Marktkraam met gebreide mutsen

Organisatie van ambulante activiteiten en kermissen

Organisatie van kermisactiviteiten

 

Op 1 april wijzigde de regelgeving over ambulante en kermisactiviteiten. Ontdek wat de wijzigingen inhouden.

 

Iedereen is ooit naar de kermis geweest. De ene is er gek op, voor de andere hoeft het misschien niet. Eén ding staat wel vast: de kermis is heel oud en van alle tijden. Tegenwoordig gebruiken we de termen ‘foor’ en ‘kermis’ door elkaar, maar dat was niet altijd zo. De foor is de middeleeuwse jaarmarkt. De kermis komt van ‘kerkmis’, of de herdenking van de wijding van de parochiekerk. In sommige steden vielen de foor en de kermis samen, in andere steden niet.

Oorspronkelijk focusten de jaarmarkten natuurlijk op handel, maar je zag er ook andere deelnemers. Denk aan entertainers, mensen die iets tentoonstelden, … Iedereen die een centje wou bijverdienen. Vanaf de zestiende eeuw verschenen allerlei attracties en bezienswaardigheden op de foren. Het religieuze aspect begon weg te vallen en de focus verschoof naar diversifiëring en innovatie. Dat was ook de start van foorreizigers die van gemeente naar gemeente reisden. De mechanische attracties kwamen pas in het begin van de negentiende eeuw.

Niet alleen de attracties hebben een evolutie doorgemaakt, ook de kermisgastronomie was niet altijd mierenzoet. Het zoete is pas eind negentiende, begin twintigste eeuw opgedoken. Daarvoor boden kermissen vooral hartig eten aan, zoals gezouten vis, wulken in pikante bouillon en mosselen. Ook de frietkramen waren er al vroeg bij en meteen een succes. Pas toen suiker goedkoper werd, groeide het aanbod zoetigheden op de kermis: suikerspin, pomme d’amour en smoutebollen met suiker.

Veelgestelde vragen

  • 1

    Kermisactiviteiten kunnen uitgeoefend worden als de onderneming beschikt over:

    • Een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de kermisactiviteit toelaat;
    • Een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de kermisactiviteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en brandrisico’s;
    • Een bewijs van inschrijving bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) met vermelding van het kentekennummer van zijn kermisattractie of kermisvestiging of van het voertuig dat de kermisattractie of de kermisvestiging vervoert;
    • Een bewijs dat aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid wordt voldaan wanneer voeding wordt verkocht (registratie, erkenning of toelating van het FAVV);
    • Een risicoanalyse, opstellingsinspectie, onderhoudsinspectie en periodiek nazicht wanneer het een kermistoestel met voortbeweging van personen, aangedreven door een niet-menselijke energiebron, betreft;
    • Een risicoanalyse, inspectieschema en onderhoudsschema wanneer het een attractie met speeltoestellen zonder aandrijving betreft.
  • 2

    Op dit moment zijn de meest voorkomende NACE-codes, zoals vastgesteld door Statbel, voor deze activiteiten:

    • 93.211 Exploitatie van kermisattracties;
    • 56.102 Eetgelegenheden met beperkte bediening in kramen en stalletjes voor onmiddellijke consumptie.

    Ga vooral na of de activiteiten overeenstemmen met de definitie van een kermisactiviteit. Soms kan dat ook binnen de NACE-codes 47.810 (markt- en straathandel in voedings- en genotmiddelen), 56.301 (andere drinkgelegenheden) of andere passen.

  • 3

    Voor een persoon die in het buitenland gevestigd is, gelden dezelfde voorwaarden als een persoon gevestigd in Vlaanderen. Via de btw-administratie kan die buitenlandse persoon zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen regelen. In sommige gevallen moet deze buitenlandse ondernemer over een beroepskaart beschikken.

  • 4

    De burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris mogen op basis van de regelgeving ambulante en kermisactiviteiten het identiteitsbewijs van deze personen opvragen. Zo kan je bij het toewijzen of innemen van een standplaats of steekproefsgewijs controleren of de correcte persoon aanwezig is.

  • 5

    Neen. Sinds de wetswijziging in 2017 is een gemeente niet langer verplicht om haar ontwerp van reglement voor advies voor te leggen aan de Vlaamse minister bevoegd voor Economie. Ook moet het definitieve reglement niet meer aan VLAIO worden bezorgd. Gezien de openbaarheid van bestuur kan het gemeentelijk reglement te allen tijde worden opgevraagd.

    Hoewel het advies niet langer verplicht is kan het vrijblijvend worden opgevraagd bij VLAIO via reglementen@vlaio.be.

  • 6

    Aanvragen voor een standplaats kan de gemeente of de concessiehouder onder meer weigeren op wettelijke gronden, gebaseerd op de wetgeving van de kermisactiviteiten zoals:

    • Wanneer de verkoop van bepaalde producten en diensten of categorieën van producten of diensten tijdens de uitoefening van de kermisactiviteiten de openbare orde of volksgezondheid, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Boek IX van het Wetboek van economisch recht, in het gedrang brengen.
    • Geen inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen hebben die de kermisactiviteit toelaat of de bijhorende documenten die niet in orde zijn of niet conform de wetgeving worden gebruikt.
    • De modaliteiten uit een gemeentelijk reglement niet worden gerespecteerd.

    Ze kan het, indien van toepassing, ook weigeren op grond van andere wetgeving, bijvoorbeeld openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, voedselveiligheid enz. Echter, zij moet zorgen dat de weigering niet indruist tegen de principes van de Europese Dienstenrichtlijn.

  • 7

    Voor elke openbare kermis moet de gemeente of de concessionaris een plan van de standplaatsen opmaken en bijhouden. Het plan van de standplaatsen, ook vaak het kermisplan genoemd, is een onderdeel van het gemeentelijk reglement.

    De wet legt geen vormvereisten op. Belangrijk is dat de informatie over de standplaatsen duidelijk, ondubbelzinnig en volledig is en niet leidt tot interpretaties.

  • 8

    Ja. Als de gemeente of de concessionaris een standplaats op een openbare kermis definitief opheft, moet ze een minimumopzegtermijn van 12 maanden respecteren als de houder zijn abonnement definitief verliest. Als de abonnementhouder bij een verhuis zijn oorspronkelijke plaats definitief verliest maar het abonnement behoudt, bedraagt de minimumopzegtermijn 6 maanden. In geval van absolute noodzakelijkheid (bijvoorbeeld dringende wegenwerken of instructies van de brandweer) zijn voormelde opzegtermijnen niet van toepassing.

  • 9

    Ja. De gemeente is vrij via het reglement (eventueel apart retributiereglement) het standgeld te bepalen.

  • 10

    Een standplaats met abonnement kan worden overgedragen als aan drie voorwaarden voldaan is:

    • De overnemer is houder van een inschrijving in de Kruispuntbank van Onderneming die de kermisactiviteit toelaat en het bewijs levert waaruit blijkt dat hij in orde is met de verplichte documenten (verzekering, DIV, FAVV, veiligheidsattesten);
    • De overnemer zet de specialisatie met dezelfde technische specificaties van de overlater verder op de overgedragen standplaats, tenzij het gemeentelijk reglement een wijziging van specialisatie of technische specificatie toestaat;
    • Als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.

    Een overgedragen standplaats kan binnen het eerste jaar na de overdracht niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

  • 11

    Neen. Het is niet vereist dat de overlater zijn kermisactiviteiten stopzet. Op die manier kunnen foorreizigers hun activiteiten geleidelijk afbouwen.

  • 12

    Ja. Zo zijn startende foorreizigers niet direct genoodzaakt een hele zaak over te nemen maar kunnen geleidelijk hun zaak uitbouwen.

  • 13

    Ja. In tegenstelling tot de openbare kermissen is er geen minimumopzegtermijn voorzien in de wet. Zij zal de opzegtermijn en modaliteiten in haar gemeentelijk reglement moeten opnemen.