Vlaams Beschermingsmechanisme 11 (steunperiode 20 november tot en met 31 december 2021)

Laatst gewijzigd op 1 apr 2022 (Alle wijzigingen)
Geen aanvraag meer mogelijk

Samengevat

Voor wie
zelfstandigen en ondernemingen
Voor wat
omzetdaling van minstens 60% in de periode van 20/11 tot en met 31/12/2021 EN minstens 30% in het volledige vierde kwartaal 2021 of verplichte sluiting
Subsidie
10% van de omzet (5% voor bijberoepers)

Wat houdt de maatregel in

Het Vlaams Beschermingsmechanisme 11 is er voor ondernemers in het Vlaamse Gewest, actief in bepaalde sectoren, die door de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2021 inzake het coronavirus te kampen hebben met een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 20 november tot en met 31 december 2021, t.o.v. dezelfde periode in 2019.

De premie bedraagt 10% van de helft van de omzet tijdens de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2019, beperkt tot een bepaald bedrag dat varieert in functie van het aantal RSZ ingeschreven werknemers. Zelfstandigen in bijberoep krijgen 5% steun. 

Wie verplicht moest sluiten kan voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder een omzetdaling aan te tonen. De steun bedraagt hier 10% van de omzet, gerealiseerd in de periode in 2019 die overeenstemt met de verplichte sluitingsperiode in 2021.

1. Enkel ondernemingen uit bepaalde sectoren in het Vlaams Gewest komen in aanmerking voor deze steun. Vanaf 14 februari tot en met 31 maart 2022 (20u) kon je een aanvraag indienen op de VLAIO website Vlaams Beschermingsmechanisme 11
2. Vanaf 14 februari 2022 kon er ook een voorafbetaling voor de maand januari 2022 worden aangevraagd door ondernemingen die aan bepaalde voorwaarden voldeden. Meer informatie in de rubriek Voorafbetaling januari 2022 (Vlaams beschermingmechanisme 12).

Wie komt in aanmerking

Ondernemingen die open zijn met een omzetdaling van 60% of verplicht moesten sluiten

Deze premie is er voor ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest die actief zijn in één van de volgende sectoren: 

  • de uitbating van een feestzaal: een uitbating van een locatie in een gebouw of aangelanden ervan of op een vervoermiddel, die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld aan klanten voor het organiseren van feesten en waar hoofdzakelijk dranken en spijzen worden geleverd in eigen beheer of via een externe cateraar;
  • de uitbating van een vakantieverblijf: de uitbating van een toeristisch logies dat op 1 oktober 2021 bij Toerisme Vlaanderen als vakantiewoning met meer dan 15 slaapplaatsen aangemeld is als vakantiewoning conform het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies of van een vakantiepark dat beschikt over een verplicht gesloten subtropisch zwembad of binnenspeeltuin ten gevolge van de coronavirusmaatregelen en dat op 1 oktober 2021 bij Toerisme Vlaanderen aangemeld is als vakantiepark conform het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
  • de uitbating van een jeugdverblijf: de uitbating van een verblijf dat op 1 oktober 2021 door Toerisme Vlaanderen als sociaal-toeristisch verblijf erkend is als een jeugdverblijfcentrum of een hostel conform het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van “Toerisme voor Allen”;
  • sociaal-culturele activiteiten: binnenactiviteiten in het kader van sociaal-cultureel jeugd- en volwassenenwerk;
  • de uitbating van een reisbureau: de uitbating van een reisbureau dat, of een reisorganisator die instaat voor het aanbieden en organiseren van reizen, waarbij onderdak en vervoer voor reizigers en toeristen worden voorzien, alsook het organiseren en regelen van reizen op maat van de klant;
  • de activiteiten met betrekking tot personenvervoer: de verzorging van personenvervoer via autocars en autobussen voor excursies, reizen en schooluitstappen en via een taxi, met inbegrip van luchthavenvervoer, waarvoor een vergunning is verleend;
  • event- of cultuuractiviteiten: de activiteiten van een onderneming waarvan de hoofdactiviteit in de periode van 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2019 bestaat in het organiseren van events, feesten en voorstellingen. Of een onderneming die op contractuele basis de toelevering verzekert van goederen of diensten aan deze organisatoren, al dan niet onder de vorm van verhuur. Onder hoofdactiviteit wordt verstaan: de activiteit die is opgenomen als activiteit in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) onder de RSZ- of btw-NACE-code en die meer dan 50% van de omzet vertegenwoordigt;
  • de uitbating van een event- of cultuurzaal: de uitbating van een theater-, concert- of eventzaal of een cultureel centrum waar event- of cultuuractiviteiten, zoals hiervoor vermeld, plaatsvinden;
  • de uitbating van een nachtwinkel: de uitbating van een winkel waarvoor een vergunning is verkregen en waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter is dan 150 m² , die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen, die op duidelijke en permanente manier de vermelding “Nachtwinkel” draagt en die een verplicht sluitingsuur ingevolge de coronamaatregelen heeft;
  • sportactiviteiten: sportactiviteiten waarbij de aanwezigheid van publiek verboden is ten gevolge van de coronavirusmaatregelen;
  • de uitbating van een bioscoop: de uitbating van een uitgaansgelegenheid waar films worden vertoond die bestaat uit één of meerdere zalen waar verschillende films gedraaid worden;
  • de uitbating van een discotheek of dancing: de uitbating van een uitgaansgelegenheid die bestaat uit een of meerdere zalen waar hoofdzakelijk gedanst wordt op muziek;
  • de uitbating van een binnenspeeltuin: de uitbating van een indoorplek waar kinderen kunnen spelen en die is voorzien van toestellen voor sport en spel;
  • de uitbating van een recreatiepark: de uitbating van een pretpark, dierenpark of -tuin waarvan de binnenruimten niet toegankelijk zijn wegens de coronamaatregelen;
  • de uitbating van een recreatieve ruimte: de uitbating van een inrichting voor lasergames en paintballgames, een bowlingzaal, escaperooms, een snookerzaal, een dartszaal, een biljartzaal, een indoor trampolinepark of een subtropisch zwembad;
  • de uitbating van een kansspelzaak: de uitbating van een casino, speelautomatenhall of wedkantoor.

De ondernemingen dienen aanvullend te beschikken over een RSZ- of btw-NACE-code in de KBO die overeenstemt met de activiteit van de getroffen onderneming. Op volgende pagina kan je de overeenstemmende NACE-codes per activiteit raadplegen. 

Indien ondernemingen uit de sectoren personenvervoer en event- of cultuuractiviteiten niet beschikken over een overeenstemmende NACE-code, kan VLAIO bepalen of de werkelijke activiteit van de onderneming tot de in aanmerking komende activiteiten behoort zoals opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering.

Daarnaast kunnen ondernemingen die één van volgende activiteiten uitbaten in Vlaanderen kiezen om een aanvraag in te dienen voor de periode van verplichte sluiting:

  • discotheek of dancing
  • binnenspeeltuin
  • event- of cultuurzaal
  • bioscoop
  • recreatieve ruimte
  • kansspelzaak

In dit geval moeten ondernemingen geen omzetdaling aantonen.

Zelfstandigen en ondernemingen 

Je komt in aanmerking als je op 1 oktober 2021 tot één van de volgende categorieën behoort:

  • Zelfstandige in hoofdberoep
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft van minstens € 13.993,78 
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende minder dan 80% is tewerkgesteld (= helft van de premie) 
  • Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een vereniging met rechtspersoonlijkheid met economische activiteit met minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid.

Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.

Algemene voorwaarden
  • De onderneming of zelfstandige is volgens de KBO op 1 oktober 2021 actief.
  • Ondernemingen die zich op het moment van de aanvraag of van uitbetaling van de steun in een niet-actieve toestand bevinden zijn uitgesloten (bijvoorbeeld ingeval van faillissement, vereffening, stopzetting, enzovoort).
  • De onderneming heeft op 1 oktober 2021 een actieve exploitatie- of uitbatingszetel in het Vlaamse Gewest. 
Uitgesloten ondernemingen

Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:

  • holdingvennootschappen;
  • patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
  • managementvennootschappen;
  • ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
  • de ondernemingen die op 1 oktober 2021 nog niet opgestart waren en niet beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  • ondernemingen die reeds op 31 december 2019 in moeilijkheden waren, zoals vermeld in lid 22, c, en c bis, van de tijdelijke kaderregeling COVID-19;
  • de ondernemingen die op het moment van de subsidieaanvraag een insolventieprocedure, vermeld in artikel I.22, 1°, van het Wetboek van economisch recht, hebben lopen of gedagvaard zijn door de RSZ als vermeld in de VKBO;
  • de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België
  • de ondernemingen die niet beschikken over een geregistreerd kassasysteem conform artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 2bis van het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen.
  • ondernemingen die vrijwillig gesloten zijn in de subsidieperiode, tenzij de onderneming gesloten is ten gevolge van de normale jaarlijkse sluiting of verplicht gesloten zijn ingevolge de coronamaatregelen.
Indien je achterstallige schuldige hebt bij VLAIO 

Indien er achterstallige schulden zijn bij VLAIO ingevolge een terugvordering van een corona hinderpremie, een corona compensatiepremie, een corona ondersteuningspremie of één van de vorige Vlaams beschermingsmechanismen, dan kan je:

  • wel een aanvraag indienen,
  • de uitbetaling van de premie zal echter pas gebeuren nadat je de openstaande schuld hebt terugbetaald,
  • indien de schuld onbetwist is, d.w.z. dat er geen bezwaar of beroep loopt tegen de betreffende terugvordering, kan het steunbedrag van dit Vlaams beschermingsmechanisme in mindering gebracht worden van de terug te betalen schuld aan VLAIO.

Omzetdaling

Omzetdaling van minstens 60%

Je moet als onderneming een omzetdaling van minstens 60% hebben ten gevolge van vermelde exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen in de periode van 20 november tot en met 31 december 2021 EN een omzetdaling van minstens 30% in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021.

De omzetdaling wordt aangetoond op basis van:

1. ontvangstbewijzen van de btw-kwartaalaangifte of de btw-maandaangiftes; 

2. een bevestiging door een externe boekhouder, bedrijfsrevisor of accountant.

Ondernemingen die verplicht gesloten waren kunnen een aanvraag indienen voor de periode van verplichte sluiting zonder een omzetdaling te moeten aantonen. 

Meer informatie hierover op de VLAIO website Welke keuze heb ik voor het indienen van mijn aanvraag?.

Je had een abnormaal lage omzet in de referentieperiode?

Als je een abnormaal lage omzet realiseerde door bepaalde uitzonderlijke omstandigheden (zwangerschapsverlof, arbeidsongeschiktheid, hinder wegenwerken, sluiting door renovatiewerken, vaderschapsverlof, mantelzorg…) dan mag je de periode vervangen door een andere referentieperiode. In je aanvraag moet je wel motiveren waarom je voor een andere referentieperiode kiest. 

De alternatieve referentieperiode kan enkel een periode zijn in 2019 of 2020.

Je bent een startende onderneming?

Dan vergelijk je de gerealiseerde omzet in de periode van omzetdaling in 2021 met de verwachte omzet uit je financieel plan voor diezelfde periode. Om de omzetdaling te bepalen wordt met name de omzet uit prestaties gerealiseerd in het vierde kwartaal 2021 en in de subsidieperiode in 2021 vergeleken met de omzet uit verwachte prestaties zoals opgenomen in het financieel plan voor het vierde kwartaal 2021 en de subsidieperiode in 2021.

Startende ondernemingen die geen financieel plan moesten neerleggen bij opstart (bv. eenmanszaken) moeten een financieel plan opstellen om de lagere omzet te verantwoorden. 

Als startende onderneming worden voor deze steunmaatregel beschouwd de ondernemingen met startdatum vanaf 1 oktober 2019 in de KBO.

Omzetdaling door een andere reden dan corona?

Ondernemingen die een verminderde omzet hebben die niet het gevolg is van de coronamaatregelen opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2021 en later inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid, komen niet in aanmerking voor deze steun.

Omvang steun

Ondernemingen en zelfstandigen in hoofdberoep of gelijkgesteld (status per 1/10/2021)

De premie bedraagt 10% van de helft van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2019.

De maximale steun bedraagt voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2021:

  • € 11.250 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers
  • € 22.500 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling vanaf 10 tot 49 werknemers
  • € 60.000 voor ondernemingen met een RSZ-tewerkstelling van 50 werknemers of meer

Het aantal werknemers is gebaseerd op de personeelsklasse waartoe een onderneming behoort volgens de laatst beschikbare RSZ-personeelsklasse in de VKBO.

Er wordt voor deze periode geen minimumbedrag voorzien. Er wordt enkel steun toegekend op de werkelijk gerealiseerde omzet in de referteperiode.

De ondernemingen met verplicht gesloten activiteiten krijgen steun voor de dagen dat ze verplicht gesloten waren. De steun bedraagt 10% op de omzet, exclusief btw, gerealiseerd in de periode in 2019 die overeenstemt met de verplichte sluitingsperiode in 2021.

Er kan ook voor de hele subsidieperiode steun worden aangevraagd indien er wordt voldaan aan de vereisten inzake omzetdaling. 

Zelfstandigen in bijberoep (status per 1/10/2021)

Voor een zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen had tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende niet 80% of meer is tewerkgesteld, wordt de subsidie gehalveerd in vergelijking met zelfstandigen in hoofdberoep. 

Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.

Enkel steun als je zaak open is 

De steun is er voor de ondernemingen die door de beperkende coronamaatregelen, opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2021, open zijn (tenzij sluiting door jaarlijkse vakantieperiode). 

De steun is er uiteraard ook voor ondernemingen die verplicht hun zaak moesten sluiten door deze maatregelen.

Tijdelijke Kaderregeling Covid-19 of Europese de minimis-regeling?

Tijdens de indiening van de aanvraag zal je moeten kiezen of je een aanvraag indient onder punt 3.1 van de Tijdelijke Kaderregeling Covid-19 of onder de Europese de minimis-regeling. Een onderneming die het de minimisplafond niet bereikt heeft, kan ervoor opteren om de steun aan te vragen onder de minimis-regeling. Dit betekent dat de onderneming of de groep waartoe ze behoort, niet meer dan € 200.000 (voor de transportsector € 100.000) de minimissteun heeft ontvangen over de laatste 3 belastingjaren (huidig lopende jaar en twee voorgaande belastingjaren) op het ogenblik van de toekenning van de nieuwe steun.

Aanvraagprocedure

Aanvraag mogelijk vanaf 14 februari 2022

De online-aanvraag is mogelijk vanaf 14 februari tot en met 31 maart 2022 (20 uur) op Vlaio.be/beschermingsmechanisme11.

Per onderneming dien je één aanvraag in. De steun wordt steeds toegekend op ondernemingsniveau. 

Lees aandachtig de handleiding door vooraleer je de aanvraag indient alsook de veelgestelde vragen

Bereid je aanvraag zorgvuldig voor: elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!

Belangrijk: Wat heb je nodig tijdens de indiening van de aanvraag?

Gegevens:

  • Je omzetcijfer ZONDER btw van de periode van 20 november 2019 tot en met 31 december 2019. (De steun wordt berekend op dit omzetcijfer)
  • Je omzetcijfer ZONDER btw van de periode van 20 november 2021 tot en met 31 december 2021.
  • Daarnaast zal je ook het omzetcijfer volgens de btw-aangifte van het vierde kwartaal 2019 en het omzetcijfer volgens de btw-aangifte van het vierde kwartaal 2021 moeten invullen.
  • Ben je een starter, hou dan je financieel plan bij de hand. 
  • Beschik je over een verplicht geregistreerd kassasysteem, de zogenaamde witte kassa, neem er dan ook het registratienummer van je witte kassa bij.

Documenten:

  • ontvangstbewijs btw-kwartaalaangifte of btw-maandaangiftes van het 4de kwartaal 2019.
  • ontvangstbewijs btw-kwartaalaangifte of btw-maandaangiftes van het 4de kwartaal 2021.
  • verklaring van een erkende externe boekhouder, bedrijfsrevisor of accountant die de juistheid van de gegevens in verband met de geleverde prestaties bevestigt.
  • nachtwinkels moeten hun vergunning opladen.
Let op! Laad de correcte documenten op tijdens je steunaanvraag:
  • de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes moeten voorzien zijn van de hoofding van de FOD Financiën

  • voor de verklaring op eer door een erkende externe boekhouder, bedrijfsrevisor of accountant mag je enkel gebruik maken van het sjabloon dat beschikbaar zal zijn op de VLAIO website  'Hoe vraag je het Vlaams beschermingsmechanisme 11 aan?'

Indien je onderneming onder de btw-vrijstellingsregeling viel tijdens de steunperiode en/of referteperiode, zal je in plaats van de btw-aangiftes van het 4de kwartaal 2019 en het 4de kwartaal 2021 een bewijsstuk moeten opladen waaruit blijkt dat de btw-vrijstellingsregeling voor deze periode(s) werd toegekend. Dit kan onder de vorm van de brief van de FOD Financiën die je ontving na de toekenning van de vrijstelling, of door in te loggen op Intervat waar je een screenshot kan maken van de toekenning. 

Indien je onderneming onder het forfaitair btw-stelsel viel tijdens de steunperiode en/of referteperiode, bezorg je de kwartaalaangiftes en vul je deze aan met het rekenblad waarop de forfaitaire btw wordt berekend.

Verklaring op eer

Bij elke aanvraag moet er een verklaring op eer worden ondertekend. Elke valse verklaring is een inbreuk tegen de wetgeving en zal gesanctioneerd worden.

Je dient de bewijsstukken voor een controle gedurende 5 jaar bij te houden.

Wanneer uit een controle van VLAIO blijkt dat de steun ten onrechte werd aangevraagd, zal de uitbetaalde steun teruggevorderd worden. Het terug te betalen steunbedrag zal verhoogd worden met een administratiekost van € 100.

Automatische uitbetaling

De uitbetaling van de premie gebeurt automatisch na goedkeuring van de aanvraag door VLAIO en enkel op een Belgisch rekeningnummer van de begunstigde onderneming. 

De steun wordt niet uitbetaald als je achterstallige schulden hebt bij VLAIO (zie rubriek 'Wie komt in aanmerking').

Voorafbetaling januari 2022 (Vlaams beschermingmechanisme 12)

Op 4 februari 2022 besliste de Vlaamse Regering principieel om de ondersteuning aan ondernemingen met substantiële exploitatiebeperkingen door de coronavirusmaatregelen of die verplicht worden te sluiten in de periode van 1 januari tot 31 maart 2022, verder te zetten in de vorm van het Vlaams beschermingsmechanisme 12. Deze steunmaatregel wordt aangemeld aan Europa onder de Tijdelijke Kaderregeling COVID-19. Na goedkeuring door Europa kan deze steunmaatregel definitief in werking treden. 
Er werd ook voorzien dat een voorafbetaling voor de maand januari 2022 kan aangevraagd worden door ondernemingen die aan volgende voorwaarden voldoen:

Ondernemingen met een omzetdaling van minstens 60% in de maand januari 2022

Enkel ondernemingen die een aanvraag kunnen indienen voor Vlaams beschermingsmechanisme 11 en ook in januari 2022 nog een omzetdaling van minstens 60% kenden kunnen een voorschot aanvragen. Deze steun bedraagt 10% van één derde van de omzet van het referentiekwartaal (dit is het eerste kwartaal 2019). De steun is voorwaardelijk en is slechts definitief verworven wanneer de onderneming over het volledige eerste kwartaal 2022 een omzetdaling van minstens 30% kent, en over de subsidieperiode een omzetdaling van minstens 60%.

Ondernemingen met activiteiten die verplicht gesloten werden in de maand januari 2022

Ook de ondernemingen met activiteiten die verplicht gesloten werden in deze maand kunnen steun voor de verplichte sluitingsperiode aanvragen. De steun bedraagt 10% van één derde van de omzet van het referentiekwartaal (dit is het eerste kwartaal 2019), pro rata van het aantal verplicht gesloten kalenderdagen ten opzichte van het aantal kalenderdagen van de maand januari 2022. Voor zover de verplichte sluiting nog verder duurt in februari en maart 2022, wordt de steun voor de verplichte sluitingsperiode automatisch uitbetaald.

Belangrijk: ondernemingen moeten nog steeds een online aanvraag indienen voor het Vlaams beschermingsmechanisme 12 zodra dit mogelijk is. Indien uit de aanvraag blijkt dat de onderneming niet aan de voorwaarden voldoet, zal de reeds toegekende steun voor januari 2022 teruggevorderd worden.

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.