Vitaminekuur voor aardappelen en erwten
Hitte, droogte en vorst, maar ook gewasbeschermingsmiddelen, hebben een negatieve impact op de oogst. Om planten en gewassen resistenter te maken, ontwikkelde Stam Agro een biostimulant op basis van aminozuren. Die halen ze uit rest- en nevenstromen van gevogelte. Via een VLAIO onderzoeksproject maken ze hun product nog beter bestand tegen verschillende stresssituaties en met twee piloottrajecten testen ze de laboresultaten in de praktijk.
Tot op het bot
Stam Agro ontkiemde een paar jaar geleden uit EMPRO Europe, een verwerkingsbedrijf van reststromen uit de pluimvee industrie. EMPRO zag veel potentieel in deze ondergewaardeerde grondstoffen. Om de mogelijke toepassingen en valorisatie van dierlijke eiwitten verder te onderzoeken werd Stam Agro opgericht. Een van de zaken die dat onderzoek reeds voortbracht, is de ontwikkeling van een biostimulant. Vaast Vanoverschelde (CEO Stam Agro) en Matthijs De Deygere Business development manager bij Stam Agro) leggen uit wat dat is.
Met een biostimulant neemt de plant de nodige aminozuren of eiwitten in kleine ketens onmiddellijk via het blad op. Zo bespaart de plant veel tijd en energie. Op het einde van de rit is je plant stressresistenter en levert het je een hogere opbrengst.
Biostimulanten tegen stress
Vaast: “Doorheen de vier seizoenen krijgt een plant te kampen met verschillende soorten stress: droogte-, vorst-, hitte- en fytostress – stress na de behandeling met gewasbeschermingsmiddelen – zijn de bekendste voorbeelden. Om te voorkomen dat een plant uitdroogt bij hitte, heeft die een bepaald aminozuur nodig om de huidmondjes af te sluiten. In een natuurlijk proces maakt de plant dat zelf aan op basis van nutriënten die het uit de bodem haalt. Met een biostimulant neemt de plant de nodige aminozuren of eiwitten in kleine ketens – peptides – onmiddellijk via het blad op. Zo bespaart de plant veel tijd en energie. Op het einde van de rit is je plant stressresistenter en levert het je een hogere opbrengst. Het effect van een biostimulant kan je heel duidelijk zien in dit filmpje.”
Vaast vergelijkt het met een vitaminepil: “Je kan zelf elke dag een appelsien eten en buiten wandelen om de nodige vitamines binnen te krijgen, maar je kan ook een pilletje nemen. Een goede biostimulant heeft een bewezen werking via veldtesten en proeven, maar het is geen gegarandeerd effect. Als men een slechte oogst had, maken we een groot verschil. Heeft men ideale omstandigheden en een topoogst dan is dat verschil kleiner, en dat is logisch. Als je al supergezond bent, hebben extra vitamines weinig effect. Er zijn heel veel factoren die een impact hebben.”
“Biostimulanten zijn op zich niet nieuw en komen in verschillende vormen voor,” vult Matthijs aan. “De bron die wij gebruiken – zijnde rest- en nevenstromen van kippen, zoals pluimen – is daarentegen wel uniek.”
Optimalisering voor elke stresssituatie
Vaast: “Samen met Universiteit Gent hebben we momenteel een VLAIO onderzoeksproject lopen om de hydrolyse - die aan de basis ligt van ons productieproces - te optimaliseren. Op die manier willen we tot een matrix van hydrolysetechnieken komen met de meest optimale productsamenstelling per stresssituatie. Daarbij richten we ons vooral op de akkergebouwgewassen: tarwe, aardappelen, mais, uien, wortels maar ook hard fruit (appelen & peren). We proberen naar een totaalbenadering te gaan waardoor het best wel een omvangrijk project is.”
“Uit dit onderzoek komen heel wat interessante labo-analyses voort, maar daar maken we geen landbouwers warm mee . Via twee piloottrajecten bio-gebaseerde toepassingen doen we nu veldtesten en staan zo dichter bij de praktijk.”
Met een piloottraject bio-gebaseerde toepassingen werkt een kmo samen met een aanbieder van pilootinfrastructuur (in onderaanneming) en doorlopen ze een traject dat hen ondersteunt bij het testen van de haalbaarheid van de opschaling van een bio-gebaseerde toepassing. Deze steunmaatregel kan niet meer aangevraagd worden. Biogebaseerde toepassingen kunnen wel nog steun krijgen via een VLAIO ontwikkelingsproject. Neem contact op met een VLAIO bedrijfsadviseur om te bekijken of jouw project in aanmerking komt
Onderzoek bij vlinderbloemigen
In het Aphasoy-pilootproject onderzoekt Stam Agro de werkzaamheid van hun biostimulant bij vlinderbloemigen, zoals soja, erwten en bonen. Daarvoor konden ze een beroep doen op de infrastructuur en het netwerk van ILVO. Matthijs: “ILVO doet voor ons de serreproeven op soja. Die bieden ons meer detailinzicht. Zo zien we bijvoorbeeld dat er meer wortelmassa ontstaat waardoor planten beter tegen droogte kunnen. Met die kennis zijn we ook naar landbouwers gegaan en zijn we o.m. bij een viertal sojaboeren op het veld aan het testen, ook in Amerika. ILVO zorgde voor de contacten wat voor ons zeker een meerwaarde was. Het schept meer vertrouwen wanneer iemand als ILVO je aanbrengt bij telers dan wanneer je er zelf naartoe zou stappen. Naast soja testen we ook op erwten en bonen in België en Frankrijk.”
Bij fundamenteel onderzoek kijk je niet naar de praktische inzetbaarheid. In een piloottraject doe je dat wel en moet je nadenken hoe je het de boer zo makkelijk en goedkoop mogelijk maakt. Die praktische toepassing is essentieel.
Impact bij lagere bemesting
Matthijs: “In het Kereal-piloottraject werken we o.a. samen met het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) die aardappelproefvelden aanleggen om analyses op te doen. We meten o.a. de impact bij lagere stikstofbemesting en lagere fytodosering. Eerdere resultaten bevestigen onze laboresultaten: tot 25% lagere stikstofbemesting kan opgevangen worden door het gebruik van onze biostimulant. Ook enkele proeven bij grote spelers in de groenteteelt, leverden vergelijkbare resultaten op.”
De twee piloottrajecten van STAM Agro zijn goede voorbeelden van hoe een nieuwe toepassing verder klaargemaakt kan worden voor de markt via opschalingstesten bij pilootinfrastructuur.
“We claimen niet dat je geen gewasbeschermingsmiddelen meer nodig hebt, maar ons product werkt wel plant ondersteunend. Het maakt de plant sterker waardoor die op zichzelf weerbaarder is tegen bepaalde ziekten en plagen. Strengere wetgeving (de European Green Deal en MAP7), dure meststofprijzen, eisen vanuit supermarkten, maar zeker en vooral klimaatuitdagingen met meer hitte en droogteperiodes dwingen landbouwers op zoek te gaan naar oplossingen. We zien dus zeker openheid vanuit de sector voor onze biostimulant.”
“Deze VLAIO projecten lopen momenteel nog maar de eerdere resultaten zijn alvast veelbelovend. We bekijken dan ook al volop de vermarkting en distributiekanalen.”
Met beide benen in het veld
Matthijs: “Bij fundamenteel onderzoek - zoals het onderzoeksproject met UGent - kijk je niet naar de praktische inzetbaarheid. In een piloottraject ga je echt naar de praktijk en moet je nadenken hoe je het de boer zo makkelijk en goedkoop mogelijk kan maken. Die praktische toepassing is essentieel. VLAIO bedrijfsadviseurs Emily Verhelst en Katie Van den Bulck begeleidden ons bij de aanvraag. Als je zo diep in de materie zit, durf je al eens een paar stappen overslaan. Zaken die voor ons voor de hand liggen en dus ontbraken, haalden zij eruit.”
Welke stap wil jij zetten met je bedrijf?
Als ambitieuze ondernemer wil je maar één ding: dat je zaak vooruit gaat. Daarom investeer je én daarom innoveer je. Maar ook al heb je bakken ervaring, toch blijf je met heel wat vragen zitten.
VLAIO is jouw gids bij de realisatie van die plannen. Wij zijn een kritisch klankbord en brengen sterktes en zwaktes in kaart. Daarbij geven we ook concreet advies over subsidies en financiering. En we brengen je in contact met de juiste experten.
Neem zeker eens contact op met een VLAIO bedrijfsadviseur.
Wil je graag de mogelijkheden van de bio-economie verkennen?
Sla er dan zeker ons themadossier bio-economie eens op na. Dat staat boordevol nuttige informatie van wat er allemaal speelt bij het valoriseren van reststromen of het vervangen van fossiele grondstoffen door alternatieve bronnen en hernieuwbare grondstoffen. Help jij mee onze economie te verduurzamen?