstens 75% van het projectgebied. Hiervan kan worden afgeweken indien wordt aangetoond dat de herontwikkeling ook een positieve impact heeft op het resterend stortareaal dat niet door het projectgebied gevat is.
De aard van de beoogde herontwikkeling van een voormalige stortplaats dient eveneens afgestemd te zijn op de ligging van het project.
d) Het beheer (tijdelijk en lange termijn)
Om de site ook na herontwikkeling te behouden voor de vooropgestelde doelgroep, of te laten voldoen aan de vooropgestelde kwaliteitseisen en functies, is het belangrijk vooraf na te denken over het lange termijn beheer. Hierbij denken we bv. aan fondsvorming, een uitgiftebeleid, beheerstructuren, invoering van instrumenten zoals terugkoop, goedkeuring doorverkoop, ...
In de mate dat nieuw openbaar domein wordt gecreëerd, wordt aangegeven op welke manier voldoende maatregelen zijn genomen om het periodiek en structureel onderhoud te financieren.
Gelet op de duurtijd van complexe brownfieldherontwikkeling, kan de site in afwachting van een definitieve invulling ook een tijdelijk gebruik kennen. Hierbij wordt gedacht aan een benutting in functie van circulaire economie, productie van energie, … of kan deze reeds een bijdrage leveren aan de definitieve bestemming van het terrein zoals (goedkope) werkplekken voor starters die nadien kunnen doorgroeien op het terrein, pop-up activiteiten en functies in het kader van levendige woon-werkomgevingen die nadien een definitieve verankering in het project kunnen krijgen, …
In de aanvraagdocumenten beschrijft de aanvrager het beheer gedurende de ontwikkeling (tijdelijke invullingen) en op lange termijn, waardoor een kwalitatieve invulling gegarandeerd blijft.
Ontvankelijkheidscriteria
Opdat een ingediend project in aanmerking zou komen voor onderhandelingen voor het bekomen van een brownfieldconvenant, dient het aan elk van volgende ontvankelijkheidscriteria te voldoen:
- het projectgebied voldoet aan de definitie van een brownfield zoals omschreven in artikel 2 en 3 van het decreet betreffende de brownfieldconvenanten;
- het aanvraagdossier wordt in een in de oproep vermelde indieningsperiode ingediend en bevat volgende elementen:
- een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier;
- een financieel plan dat de financiële haalbaarheid van het project aantoont;
- een lijst met daarin de reeds uitgevoerde projecten gekoppeld aan de samenstelling en expertise van de betrokken projectteams;
- voor brownfieldprojecten waarbij (delen van) de projectgronden (potentieel) zijn verontreinigd - is vergezeld van de reeds beschikbare stukken aangaande deze (potentiële) verontreiniging (vb. oriënterend bodemonderzoek, beschrijvend bodemonderzoek, bodemsaneringsproject, …). De conclusies van deze onderzoeken volstaan;
- een presentatie waarin de inhoud van het project wordt weergegeven. Deze zal gebruikt worden bij de toelichting van het dossier aan de beoordelaars;
- een mede-ondertekening als actor of een toestemming om de aanvraag in te dienen van alle houders van zakelijke rechten (eigendom, opstalrechten e.a.) op minstens 70 % van de oppervlakte van de projectgronden;
Voor de percelen waarvoor het akkoord om mee te werken aan de totstandkoming van het brownfieldproject ontbreekt, dient de indiener aan te tonen dat het brownfieldproject zonder deze percelen niet kan worden gerealiseerd;
- een recent (minder dan 2 maand oud bij indiening van project) kadastraal plan en legger voor alle percelen in het ganse projectgebied. Mogelijke gekende afwijkingen ten opzichte van deze recente documenten dienen reeds te worden aangegeven door middel van de eigendomstitels;
- een schriftelijk bewijs dat de gemeente(n) - waarin de onroerende goederen gelegen zijn - kennis heeft/hebben genomen van de inhoud van de aanvraag en wenst/wensen mee te werken aan de totstandkoming van het brownfieldproject.
Door de indiening gaat de projectindiener akkoord met een onderzoek naar zijn kredietwaardigheid. Op verzoek van het permanent secretariaat moet daarvoor de nodige informatie worden aangeleverd.
Gegrondheidscriteria
De inhoud van het aanvraagdossier en de bijlagen zullen geëvalueerd worden op basis van de hieronder vermelde gegrondheidscriteria:
- de aanvrager toont aan dat het afsluiten van een brownfieldconvenant een aanmerkelijke faciliterende meerwaarde biedt voor de realisatie van het brownfieldproject;
- de aanvrager toont aan dat een gecoördineerd optreden tussen en van verschillende overheden noodzakelijk is;
- de aanvrager toont aan dat het voorgestelde project voldoet aan de criteria en randvoorwaarden van de projectoproep zoals boven beschreven.