Circulaire economie

Van veld naar vork: circulaire economie en voeding

Hoe circulair kan voeding zijn? Je kweekt iets, oogst het en eet het op. Klinkt behoorlijk lineair, toch. Alleen maar op het eerste zicht. Want er zijn best wat opportuniteiten om niets verloren te laten gaan. In wat volgt verkennen we hoe landbouw, visserij en voedingsindustrie mee de omslag maken naar een circulaire economie.  We starten op het veld of de stal, gaan over naar de productie van voeding tot de supermarkten en consument. Enkele mooie praktijkvoorbeelden illustreren welke stappen reeds gezet zijn.

Bloemenveld

Circulair omdenken

Een circulair voedselsysteem start met duurzame landbouw- en visserijmethoden. Daarbij kies je voor methodes die rekening houden met de biodiversiteit, waarbij er zo min mogelijk nutriënten en koolstofverbindingen in lucht, water of bodem verdwijnen en die garant staan voor een vruchtbare bodem na de oogst.

Net zoals natuurlijke ecosystemen dat doen, gebruiken we in een circulair verhaal alle delen van de plant of het dier. Een deel consumeren we. De reststromen of nevenstromen zetten we zo hoogwaardig mogelijk in volgens het cascadeprincipe (zie grafische weergave hieronder). Om dit te realiseren, kijken we naar een meer geïntegreerd landbouw- en consumptiesysteem. Aarde, plant, dier en mens als een geheel zien. Iets waar Europa trouwens ook op wenst in te zetten. 

Dit vereist een multi- en transdisciplinaire aanpak en een systeemperspectief waarbij alle schakels en actoren in een bepaalde keten betrokken worden. En waarbij er voor iedereen voldoende meerwaarde uit te halen valt. Dit omdenken is een paar jaar geleden al gestart. De eerste resultaten van die initiatieven van de verschillende deelsectoren in de agro-voedingsketen zijn stilaan merkbaar. Vooral het verduurzamen van de interne processen en het verminderen van productieverliezen kwamen aan bod. Eerste sectoroverschrijdende initiatieven vinden stilaan hun weg naar de markt.

Het cascadeprincipe
In de voedselketen wordt vaak het cascadeprincipe toegepast (Bron: OVAM). 

1. Circulaire landbouw- en visserijmethoden: opportuniteiten en inspiratie

Circulaire landbouw- en visserijmethoden
Overzicht van circulaire landbouw- en visserijmethoden

1.1. Akker- en tuinbouw

1.1.1. Bodemgebruik

De bodem is de voedselbron voor planten en moet dus voldoende nutriënten en organisch materiaal bevatten. Maar hoe doe je dat bij intensieve landbouw? Hoe zorg je ervoor dat je bodem niet uitgeput geraakt? 

Kijk om te beginnen naar gewassen die minder input vragen zoals leguminosen (bv. erwt, linzen of soja zoals start-up Protealis doet). Zij vragen minder bemesting omdat ze via interactie met bacteriën stikstof uit de lucht kunnen halen. Een interessante vorm van circulariteit.

Of zet juist sterk in op meer biodiversiteit in de te telen gewassen. De afwisseling van gewassen maakt de bodem veerkrachtig. Tegelijkertijd komt er meer variatie in het aanbod van gewassen dat op zijn beurt de voedingsindustrie kan inspireren. Zo werden in het CropExplore project meer dan driehonderd lokaal te telen gewassen gekoppeld aan hun voedingstechnische eigenschappen.

Nutriëntenrecuperatie doe je ook door oogstresten terug in de bodem te werken. Of door de mest van dieren - boordevol nutriënten, uiteraard in evenwicht met de omgeving - terug in te werken. De potgrond bij substraatteelt wordt bij voorkeur gerecycleerd. In het ReGrow4C project zet het verdelingsbedrijf JoluPlant samen met het Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) en ILVO daar op in. En omdat meten weten is, bestaan er tegenwoordig sensoren en apps om de bodemkwaliteit te meten en te optimaliseren.

Voldoende aandacht voor de bodembewerking helpt ook om gronden in optimale conditie te houden. Je probeert daarbij bodemleven en -structuur optimaal te benutten voor de teelt van gewassen. Met minimale grondbewerking krijg je toch een goede beworteling, betere waterinfiltratie en watertransport in de bodem, minder erosie. En bovendien bespaar je energie en brandstof. Groenbedekkers in de winter, wisselteelt, grasbufferstroken naar waterlopen, … zorgen mee voor een gezonde bodem. 

Een andere interessante evolutie is paludicultuur: met innovatieve technieken natte gronden beheren in plaats van ze eerst droog te leggen om land-, bosbouw en veenwinning mogelijk te maken. Dat is vooral bij veengrond interessant. Dat bevat immers hoge concentraties aan organisch materiaal dat bij drooglegging als CO2 vrijkomt. Het Interreg pilootproject Carbon Connects waar o.a. VLM aan deelneemt, onderzoekt duurzame business modellen voor landbouw met o.a. de teelt van lisdodde en riet dat de CO2 in de bodem moet vasthouden. 

1.1.2. Irrigatie

De land- en tuinbouwsector verbruikt veel water. In ons hoofdstuk ‘Over water’ lees je meer over waterkringlopen en innovatieve projecten. 

1.1.3. Reststromen 

Op het veld blijven snijresten over van bv. prei, stengels van de tomatenplant, bloemkoolharten, klasse II producten, …. In plaats van ze terug in te werken in de bodem of te fermenteren tot biogas, slaan landbouwers, de voedingsindustrie en de kennisinstellingen de handen in elkaar in een zoektocht tot hoogwaardige valorisatie. Zo ontstaan nieuwe initiatieven en projecten. 

In de Interreg projecten BioBoost en FoodfromFood zette een multidisciplinair team aangevuld met verschillende bedrijfspartners zich in om agrarische reststromen hoogwaardig te valoriseren. Daarnaast zijn er verschillende projecten met een specifieke focus; zo zoeken onderzoekers in het Demeter project naar de meest waardevolle omzetting van groenteresten zoals sappen, soepen en functionele ingrediënten, het FACCE project Optiberry valoriseert fruitresten terwijl het FACCE project CichOpt bioraffinage en het beter benutten van de reststromen van o.a. cichorei en witloof bestudeert.

Koeien in de wei

1.2. Dierlijke productie

1.2.1. Diervoeding

Een belangrijk deel van diervoeder bestaat uit eiwit. Dit eiwit is grotendeels afkomstig van sojameel of -schroot uit Zuid-Amerika of de VS. Ecologische en sociale factoren maken dat we naar alternatieve bronnen zoals insecten, algen of eendenkroos kijken. In het SUSINCHAIN project buigt een consortium van 35 partners, waaronder KU Leuven en Inagro, zich over de insecten waardenketen. En sinds kort kan je op Thomas More terecht in de Insect Pilot Plant. Global Link Projects wil nu als eerste een grootschalige praktijktest doen in samenwerking met Agropolis en Thomas More.

Rond het potentieel van algen loopt het EU onderzoek ValgOrize project, met onder andere ILVO en VITO. Maar ook andere kennispartners zoals Thomas More hebben uitgebreide expertise opgebouwd in de kweek van algen. De waardeketen van eendenkroos wordt dan weer onderzocht door Inagro, Vives, UGent en Flanders’ FOOD in het LA-project Lemnapro

Nog interessanter is om te kijken naar reststromen uit de voedingsindustrie. Graangebaseerde producten zoals koekjes bevatten eiwitten en koolhydraten die na een fermentatie met melkzuurbacteriën of natuurlijke enzymen geschikt zijn als veevoer. Bedrijf Trotec verwerkt bijproducten uit de voedingsindustrie tot diervoeder. Met het internationale Life F3 project onderzoekt het verder naar nieuwe technologieën om dit op grotere schaal toe te passen.

1.2.2. Watergebruik 

Circulair watergebruik in een bedrijf stoot vaak op problemen. Zo is het spoelwater van de reiniging van de stallen in pluimveebedrijven aangerijkt met resten van mest en houtsnippers. Om dit spoelwater te kunnen hergebruiken, moeten die resten eerst verwijderd worden. Geen eenvoudige opdracht, maar Vlaamse fabrikanten BelleAqua Agro en Blue Foot Membranes sloegen de handen in elkaar om de optimale zuivering te vinden. 

Een andere sector waar inspanningen gedaan worden voor gesloten watercircuits, is aquacultuur.  Fish2Be kweekt snoekbaarspootvis in een gesloten systeem. 

Met de waterbarometer tool, ontwikkeld binnen het SmartWaterUse project, kan je je waterbalans opstellen om zo de risico’s van je watersysteem, bv. bij droogte, in kaart te brengen. 

1.2.3. Mestverwerking

Het is alom gekend dat vee methaangas uitstoot. Om dit te verminderen zijn er 2 pistes, enerzijds het gas opvangen, anderzijds de uitstoot verminderen. Aangepast voeder, efficiënter management van de veestapel en genetica kunnen daartoe bijdragen. Dit laatste wordt in het EKOPTI project door ILVO onderzocht. 

Het opvangen van de mest en zijn raffinage maakt het mogelijk om stikstof, fosfor en kalium te hergebruiken als organische bodemverbeteraar. De startup N-Fix gaat onder begeleiding van Biotope hiermee aan de slag.

Wist je dat ook insecten, algen of eendenkroos mest ‘eten’? Voorlopig mogen de resulterende eiwitproteïnen nog niet geconsumeerd worden, noch door dier noch door mens. Maar onderzoek hiernaar loopt en kan daar in de nabije toekomst verandering in brengen.

1.2.4. Reststromen

Bijproducten van dieren zoals beenderen, huid, veren, haren, … hebben nog veel andere toepassingen. Een groot deel ervan komt in de voedingsindustrie terecht. Denk hierbij aan gelatine, dierlijke vetten of het stremsel uit de kalfslebmaag, dat gebruikt wordt voor het maken van kaas. Een ander deel kent zijn weg naar de diervoederindustrie, zoals dierlijke vetten en bloedmeel. En pens, luchtpijpen en oren zijn geliefkoosde snacks voor onze trouwe viervoeters. 

Ook in de farmaceutische sector vind je verschillende bijproducten terug. Bindweefsel zit bijvoorbeeld in fillers. Beauty maskers, crèmes en zepen bevatten vaak dierlijke vetten, voedingssupplementen zoals glucosamine en chondroïtine komen uit organen, en heparine (bloedverdunnend middel) haalt men uit runderlongen. 

Zelfs in de auto-, textiel, keramische of audiovisuele industrie kom je dierlijke bijproducten tegen. Huid wordt verwerkt tot leer. Fotopapier bestaat uit gelatine en fotocamera’s hebben gelatinefilters. De beenderas is populair om porselein van te maken, Bone China genaamd. 

Vrij recent onderzoek toont aan dat kippenveren die omgezet worden tot proteïnehydrolysaten in de plantenteelt hun nut hebben als bio-stimulantia of gewasbeschermingsmiddel. Ze verbeteren de plantengroei door verhoogde opname van voedingsstoffen, toegenomen fotosynthese, verhoogde stressbestendigheid, etc. Uitbreiding naar gelijkaardig onderzoek bij bv. dierenhaar kan ook interessant zijn.

baars in Europese wateren
De omegabaars

1.3. Gemengde landbouwsystemen

Gemengde landbouwsystemen zijn het interessantst voor een circulaire voedingsproductie. De bijproducten van de veeteelt optimaliseren de bodem voor akker- en tuinbouw. En ook in de omgekeerde richting vinden we synergieën. Zo werkt Aqua4C, de producent van de omegabaars, in synergie met een tomatenteler. Het opgevangen regenwater van de tomatenserres dient voor het vullen van omegabaarsbassins en het afvalwater van de viskweek stroomt, aangerijkt met nutriënten, terug naar de tomatenplanten. Daarenboven zorgt de restwarmte uit de tomatenserres voor de verwarming van de bassins.

2. Voedingsindustrie: opportuniteiten en inspiratie

Schematische voorstelling van de voedingsindustrie

2.1. Procesaanpassingen

De bereidingswijze en de bewaarmethode hebben een impact op voedselverliezen. Er zijn een aantal gekende technieken om producten langer houdbaar te maken zoals invriezen, pasteuriseren, steriliseren, pekelen, drogen en fermenteren. Hoewel het gekende technieken zijn, staat de technologie erachter niet stil. Dit om ook de eindkwalititeit van de producten te garanderen. Bij de Food Pilot kan je als individueel voedingsbedrijf terecht om nieuwe technieken of piloottoestellen te gebruiken. Ze staan je ook met hun expertise bij. 

Daarnaast zoekt de industrie naar nieuwe opportuniteiten. Met de voedselverliesscan, ontwikkeld in 2023 door Flanders’ FOOD en Foodwin, krijg je cijfermatig inzicht in jouw opportuniteiten: waar kan je je voedselverliezen nog verder reduceren en welke reststromen kan je opwaarderen? En bij de proeftuin Veg-i-Tec (Interreg project) kan de groente- en aardappelverwerkende industrie terecht om innovatieve processen op pilootniveau te simuleren.  

Tot slot speelt de verpakking een belangrijke rol om de bewaring te garanderen. Pack4Food ontwikkelt samen met Flanders’ FOOD en Sensnet in het project CircoPack een scan voor bedrijven om hun verpakkingskeuze af te stemmen op een circulaire economie met toch optimaal behoud van functionaliteit en veiligheid.  

    2.2. Reststromen opwaarderen tot nieuwe producten

    Een restproduct voor de ene partij kan een interessant ingrediënt zijn voor de andere. Zoals voor Wonky, die met groenteoverschotten spreads maakt. Het omzetten van restproducten tot nieuwe producten biedt dan ook heel wat kansen voor een circulaire economie, maar evident is het allerminst. Breng daarom volgende zaken in kaart:

    • Leverzekerheden: hoe kom je steeds aan voldoende reststromen? Zijn ze het hele jaar door beschikbaar of enkel tijdens het oogstseizoen? 
    • Kwaliteit: is de reststroom al dan niet proper en wordt ze apart verzameld? Is een voorbehandeling nodig zoals invriezen, drogen, fermenteren, pasteuriseren of concentreren?
    • Bewaarbaarheid: hoe lang kan je de productstromen bewaren tot gebruik? Veel stromen zijn snel bederfbaar.
    • Transport: hoe ziet de logistieke keten eruit? Zijn de reststromen lokaal beschikbaar of komen ze van een teelt buiten Europa? 
    • Wetgeving: de wet- en regelgeving met betrekking tot voedsel(hygiëne) geldt ook voor reststromen. Zorg dat je nieuwe product aan deze eisen voldoet.

    In het Europese Model2Bio project ontwikkelen de partners, waaronder Flanders’ FOOD, een beslissingsondersteunend systeem dat bedrijven kan helpen in de valorisatie van hun nevenstromen. 

    Naast Wonky zijn er nog andere mooie initiatieven die aan de slag gaan met voedseloverschotten. Sam Serveert tovert lokale biologische fruit- en groenteoverschotten om tot heerlijke gezonde snoepjes. Hiervoor werkt ze samen met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Cateringbedrijf Atelier M gebruikt komkommeroverschotten van veilingen en de retail om er sap van te maken. Hiervoor is het samen met ILVO op zoek gegaan naar verschillende recepturen maar ook naar optimale verwerkingsomstandigheden. 

    Als verwerker van kruiden, ging Herbafrost op zoek naar goede toepassingen voor te harde en houtachtige kruidensteeltjes. Onderstaand filmpje toont hoe het bedrijf deze nu verwerkt tot drops en samenwerkingspartners vond voor de toepassing in biggenvoer (Lambers-Seghers) en biostimulantia (BioBest).

    Bierdraf dat tot voor kort hoofdzakelijk naar veevoeder ging, heeft meer in petto. Dit eiwitrijke product kan een hoogwaardig ingrediënt zijn voor de voedingsindustrie. In het recent goedgekeurde TETRA project Draf in galop onderzoekt VIVES dit samen met de brouwers en de voedingsverwerkende industrie. 

    Ook restproducten uit bijvoorbeeld de horeca hebben hun nut. Zo haalt Permafungi koffiegruis op bij lokale partners en gebruikt het als substraat voor de kweek van paddenstoelen. Iets gelijkaardigs zet de stad Mechelen op. Het risico bestaat echter dat de reststroom plots een hoofdstroom wordt waardoor de primaire doelstelling voor de voedselproductie in het gedrang komt. Met het symbioseplatform trachten OVAM en VITO de voedselreststromen in kaart te brengen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen.  

    2.3. Initiatieven tegen voedselverspilling

    Verschillende initiatieven zijn ondertussen ontstaan om, toch ten minste de overschotten, tot een minimum te beperken. Zo startte Horeca Vlaanderen in 2014 het NoFoodtoWaste project om horeca uitbaters aan te sporen zich bewust te maken van voedselverliezen en dit tot een minimum te beperken. De Vlaamse Overheid heeft samen met haar grootkeukens een aantal richtlijnen uitgewerkt om voedselverliezen te beperken. Verschillende organisaties zetten zich in voor herbedeling van maaltijden voor kwetsbare groepen. 

    Maar ook een aantal commerciële initiatieven zoals TooGoodToGo zorgen er mee voor dat overschotten toch nog een consument vinden. Met Koelkast in orde of het restjeskookboek kan je ook als consument je steentje bijdragen. 

    2.4. Naar een circulaire voedingswaardeketen

    De uitdagingen in de verschillende sectoren en de samenhang tussen hen maakt duidelijk dat een circulaire voedingsketen alle partijen rond de tafel moet krijgen. De ene partij wil snel en efficiënt van zijn reststromen af, maar voor de andere partij is het niet altijd duidelijk wat hij ermee kan doen en hoe. Logistieke partners moeten zorgen dat stromen van de ene partij naar de andere gebracht worden. Voedselhygiëne en houdbaarheden moeten gegarandeerd worden. En wat met Novel Food uitdagingen? Een aantal (kleinschalige) projecten zoals Wonky, Broodbroeders, Robin Food en ENVIE laten zien dat het mogelijk is. Voor andere scaleups biedt het initiatief Food Circle Lab van EIT Food experimenteerruimte aan om circulaire voedselinnovaties uit te testen en op te schalen. Ook Vlaanderen Circulair ondersteunt een aantal mooie projectinitiatieven. Daarnaast staan verschillende kennispartners ter beschikking om samen met jou de uitdaging aan te gaan.

    Ook de Vlaamse overheid zet sterk in op een duurzame voedselstrategie (zie synthesedocument voedselstrategie). Een belangrijk onderdeel daarvan is de transitie naar een circulaire voedselketen. Een werkagenda die door Fevia en Departement Landbouw & Visserij samen met stakeholders wordt uitgewerkt en uitgerold.
     

    Heeft deze informatie je geholpen?
    Gelieve aan te geven waarom niet: