Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing
Samengevat
Wat houdt de maatregel in
Werkgevers kunnen in bepaalde gevallen gedeeltelijk worden vrijgesteld om de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van bepaalde werknemers door te storten aan de fiscus. Hierbij een overzicht van de meeste mogelijkheden.
Investering in een steunzone
Omschrijving maatregel
Kmo's en grote ondernemingen die investeren in een afgebakende steunzone (ook wel ‘ontwrichte zone’ genoemd) kunnen een vrijstelling van 25% van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing bekomen, gedurende een periode van 2 jaar per extra arbeidsplaats die als gevolg van deze investering werd gecreëerd en die gedurende ten minste drie jaar (kmo's) of vijf jaar (grote ondernemingen) behouden blijft.
Overheden mogen maatregelen nemen om zones die getroffen worden door zware collectieve ontslagen economisch te ondersteunen. Vlaanderen heeft momenteel drie steunzones afgebakend: rond Genk, Turnhout en Zaventem-Vilvoorde.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de maatregel Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing in steunzones.
IPA-korting
Omschrijving maatregel
Sinds 1 oktober 2007 genieten werkgevers, zowel vennootschappen als zelfstandigen, van de zogenaamde IPA-korting. Deze korting is ingevoerd in het kader van een loonlastenvermindering vastgelegd in het Interprofessioneel Akkoord (IPA) 2007-2008. Deze korting houdt in dat werkgevers een deel van de bedrijfsvoorheffing die zij inhouden op het loon van hun werknemers, niet dienen door te storten naar de fiscus.
Omvang steun
- Profit sector: Voor zelfstandigen en kleine vennootschappen (die beantwoorden aan de criteria van kleine vennootschap volgens artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen) wordt de werkgever vrijgesteld van het doorstorten van een deel van de bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden op het loon van de werknemers. Dit deel komt overeen met 0,12% van de bruto bezoldigingen vóór inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, betaald of toegekend vanaf 1 april 2016.
- Non-profit sector: Voor deze sector bedraagt de algemene korting 1%. Voor werkgevers die voldoen aan de criteria van kleine vennootschap wordt het tarief opgetrokken tot 1,12%.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de 'FAQ – Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing – Looncorrectie en sociale maribel' op MyMinFin.
Onderzoek en ontwikkeling
Omschrijving maatregel
Werkgevers uit de privé sector en kennisinstellingen kunnen worden vrijgesteld om 80% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van bepaalde onderzoekers die zij tewerkstellen door te storten aan de fiscus. Ook voor een aantal bachelordiploma's geldt er sinds 1 januari 2018 een dergelijke vrijstelling maar in beperktere vorm:
kleine vennootschappen |
andere vennootschappen |
|
---|---|---|
Masterdiploma’s |
vrijstelling van 80% | vrijstelling van 80% |
Bachelordiploma’s |
vrijstelling van 80%*(beperkt tot 50% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma) |
vrijstelling van 80%* (beperkt tot 25% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma) |
* De vrijstelling is vanaf 2020 opgetrokken van 40% tot 80% (evenwel beperkt tot 25 of 50% van het totale bedrag van de vrijstelling zoals toegepast voor de werknemers met een specifiek master- en/of doctordiploma).
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de maatregel Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers.
Opleiding werknemers
Omschrijving maatregel
Om de werkgevers aan te moedigen om meer opleidingen te voorzien voor hun werknemers werd er een nieuwe fiscale vrijstelling ingevoerd vanaf 1 januari 2021.
De belangrijkste voorwaarden zijn:
- Enkel de werknemers die al minstens 6 maanden aan de slag zijn bij de werkgever komen in aanmerking.
- Niet alle opleidingen komen in aanmerking voor deze subsidie:
- het moet gaan om formele of informele opleidingen zoals bepaald door de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk;
- de opleiding mag niet door wettelijke of andere reglementaire bepalingen opgelegd zijn. Ook de opleidingen voorzien in een collectieve arbeidsovereenkomst worden uitgesloten;
- de opleiding vormt een beroepskost voor de werkgever;
- De opleiding zelf moet minstens 10 dagen bedragen tijdens een ononderbroken periode van 30 kalenderdagen. Hierop gelden 2 uitzonderingen:
- Voor kleine vennootschappen (zoals gedefinieerd in artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen) komen ook opleidingen van 5 dagen gedurende een ononderbroken periode van 75 kalenderdagen in aanmerking;
- Voor werkgevers die kunnen genieten van een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van nacht- of ploegenarbeid, mag de opleiding van 10 dagen plaatsvinden tijdens een ononderbroken periode van 60 kalenderdagen. Om van de vrijstelling in het kader van opleidingen te kunnen genieten, moet de werknemer een ploegenpremie krijgen tijdens de periode van 60 kalenderdagen.
- De voorwaarde van 10 dagen is van toepassing op een voltijdse werknemer (proratisering kan voor deeltijdse werknemers);
- Een werknemer heeft maximaal recht op 10 ononderbroken periodes van 30 kalenderdagen bij dezelfde werkgever;
- Een opleidingsdag wordt berekend als 7,6 uur. De werknemer moet de opleiding ook effectief hebben gevolgd.
Omvang steun
De vrijstelling bedraagt 11,75 % van het geheel van de in aanmerking genomen bezoldigingen.
Enkel de basisverloning komt in aanmerking voor de berekening van de vrijstelling.
De belastbare bezoldiging die in aanmerking komt wordt beperkt tot € 3.500 per (voltijdse) werknemer.
Er geldt tevens geen cumulverbod, m.a.w. de vrijstelling kan gecombineerd worden met andere vrijstellingen van voorstorting bedrijfsvoorheffing.
Aanvraagprocedure
Er moeten twee aangiftes ingediend worden. De tweede aangifte moet de volgende specifieke vermeldingen bevatten:
- In het vak “aard van inkomsten”: code 64.
- In het vak “belastbare inkomsten”: het bedrag van betaalde of toegekende bezoldigingen door de werkgever voor deze periode die tegemoetkomen aan de voorwaarden van artikel 27512, §4 van het Wetboek van inkomstenbelastingen op dewelke de aangifte betrekking heeft.
- In het vak “verschuldigde bedrijfsvoorheffing”: een negatief bedrag gelijk aan 11,75% van het geheel aan bezoldigingen zoals bedoeld in artikel 27512, §4 van het Wetboek van inkomstenbelastingen, op de inkomsten van alle werknemers die in aanmerking komen voor de maatregel.
De werkgever moet de administratie een nominatieve lijst kunnen voorleggen die specifieke informatie bevat van elke werknemer die de toestemming kreeg om een opleiding te volgen. Het gaat om de volgende gegevens:
- de identiteit van de werknemer;
- zijn of haar rijksregisternummer;
- de gevolgde opleiding;
- de data waarop deze opleiding gevolgd werden;
- het bedrag van betaalde of toegekende bruto belastbare bezoldigingen van de kalendermaand waarin de opleiding afgerond werd;
- het bedrag van bedrijfsvoorheffing dat ingehouden werd op deze bezoldigingen en een gedetailleerde berekening van deze bedrijfsvoorheffing.
Meer informatie
Meer informatie en een voorbeeld kan je terugvinden op FOD Financiën Programmawet > Opleiding van werknemers.
Er moet wel nog een Koninklijk Besluit worden gepubliceerd om een aantal regels en modaliteiten vast te leggen in verband met de bewijslevering bij aangifte in de bedrijfsvoorheffing.
Informatie over de formaliteiten kan je terugvinden in het koninklijk besluit van 14 maart 2021.
Overwerk in de horecasector
Omschrijving maatregel
Werkgevers die in hoofdzaak een activiteit uitoefenen in de horecasector kunnen van een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing genieten op de gepresteerde overuren door hun personeel.
Omvang steun
Het percentage van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bedraagt momenteel 41,25%, zowel voor overuren met een wettelijke overwerktoeslag van 50% als voor overuren met een wettelijke overwerktoeslag van 100%.
De-minimis
Deze maatregel valt onder de toepassing van de Europese de minimis-regelgeving. Hierdoor mag de de-minimissteun aan bedrijven over drie jaar gespreid niet meer dan € 200.000 bedragen. Voor meer info zie Veelgestelde vragen over de minimis.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden op FAQ Vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing in de Horecasector, van toepassing op de bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 01.12.2015 en op de technische fiche overwerk op MyMinFin.
Ploegen- en nachtarbeid
Omschrijving maatregel
Werkgevers uit de privé sector en vzw’s (het betreft hier dezelfde werkgevers die kunnen gebruik maken van de eerste categorie van de structurele vermindering) worden vrijgesteld van het doorstorten van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing die wordt ingehouden op het loon van de werknemers die ploegen- en nachtarbeid verrichten onder bepaalde voorwaarden.
Omvang steun
Deze vrijstelling bedraagt 22,8% van het totale belastbare loon, inbegrepen de premies voor ploegen- of nachtarbeid. De vrijstelling geldt niet voor het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen.
De vrijstelling bedraagt 25% (22,8% + 2,2 %) voor ondernemingen die in een volcontinu arbeidssysteem werken.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de technische fiche ploegen- en nachtarbeid op MyMinFin.
Ploegenarbeid in de bouw- en aanverwante sectoren (Werken in onroerende staat)
Omschrijving maatregel
Werkgevers uit de bouw- en aanverwante sectoren (= sectoren die 'werken in onroerende staat' verrichten) moeten 18% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van de tewerkgestelde werknemers in ploegverband op werven, niet doorstorten aan de fiscus.
Omvang steun
De vrijstelling van doorstorting bedraagt 18% vanaf 1 januari 2020 van de belastbare bezoldigingen (lonen, wedden, ploegenpremies, voordelen van alle aard) van de groep van werknemers die in aanmerking komt voor deze vrijstelling.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de 'Circulaire 2020/C/38 over de steunmaatregel 'vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ondernemingen die werken in onroerende staat, in ploegenarbeid op locatie verrichten' en de 'Circulaire 2018/C/73' op MyMinFin.
Ploegenarbeid in de systeemvaart
Omschrijving maatregel
Werkgevers uit de binnenscheepvaart die werken onder het regime van systeemvaart moeten 22,80 % van de in aanmerking komende bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019 niet doorstorten aan de fiscus.
Omvang steun
De gedeeltelijke vrijstelling bedraagt 22,80 % van de in aanmerking komende bezoldigingen betaald of toegekend vanaf 1 januari 2019.
De berekeningsgrondslag bestaat uit het totaal van de belastbare bezoldigingen van al de betrokken werknemers samen, inclusief premies met uitzondering van het vakantiegeld, de eindejaarspremie en de achterstallige bezoldigingen.
De-minimis
Deze maatregel valt onder de toepassing van de Europese de minimis-regelgeving. Hierdoor mag de de-minimissteun aan bedrijven over drie jaar gespreid niet meer dan € 200.000 bedragen. Voor meer info zie Veelgestelde vragen over de minimis.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de 'Circulaire 2019/C/69 over de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid – invoering van een specifieke maatregel voor de systeemvaart' op MyMinFin.
Startende ondernemingen
Omschrijving maatregel
Kleine vennootschappen moeten 10% van de bedrijfsvoorheffing die ze inhouden op bezoldigingen die ze vanaf 1 augustus 2015 betalen of toekennen aan haar werknemers niet langer doorstorten aan de fiscus. Dit percentage wordt verhoogd tot 20% voor microvennootschappen. Ook natuurlijke personen die voldoen aan deze definitie komen in aanmerking.
Deze maatregel geldt enkel voor werkgevers die sinds ten hoogste 48 maanden zijn ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Meer informatie
Meer informatie kan je terugvinden in de maatregel Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen.
Overige Vrijstellingen
Ook voor deze sectoren bestaan er specifieke regelingen met betrekking tot de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing:
- bezoldigingen in de koopvaardij-, bagger- en sleepvaartsector;
- bezoldigingen in de sector van de zeevisserij;
- bezoldigingen van sportbeoefenaars.
Meer informatie kan je terugvinden in de technische fiches op MyMinFin.
Contact
Koning Albert II-laan 33 bus 25
1030 Brussel
België