Food for thought: innovatie in de voedingsindustrie

Het businessmodel van Ingrizo? Wereldwijd vernieuwende ingrediënten voor voeding en gezondheid van partners en leveranciers screenen, testen, selecteren en verdelen. Niet alleen heeft Ingrizo aandacht voor functionaliteit, prijs, beschikbaarheid en regelgeving, maar volgt het ook de nieuwste trends en evoluties op: ingrediënten van natuurlijke oorsprong, minder suikers of geharde vetten, allergeenvrije recepten. Ook doen ze onderzoek naar plantaardige alternatieven voor dierlijke ingrediënten, naar nutriënten van natuurlijke oorsprong met een betere biobeschikbaarheid voor voedingssupplementen of sportvoeding. “Duurzaamheid speelt voor ons een cruciale rol”, aldus Geert Feys, oprichter van en managing director bij Ingrizo.

Als reactie op het groeiende maatschappelijke en ecologische bewustzijn onder consumenten, speelt het bedrijf in op de vraag naar lokaal geproduceerde grondstoffen met een minimale CO2-voetafdruk. Dat resulteert in een duidelijke verschuiving van internationale import buiten Europa naar meer import van lokale, duurzamere bronnen. 

Optimaal gebruik en ideale dosering

Geert Feys: “Hoewel we nog steeds additieven met E-nummers verdelen, focussen wij ook op specialiteiteningrediënten en -additieven van natuurlijke of duurzame oorsprong. Zo zijn wij veel minder gevoelig voor de typische commodities (niet-gespecialiseerde massaproducten) die heel prijsgevoelig zijn, bv. onder invloed van geopolitieke ontwikkelingen. Wij onderzoeken daarentegen welke technische specialiteiten en ondersteuning mogelijk zijn. De hamvraag daarbij: hoe kunnen wij in onze test- en applicatiekeuken de klant helpen met het ontwikkelen en formuleren van voedingsrecepten op basis van onze ingrediënten? Bijvoorbeeld naar optimaal gebruik en ideale dosering toe.” 

Twee grote uitdagingen

Die disruptie van het businessmodel van bij de opstart liet Ingrizo toe om met innoverende projecten en trajecten flexibel en wendbaar in te spelen op de steeds veranderende voedingssector.  

Geert: “Dat is op twee manieren uitdagend. Ten eerste is het heel moeilijk om technische profielen te overtuigden om voor een relatief kleine onderneming als de onze te willen werken. Zeker als je een groeiverhaal wil vertellen, vormt die war for talent een echte uitdaging, want je kan alleen maar vooruit met de juiste mensen. Als je weet dat zeventig procent van ons personeel een ingenieurs- of bio-ingenieursdiploma heeft, bijzonder gegeerd op de arbeidsmarkt, dan maakt dat de uitdaging des te groter. Gelukkig hebben wij een schitterend team, dat met veel vrijheid en voldoening graag erg diverse taken combineert.”  

“De tweede uitdaging heeft te maken met het geglobaliseerde karakter van de voedingseconomie. In dat speelveld zijn we ook actief, maar onze concurrenten zijn bijna zonder uitzondering grote corporate producenten of multinationals die connecties hebben in meerdere Europese landen of zelfs wereldwijd. Bovendien hebben die producenten de neiging samen te werken met de grote distributeurs. Daartegen moeten wij als Vlaamse kmo – bijna uitsluitend actief in de Benelux – opboksen. Toch zien veel internationale partners de sterke toegevoegde waarde van Ingrizo in de Benelux als zeer wendbare leverancier van innovatieve specialiteiten met veel technische product- en marktkennis. Daarmee onderscheiden we ons van internationale concurrenten.”

“Ons plan is om de komende jaren geografisch verder uit te breiden naar enkele Europese buurlanden. Tegelijkertijd breiden we ons portfolio van ingrediënten en additieven verder uit met eigen concepten en producten. En die uitbreiding situeert zich niet alleen in de voedingssector maar ook in de gezondheidssector, de wereld van sportvoeding en supplementen, en zelfs in de sector van de dierenvoeding en petfood.” 

De juiste focus

Ook op het vlak van productontwikkeling of R&D zijn er uitdagingen, zo blijkt.

Geert: “Bij Ingrizo draait het meer om applicatie-R&D en de ontwikkeling van nieuwe recepturen of gezonde voedingsconcepten. Wij produceren niet echt nieuwe producten of moleculen, maar wij werken voornamelijk samen met een aantal grotere partners: die produceren ingrediënten of andere functionele nutriënten voor ons. Daarmee gaan we aan de slag in ons applicatielab, om tot functionele, lekkere en gezonde recepturen te komen. Vooral in dat lekker zit een grote uitdaging: vroeger werd veel functioneel voedsel ontwikkeld dat weliswaar heel gezond was, maar niet altijd even fijn smaakte. Ik denk dat veel mensen een sojaburger of veganistische kaas vijf of tien jaar geleden niet zo lekker vonden, om het voorzichtig uit te drukken (lacht). Vandaag willen wij toch lekkere en gezonde voeding produceren op basis van natuurlijke ingrediënten.”

“Wij slagen erin om met de juiste focus heel snel tot nieuwe en passende oplossingen te komen. Niet alleen dankzij dat lab, maar ook dankzij onze locatie aan de rand van Gent: voor grotere testen op pilootschaal, hebben wij binnen een straal van om en bij de tien kilometer beschikking over professionele installaties en kunnen wij begeleiding inroepen van zowel de Universiteit Gent, de Hogeschool Gent als de ILVO Food Pilot in Melle.” 

Innovatie maakt het verschil

Geert: “We dienden bij VLAIO al meerdere onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten in. De bottom line daarbij is telkens dat wij het verschil met traditionele distributiebedrijven van additieven willen maken met onze technische kennis. Eén VLAIO project zette specifiek in op de ontwikkeling van bewaarmiddelen van natuurlijke oorsprong. Daarna volgde een project om suiker in recepturen zoveel mogelijk te vermijden of te vervangen op een natuurlijke wijze – diabetes is ten slotte één van dé ziektes van de 21e eeuw. In het kader van de eiwitshift of Green Deal willen we zoveel mogelijk dierlijke eiwitten vervangen door plantaardige alternatieven zonder dat er iets van smaak of nutritionele waarde verloren gaat.”