Klimaatsprong voor de industrie: kennismaking met trekkers Mieke en Bart
De Vlaamse industrie staat voor een grote omslag. Met de Klimaatsprong voor de industrie wil Vlaanderen haar sterke industriële basis klaarstomen voor een klimaatneutrale toekomst. Beleidsadviseurs Mieke Vercaeren en Bart De Caesemaeker van VLAIO vertellen hoe dit ambitieuze programma bedrijven, overheid en kennispartners samenbrengt om realistische, structurele oplossingen te vinden — en zo duurzaamheid en concurrentiekracht te verzoenen.

Samen naar een klimaatneutrale toekomst
De Vlaamse industrie staat voor een kantelmoment. Chemie, staal en raffinage zijn sectoren die onze economie al decennia vooruit stuwen. Ze zorgen voor duizenden directe en indirecte jobs, zijn stevig verankerd in onze zeehavens en maken van Vlaanderen een wereldspeler in de chemie. Maar deze sector heeft een achilleshiel: het zijn de sectoren met de hoogste CO₂-uitstoot.
Met de Klimaatsprong voor de industrie wil Vlaanderen dat spanningsveld doorbreken. Het programma, gecoördineerd door VLAIO in nauwe samenwerking met de belangrijkste stakeholders, moet de industrie in staat stellen om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te worden. Het is een ambitieus plan dat bedrijven en overheid niet alleen samenbrengt, maar ook structurele oplossingen biedt voor knelpunten die vandaag verduurzaming in de weg staan. Hoog tijd dus voor een gesprek met trekkers van dit ambitieuze programma: VLAIO-beleidsadviseurs Mieke Vercaeren en Bart De Caesemaeker.
Stapsgewijs naar een duurzame industrie
Klimaatsprong voor de industrie wil vooral realistisch en werkbaar zijn,” zegt Bart De Caesemaeker, beleidsadviseur bij VLAIO. “In plaats van één groot masterplan te lanceren dat dertig jaar moet meegaan, werkt de Klimaatsprong met opeenvolgende vijfjarenprogramma’s. Elke periode wordt geëvalueerd en bijgestuurd.”
Die aanpak geeft ademruimte: “Bedrijven kunnen zo stap voor stap investeren en experimenteren, terwijl de overheid de randvoorwaarden creëert. Europa legt intussen duidelijke reductiedoelstellingen voor CO₂-uitstoot op: een daling van 62% tegen 2030. Wie achterblijft, betaalt daar een hoge prijs voor. Een ton CO₂ kost vandaag zo’n € 80, maar kan oplopen tot € 200. Voor installaties die meer dan een miljoen ton uitstoten, gaat het dus om miljarden aan kosten.”
Bart benadrukt dat die cijfers niet zomaar abstract zijn: “Voor veel bedrijven gaat het over de essentie van hun toekomst. Zonder investeringen in duurzaamheid dreigt de situatie voor deze bedrijven onhoudbaar te worden. Dan riskeren we dat onze sterke industriële clusters verdwijnen.”

Veel kmo’s en innovatieve startups zijn rechtstreeks afhankelijk van de basisindustrie. Investeringen daar hebben een hefboomeffect op de hele Vlaamse economie.
Duurzaamheid als hefboom voor concurrentiekracht
Ook Mieke Vercaeren, coördinator van het programma bij VLAIO, ziet die urgentie: “De basissectoren zijn niet alleen uitstoters, maar tegelijk ook de ruggengraat van de Vlaamse economie. Onze chemische cluster is de tweede grootste van de wereld. Als we erin slagen om die te verduurzamen, is de impact énorm – niet alleen ecologisch, maar ook economisch. We houden jobs in Vlaanderen, versterken de waardenketens én behouden onze internationale concurrentiekracht.”
Mieke benadrukt dat het dan ook niet alleen om de grote bedrijven gaat: “Veel kmo’s en innovatieve startups zijn rechtstreeks afhankelijk van die basisindustrie. Investeringen die daar gebeuren, hebben een hefboomeffect op de volledige Vlaamse economie. Denk bijvoorbeeld aan chemische recyclage. Als we erin slagen die op grote schaal te organiseren, kan dat de hele waardeketen verduurzamen. Het gaat dan niet enkel over minder CO₂-uitstoot, maar ook over nieuwe toepassingen, nieuwe businessmodellen en nieuwe jobs.”
Die hefboomwerking is een van de krachtigste aspecten van de Klimaatsprong voor de industrie. Het programma zorgt niet alleen voor ecologische winst, maar ook voor economische meerwaarde. Vlaanderen kan zich zo profileren als een regio waar duurzaamheid en competitiviteit hand in hand gaan.

Geen klassieke steun, maar structurele oplossingen
Wat Klimaatsprong voor de industrie uniek maakt, is dat het geen klassiek subsidieprogramma is. Bedrijven krijgen geen geld toegeschoven. In plaats daarvan focust het initiatief op het wegnemen van structurele drempels.
“Een sprekend voorbeeld is CO₂-afvang en -opslag”, vertelt Mieke. “Verschillende bedrijven zijn technologisch klaar om CO₂ op te vangen, maar zonder pijpleidingen of opslaginfrastructuur komt zo’n project niet van de grond. Ons team brengt dat soort knelpunten in kaart en vertaalt ze in beleidsadviezen waarop de Vlaamse Regering beslissingen kan nemen.”
Daarnaast worden steuninstrumenten ontwikkeld die bedrijven net dat extra duwtje geven om te investeren. Bart: “Een van de eerste concrete maatregelen zijn de transitiecontracten. Daarbij neemt de overheid een deel van de investeringsrisico’s over. Het idee is geïnspireerd op de aanpak in Nederland, maar aangepast aan de Vlaamse context. Zo krijgen bedrijven meer zekerheid om toch die stap naar innovatieve technologieën te zetten,” legt Bart uit.
Bruggen bouwen tussen sectoren en beleidsniveaus
Om dat te realiseren is samenwerking cruciaal. Klimaatsprong voor de industrie brengt een brede groep partners samen: sectorfederaties zoals essenscia en Steelbel, maar ook sociale partners, energiebedrijven, havens, en agentschappen zoals VEKA, OVAM en het Departement Omgeving.
“Het overlegmodel is onze grote sterkte,” zegt Bart. “Door iedereen rond de tafel te brengen, kunnen we sneller analyseren waar de knelpunten zitten en oplossingen vinden die zowel ecologisch als economisch houdbaar zijn. Bovendien staan we niet alleen: Vlaanderen kijkt ook naar wat er in de buurlanden gebeurt en werkt nauw samen met de Europese Commissie, bijvoorbeeld rond CO₂-transport en -opslag.”
Het overlegmodel is onze grote sterkte. Door iedereen rond de tafel te brengen, vinden we oplossingen die ecologisch én economisch houdbaar zijn.

2026: het startschot voor de grote transitie
De eerste grote mijlpaal komt er begin 2026, met de officiële lancering van de programmanota en het vijfjarenplan. De prioriteiten en acties voor de komende periode worden dan bekendgemaakt aan een brede groep bedrijven, clusters, overheden, universiteiten.
Mieke kijkt ambitieus vooruit: “Onze hoop is dat er binnen vijf jaar in elke sector minstens één groot doorbraakproject staat. Als pioniers aantonen dat de transitie kan, volgen andere bedrijven vanzelf.”
Ook Bart ziet dat als cruciaal: “We bevinden ons in een periode van hoge energieprijzen en stevige internationale concurrentie. Net daarom moeten we onze bedrijven de juiste randvoorwaarden bieden. Als Vlaanderen erin slaagt om pioniersprojecten te realiseren, zetten we onszelf op de kaart als een toonaangevende duurzame industrieregio.”

De transitie: geen keuze maar een noodzaak
De weg naar een klimaatneutrale industrie is complex en kostbaar. Het vraagt infrastructuurwerken, internationale samenwerking, miljardeninvesteringen en beleidskeuzes die de komende decennia vorm zullen geven aan onze economie. Toch zijn Bart en Mieke ervan overtuigd dat Vlaanderen deze uitdaging aankan.
“De transitie is geen keuze meer,” besluit Bart. “Het is een noodzaak. Wie vandaag niet investeert, betaalt morgen de prijs. Met de Klimaatsprong voor de Industrie willen we ervoor zorgen dat onze bedrijven niet alleen overleven, maar ook leiders worden in de groene economie.”
Mieke vult aan: “Het gaat om zoveel meer dan ecologische doelstellingen. Dit is een verhaal over jobs, innovatie en het veiligstellen van de toekomst van onze Vlaamse industrie. Wat we de komende jaren doen, zal bepalen waar Vlaanderen in 2050 staat.”
Meer weten? Vraagje?
Meer weten over de Klimaatsprong voor de industrie? Ontdek het programma en toekomstige acties via vlaio.be/klimaatsprong.
Heb je vragen of opmerkingen voor het Klimaatsprong-team? Je kan hen een e-mail sturen via programma.klimaatsprong@vlaio.be.