Volledig circulaire bedframes
Elk jaar worden in Europa dertig miljoen bedden verkocht. Nagenoeg allemaal volgens hetzelfde recept: een houten frame, bekleed met schuim en textiel, onlosmakelijk verbonden door lijm en nietjes. Na tien tot twintig jaar belandt het overgrote deel op de vuilnisbelt. Recycleren is vrijwel onmogelijk, want de materialen zitten te verweven om nog te kunnen scheiden.
Dat kan beter, dacht Jan Maes, zaakvoerder van Revor Group, een Belgische beddenproducent die al 35 jaar actief is in de Benelux. Samen met zijn team richtte hij Neonest op, een spin-off die een volledig circulair bedframe ontwikkelde uit 100% gerecycleerd plastic. Inspiratie daarvoor vond hij op een haast komische manier: toen hij een plastic container in de fabriek zag staan, vond hij dat dit wel erg veel weg had van een bedframe: de poten, de vorm, de sterkte en de lichtheid. Wat begon als een toevallige constatering, groeide snel uit tot een ontwikkelingstraject. Met advies en ondersteuning van VLAIO creëerde Neonest een circulair bedframe uit plastic afval.
Een groot wafelijzer
Ilias Addarkaoui, algemeen directeur van Neonest, legt uit hoe het frame tot stand kwam. "Het moest vanzelfsprekend voldoende draagkracht hebben om mensen op te laten slapen. Maar het moest ook 100% circulair zijn. Daarom was het cruciaal dat het volledig modulair kon worden opgebouwd en gestoffeerd. Zo zou het aan het einde van zijn leven makkelijk ontmantelbaar en herbruikbaar zijn.”
Het resultaat is een frame van gerecycled polypropeen, een flexibel en licht kunststoftype dat je terugvindt in voedselverpakkingen, shampooflessen of autobumpers. "We werken samen met plastic recyclagebedrijven die al dat afval inzamelen en vermalen," zegt Addarkaoui. "Dat smelten we hier opnieuw en spuiten het in onze robuuste matrijs. Die kan je nog het best vergelijken met een gigantisch wafelijzer van meer dan 40 ton staal. Het gesmolten plastic is dan als het beslag dat we erin gieten en laten stollen."
Die matrijs was meteen de grootste technische uitdaging. "Die kan veertien verschillende maten produceren door te variëren met verschuifbare stukken. Ze is volledig symmetrisch opgebouwd en heeft 46 injectiepunten waar het plastic doorheen verdeeld wordt. Het moet allemaal gelijkmatig kunnen afkoelen, anders trekt het frame scheef of krimpt het."
Waar je met hout gemakkelijk kunt zagen en weer opnieuw verlijmen, moet je met plastic alles van tevoren uitdenken, vertelt Ilias: "Eens een frame gegoten, moet je het ermee doen. Dus hoe maken we een tweepersoonsbed? We zetten twee frames naast elkaar en klikken die vast met connectiestukken, onze NeoConnect. Hoe creëren we een hoofdbord? Met de NeoHold, een metalen beugel die je makkelijk inschuift en klikt. Het stofferen gebeurt met een speciale pees die je in de hoes naait en in de ribben van het frame klikt. Alles is modulair, alles is ontmantelbaar."
Plastic versus hout
Hout heeft het imago van een duurzaam, edel materiaal. Plastic daarentegen roept vaak associaties op met vervuiling en wegwerpcultuur. Toch draait Neonest die perceptie om met een reeks concrete argumenten. "Bomen groeien natuurlijk aan, en hout slaat CO2 op zolang het gebruikt wordt," zegt Ilias. "Maar de industrie verbruikt veel meer hout dan er kan groeien. En op het moment dat een houten bed wordt verbrand aan het einde van zijn leven, komt al die CO2 weer vrij. Wij starten met afval dat er al is, halen het plastic bij wijze van spreken uit de rivieren en de oceanen, en geven het een nieuwe bestemming."
Het Neonest-frame is bovendien lichter dan een traditioneel houten of metalen frame, is vochtbestendig, hypoallergeen en stapelbaar. "Een metalen bedframe in een cruiseschip weegt makkelijk twee keer zoveel als ons plastic frame. Reken zelf uit hoeveel minder diesel een cruiseschip met 2.000 bedden nodig heeft." Ook in het transport maakt dat een verschil: de frames kunnen in elkaar worden geklikt als legoblokken, hoeven niet in krimpfolie te worden verpakt en zijn bestand tegen vocht.
Neonest becijferde samen met partners de CO2-impact van de volledige levenscyclus. "Een traditioneel houten frame stoot over zijn hele levensduur, inclusief verbranding, ongeveer 24 kilogram CO2 uit. Wij zitten met Neonest, mits hergebruik in één cyclus, op ongeveer twaalf kilogram.”
Van component naar wereldmarkt
Waar Revor Group zich richt op afgewerkte bedden voor meubelretailers, slaapadvieswinkels en hotels, positioneert Neonest zich als componentenleverancier. "Wij maken een basisframe waarmee je duizend verschillende bedden kan bouwen," verduidelijkt Ilias. "De simpelste versie: ons frame, vier pootjes erin draaien en klaar. Maar ook luxueuze bedden zijn mogelijk door het op te werken met mooie hoezen, pocketveren en schuimen."
Het betekent dat Neonest een business-to-businessmodel hanteert. De ene doelgroep zijn beddenfabrikanten die het frame gebruiken als basis voor hun eigen collecties. De andere mogelijkheid: grote retailers die rechtstreeks een basic versie van het Neonest-frame afnemen. "We hopen wereldwijde spelers te overtuigen om over te schakelen op onze technologie," zegt Ilias. "De interesse na onze lancering is alvast positief."
Die lancering vond plaats in mei op Interzum, dé vakbeurs voor toeleveranciers in de meubelindustrie in Keulen. “We hebben er op een week tijd meer dan vierhonderd potentiële klanten gezien, goed voor ongeveer 250 staalvragen. De reacties zijn superpositief. We staan nog maar aan het begin van ons verhaal, maar we voelen dat de sector enthousiast is.”
Druk van Europa, duw in de rug
De Europese regelgeving geeft die omslag extra urgentie. “Met de European Green Deal komt er een wetgeving aan die zegt dat de industrie moet voldoen aan normen rond ecodesign en recycleerbaarheid,” zegt Ilias. “En er komt ook een extended producer responsibility: fabrikanten worden verantwoordelijk voor wat er met hun producten gebeurt bij einde leven. Dat komt op ons af, tegen 2028 of vroeger. We weten dat we met Neonest een antwoord bieden, niet alleen voor Revor, maar ook als component voor andere beddenfabrikanten wereldwijd.”
Tegelijk is de realiteit weerbarstig. “Het moeilijkste aspect is van psychologische aard. De hele meubelindustrie is op een specifieke manier uitgebouwd,” zegt Ilias. “Iedere zetel, ieder bed is vandaag een houten karkas bekleed met schuim en stof. Het is niet gemakkelijk om in een fabriek die zo werkt naar binnen te stappen en te zeggen: stop daar eens mee en gebruik ons concept, want dat is duurzamer. Zo werkt dat helaas niet. Die fabrieken hebben geïnvesteerd in machines en gereedschappen om hout te bewerken.”
Zijn advies aan andere ondernemers in duurzaamheid is dan ook opmerkelijk pragmatisch. “Circulariteit, sustainability: iedereen heeft er de mond vol van,” zegt hij. “Maar het moet economisch haalbaar zijn, praktisch zijn. Je kan niet verwachten dat iedereen zijn businessmodel volledig omgooit. Daarom beginnen we met één model, één reeks. Als klanten zien dat dat efficiëntie oplevert in hun productieproces en de grondstofkosten naar beneden haalt, dan kan de echte verandering beginnen.”
VLAIO als partner, awards als hefboom
Om het idee naar een industriële realiteit te vertalen, zocht Neonest ook steun bij VLAIO. “Met VLAIO bedrijfsadviseur Cédric Dhaene als kritisch klankbord, paste Neonest perfect in het duurzame transformatietraject dat VLAIO voor ogen heeft” vertelt Ilias. “Vooral voor de kosten die we maakten bij de ontwikkeling van onze matrijzen kwam de VLAIO steun van pas. Dat zijn zware budgetten voor een jonge onderneming.”
Intussen blijft het project niet onopgemerkt. Neonest won een Henry van de Velde Award in de categorie Environment en ook op de meubelbeurs in Brussel sleepte het de Balthazar Award in de wacht voor meest innovatieve product. “We zijn daar ontzettend blij mee,” glimlacht Ilias. “Awards zijn leuk en zorgen voor exposure. Maar we hopen vooral dat de adoptie van ons frame lukt.”
De cirkel volledig sluiten
Wanneer je Ilias vraagt om vijf jaar vooruit in de tijd te springen, wordt zijn ambitie tastbaar. “Productietechnisch zouden we graag alles in huis hebben,” zegt hij. “Dan is Neonest niet enkel een fabrikant van plastic bedframes, maar ook een mini-recyclagefabriekje, dat plastic afval verzamelt, vermaalt en smelt. Tegelijkertijd zien we opportuniteiten om onze technologie breder toe te passen: we zijn al in gesprek met meubelfabrikanten om frames voor zetels te maken en we denken aan de outdoor furniture markt. Ons product is weerbestendig en antibacterieel, ideaal voor tuinmeubilair.”