5 beoordelingscriteria om als innovatieve startup te scoren

Publicatiedatum

Startups nemen binnen het Vlaamse kmo-landschap een bijzondere plaats in. Een speciale groep jonge bedrijven met innovatieve plannen en veelbelovende groeiperspectieven die VLAIO dan ook graag ondersteunt. Dat doen we met een uniek instrument: innovatieve starterssteun. Maar welke startups komen hiervoor in aanmerking? Wat maakt innovatieve starters beloftevol? Benedicte, Emily, Tom en Bas van VLAIO leggen het uit aan de hand van 5 criteria die centraal staan bij de beoordeling: ‘pionierschap’, ‘onzekerheden’, ‘team en netwerk’, ‘skin in the game’ en ‘impact en potentieel’.

Twee jonge mensen geven high five

Wat is een innovatieve startup en wat is ISS?

Benedicte De Buck: “Niet elke startende ondernemer is meteen ook een startup. Om dat label te verdienen, heb je minstens een schaalbaar businessmodel nodig. Het product of de dienst die je aanbiedt, moet ook voldoende vernieuwend zijn. Startups moeten m.a.w. een hele reeks onzekerheden overwinnen. En met innovatieve starterssteun (ISS) voor bedrijven jonger dan 2 jaar geeft VLAIO een duwtje in de rug: actieve begeleiding door een partner uit het VLAIO Netwerk en een subsidie van 50.000 euro. Startups kunnen dat geld inzetten om hun ‘proof of business’, hun ‘proof of concept’ of een combinatie van de twee uit te werken. De vijf criteria die we hanteren, helpen ons de kansen in te schatten of de jonge onderneming zich daadwerkelijk ontwikkelt tot een gezonde, snel groeiende kmo.”

1. Pionierschap

Bas Sturm: "We richten ons op bedrijven die innovatief zijn. Ze bieden een nieuw product of dienst aan. Dat wil niet zeggen dat er geen concurrentie is. De beste producten worden echt niet in een vacuüm gebouwd. Duidelijke concurrentie is juist een veelbelovend uitgangspunt. Al was het maar omdat je dan als kleine speler niet zelf de markt hoeft te creëren. Geen concurrentie? Dan is er iets mis. Maar je moet je natuurlijk wel kunnen onderscheiden van de alternatieve oplossingen die er zijn voor een klant. Door andere – vergelijkbare - producten, of door een andere aanpak om een probleem op te lossen.”

“Er moet natuurlijk wel een probleem zijn, een zogenaamd ‘problem to be solved’. En dat moet ook de moeite zijn om aan te pakken: soms worden we geconfronteerd met oplossingen voor problemen die zich niet stellen, of die alleszins niet zwaar genoeg wegen voor de klant. Die is dan ook niet echt op zoek naar een oplossing of bereid ervoor te betalen.”

“Soms zien we net het omgekeerde: er is wel een probleem, maar de aangereikte oplossing is er niet het gepaste antwoord op. Of het is alleszins niet beter dan het bestaande aanbod. Waarom zou een klant dan overschakelen? Vaak weegt dan de gevraagde inspanning niet op tegen de gewoonte van de klant. Onbekend is nu eenmaal onbemind. Voor ons is het dus cruciaal dat kandidaten grondig hebben nagedacht over het probleem dat ze willen oplossen, dat ze daarover met klanten hebben gesproken en dat ze zich bewust zijn van alternatieve oplossingen en hoe hun eigen aanbod zich daarvan onderscheidt.” 

 

Wil je je als startup snel oriënteren? Dan is de innovatieve startersradar van VLAIO iets voor jou. Een one-pager vol links naar relevante informatie voor starters: podcasts, youtubefilmpjes, nuttige literatuur.

 

2. Onzekerheden

Emily Dhaeze: “Benedicte vermeldde het al: er moeten genoeg onzekerheden te overwinnen zijn. Wij kijken met een net iets andere bril dan die van een Business Angel of investeerder. Zij zullen juist blij zijn als er weinig of geen onzekerheden meer zijn. Des te minder risico loopt hun investering. VLAIO daarentegen subsidieert enkel wanneer er wel nog uitdagingen zijn om op te lossen.”

“Voor ons is het in de eerste plaats belangrijk dat kandidaten zich bewust zijn van die onzekerheden. Je kan je daar makkelijk op verkijken. Je stelt een businessmodel op en neemt vervolgens de aannames als waarheden aan. Terwijl het in veel gevallen louter om assumpties gaat: over de beoogde doelgroep, een eventueel segment dat je als ‘beachhead’ identificeert (een markt waar je bedrijf heel snel een groot aantal klanten probeert te bereiken), de kanalen die naar jouw doelgroep leiden, de partners met wie je wil samenwerken, de afspraken daarmee, of het verkoop- of verhuurmodel. Dat nemen wij bij VLAIO allemaal kritisch onder de loep.”

“Natuurlijk kunnen er ook op technisch vlak nog onzekerheden zijn. Je hebt een bepaalde technologie voor ogen, maar leent die zich ook voor dit product? Het werkt op laboniveau, maar hoe pakt dat uit in de praktijk? Hoe schaalbaar is het? Hoe moet het gedetailleerd worden? We verwachten van de kandidaten een voorstel waarin de meest prioritaire onzekerheden op een logische manier worden aangepakt met een ruwe budgettering erbij.”

3. Team en netwerk

Tom Sterken: “Het team is vermoedelijk de belangrijkste succesindicator voor een startup. Elke Venture Capitalist (VC) zal je dat bevestigen. Je bent beter af met een goed team dat start met een matig idee, dan met een matig team dat start met een goed idee. Vraag is dan waaraan zo’n team precies moet voldoen. Eén van de gemakkelijkst te beoordelen eigenschappen en tegelijk één van de belangrijkste is de omvang van het team. Daar zijn al heel wat artikelen over geschreven. Conclusie: het optimum ligt tussen twee en vier founders. Vijf of meer is teveel van het goede.”

“Bij de laatste ISS-call in 2023 had 59% van de bedrijven twee, drie of vier founders. Wil dat zeggen dat ‘eenpitters’ niet worden toegelaten? Neen, het kan maar je moet je er wel van bewust zijn dat slechts heel weinig mensen alle kwaliteiten in zich verenigen om een succesvolle startup uit de grond te stampen. Dan wordt het dus extra belangrijk om je te omringen met een vakkundige klankbordgroep, die jou aanvult op specifieke kennisdomeinen en je bij de les houdt. Je kan dat ook wat formeler aanpakken met een adviesraad.”

“Verder is het belangrijk dat de founders complementair zijn aan elkaar. Het heeft weinig zin om twee of drie identieke profielen in een team te verenigen. Ideaal is een team met iemand die over de vereiste technische vaardigheden beschikt en iemand die de markt kent of alleszins weet hoe ze te benaderen. Complementariteit gaat overigens verder dan vaardigheden. Het zit ook in persoonlijkheid. Ook op dat punt kan je elkaar aanvullen. Maar het is wel belangrijk dat de founders dezelfde drijfveren, normen en waarden delen.”

4. Skin in the game

Benedicte De Buck: “Skin in the game gaat over het commitment dat de founders zelf aan de dag leggen, het risico dat ze bereid zijn te lopen. Het zegt iets over hoe hard ze in hun eigen idee geloven. Hoeveel tijd maken ze vrij voor hun startup? Hebben ze nog een fulltime job en zijn ze voor de startup aangewezen op avond- en weekendwerk? Dat maakt natuurlijk nogal een verschil qua perspectief. Daarbij is het ook niet zo dat we iedereen aanbevelen meteen alles opzij te schuiven voor dat nieuwe bedrijf. Het kan zinvol zijn om nog een deel betalende activiteiten aan te houden om zo je ‘runway’ te verlengen. En uiteraard geeft de subsidie zelf je wat extra marge waardoor je tijd kan inruimen voor je plannen.”

“Naast tijd zijn we ook geïnteresseerd in het geld dat een founderteam investeert. Dat kan al vooraf zijn gebeurd, maar kan ook nog tijdens het project. En natuurlijk moeten we dat ook in de weegschaal leggen tegen de financiële mogelijkheden van een kandidaat. Een jonge gast die net van school komt, kan niet hetzelfde bedrag op tafel leggen als een succesvolle serial entrepreneur. Hetzelfde bedrag is voor de één een groot risico terwijl het voor de ander peanuts betekent.”

5. Impact en potentieel

Bas Sturm: “Dit criterium is eigenlijk de resultante van de vier vorige criteria. Toch nemen we het apart, omdat het belangrijk is dat dit goed onderbouwd wordt. Het is niet zo moeilijk om in excel een prognose te maken waarbij de bomen tot in de hemel groeien. Hoewel we weten dat de meeste voorspellingen toch nog anders lopen, willen we dus goede argumenten horen. Bijvoorbeeld met een ‘top-down’ benadering: hoe groot is de totale markt? Welk deel daarvan kan theoretisch door jou worden bediend en welk deel daarvan zou je op middellange termijn kunnen bereiken met de kanalen die je ter beschikking staan?”

“Of een ‘bottom-up’ benadering: Hoe lang duurt het om één prospect te benaderen en om te zetten naar een betalende klant? Hoeveel prospecten verwacht je nodig te hebben om tot één betalende klant te komen? Hoeveel prospecten kan je parallel bedienen met je team? De combinatie van deze factoren bepaalt hoe snel je het vooropgestelde marktaandeel bereikt.”

“Een bijzondere vorm van ambitie en potentieel vormt internationalisering. Wat zou je je als ondernemer door (lands)grenzen laten tegenhouden? Zeker als je weet dat Vlaanderen met Startup.Flanders (Flanders Investment & Trade (FIT)) over een uitzonderlijk ecosysteem beschikt dat beloftevolle Vlaamse startups zoals OTIV, Toqua of Magicor ondersteunt bij het veroveren van buitenlandse markten. Met interessante deals om je merk op relevante beurzen te presenteren en nuttige contacten om effectief te pitchen bij buitenlandse VC’s. Daarbij kan je ook rekenen op de inzichten en ervaringen van een netwerk van collega's in het buitenland.

Bescherm wat belangrijk is

En alsof dat allemaal nog niet voldoende op het bordje van het startup team is, kijkt die beter meteen ook naar de beschermingsmogelijkheden van haar intellectuele eigendom. Wat is de naam van je onderneming (je) waard? Hoe zit het met jouw domeinnaam? Hoe registreer je jouw bedrijfs- of productnaam als merk? 

Wist je dat er een subsidie is waarmee je jouw naam of logo kan registreren als merk vanaf € 61 voor 10 jaar in de Benelux, of € 213 voor 10 jaar in de hele EU? Belangrijk: je dient eerst je subsidie aan te vragen, om pas na goedkeuring ervan jouw merk te registreren! 

Heb je meer vragen over intellectuele eigendom of de bescherming van jouw producten en diensten? Schrijf je dan zeker in voor een gratis gesprek op één van onze contactdagen

Delen: