Modulaire meubels die meegroeien
Een kast die vandaag perfect in je woonkamer past, groeit morgen zomaar uit tot een volledige wand, een dressing of zelfs een bureau. Dat is het idee achter Mulnem, de circulaire meubellijn van Marimar. De naam verwijst naar Mollem, het dorp waar de familie Vanderstraeten woont. Net zoals een molen vroeger de kracht van de gemeenschap bundelde, wil Mulnem vandaag een lokaal verankerde motor zijn voor circulaire verandering. Het familiebedrijf is al vijftien jaar actief in renovatie en maatwerkinterieurs en ontwikkelde een modulair systeem dat klanten toelaat hun meubels telkens opnieuw aan te passen. Esthetisch, duurzaam én ontworpen voor de lange termijn.
Zaakvoerder Mattias Vanderstraeten steekt meteen enthousiast van wal: “Met Mulnem maken we maatwerk, maar wel op een manier die uitbreidbaar én herbruikbaar is. Alles is demonteerbaar en verbonden met schroevsystemen, dus niet permanent aan elkaar bevestigd. Dat zorgt ervoor dat een meubel dat vandaag een bijzetkastje is, later uitgebreid kan worden tot bijvoorbeeld een bureau of deel kan uitmaken van een groter wandmeubel. Het blijft daardoor niet vastzitten in één functie of één ruimte.”
Wij ontwerpen meubels die niet vastzitten in een functie of een ruimte. Wat vandaag een bijzetkast is, kan morgen een bureau of garderobe worden.
Van vonk tot visie
Embuild, de clusterorganisatie voor de bouwsector plantte de eerste zaadjes voor die circulaire koers. Mattias maakte daar enkele jaren geleden deel uit van een Lerend Netwerk rond duurzaamheid. “Dat was de vonk,” vertelt hij. “Je krijgt er de kans om even uit je dagelijkse praktijk te stappen en met andere ogen naar je bedrijf te kijken. Hoe gebruiken wij materialen? Waar verspillen we zonder dat we het beseffen? Tijdens die gesprekken viel het mij op hoeveel potentieel er eigenlijk nog in ons eigen productieafval zat. We maken maatwerk, en bij dat proces blijven altijd reststukken over. Mooi plaatmateriaal, dat technisch perfect bruikbaar is maar in de praktijk vaak gewoon werd weggegooid. Daar moest toch iets mee te doen zijn.”
Die kritische blik op reststromen bracht nog meer inzichten mee. “Eerst kijk je naar je afvalstroom, en voor je het weet stel je je de vraag: hoe kunnen we ons hele proces herdenken om nog slimmer en nog meer circulair te werken?”
Die inzichten brachten Marimar naar het Circu-plan van VLAIO. Samen met VLAIO-bedrijfsadviseurs Gaëlle Lobelle en Rik Candries vertaalde Mattias en ontwerpster Maja Simac de circulaire ambities naar concrete acties: slimmer omspringen met plaatmateriaal, reststromen verwerken tot nieuwe modules en een businessmodel opzetten dat zowel voor klant als producent rendabel is.
Verder bouwen en groeien met CAP
Met die ideeën stapte Marimar in het Circular Ambassador Program (CAP) van Vlaanderen Circulair.
Mattias: “Daar kregen de eerste ideeën meer vorm, konden we ze aftoetsen bij experts en collega-ondernemers en scherpten we onze strategie verder aan. Na de waarom en de wat hadden we nu ook onze hoe en met wie in beeld.”
De volgende stap bestond erin het productieproces te optimaliseren, een strategie uit te werken om te kunnen schalen én een online verkoopskanaal te ontwikkelen. Op die manier bewijzen we dat ons systeem werkt en kunnen we het nu ook professioneel uitrollen en gestaag groeien.”
Circulair in de praktijk
Mulnem biedt klanten de vrijheid om een meubel mee te laten groeien met hun leven. Een bijzetkast wordt een wandkast en vervolgens een garderobe. De modules sluiten naadloos op elkaar aan en zijn makkelijk te demonteren. Zo kan je een meubel blijven gebruiken, ook wanneer je noden of de ruimtes waarin je het wil gebruiken, veranderen.
Daarnaast werkt Marimar ook met reststromen van andere producenten. Platen die anders richting containerpark of verbranding gaan, verwerken ze tot nieuwe meubelmodules. Via partners krijgen ook meubels die nog bruikbaar zijn een tweede leven. Soms worden ze rechtstreeks doorgegeven aan organisaties die ze herbestemmen voor mensen die er nood aan hebben. In andere gevallen worden onderdelen opnieuw geïntegreerd in een nieuw ontwerp.
Maja Simac: “Denk bijvoorbeeld aan een kast die weg moet omwille van een renovatie. Vroeger eindigde die op de container, maar nu bekijken we welke stukken opnieuw gebruikt kunnen worden. Dat kan een volledige kast zijn die we opknappen en integreren in een nieuw meubel, maar ook halve modules of grote platen vinden hun weg terug naar het atelier. Alles wat groter is dan 30 op 30 centimeter is nog bruikbaar voor productie. Of we schenken de kast aan iemand die ze kan gebruiken, dat gebeurt ook. Zo gaat er nauwelijks nog materiaal verloren en krijgt elk meubel effectief meerdere levens.”
Ambassadeur voor circulair denken
Marimar en Mulnem staan intussen niet alleen voor eco-renovaties, maatwerkinterieurs en modulair meubilair. Ze willen ook een voortrekkersrol spelen en andere ondernemers inspireren. Dat doen ze door hun ervaringen te delen in netwerken en workshops, bedrijven te begeleiden bij circulair aankopen en mee te denken over nieuwe toepassingen van herbruikbare materialen. Hun expertise in productdesign en circulaire processen gebruiken ze dus niet enkel voor hun eigen projecten, maar ook om de bredere sector vooruit te helpen.
Maja Simac: “We zitten nog in een pioniersfase, maar de tijdsgeest speelt in ons voordeel. Steeds meer klanten stellen kritische vragen over materiaalkeuze en restwaarde. Circulariteit hoeft niet moeilijker of duurder te zijn, wel slimmer. Het gaat erom meubels te maken die meebewegen en een geschiedenis opbouwen. Daarom krijgt elk meubel ook een paspoort mee. Daarin staat welke materialen gebruikt zijn en waar de modules vandaan komen. Zo kan een klant later altijd uitbreiden met passende onderdelen, en blijft de waarde van het meubel ook op lange termijn zichtbaar en traceerbaar.”