Wat is de oproep City of Things?
We voorzien elk jaar middelen voor projecten binnen de oproep City of Things. Lokale besturen die een maatschappelijke uitdaging op een slimme manier willen aanpakken via Internet of Things (IoT) of met open data kunnen een aanvraag indienen. We mikken op implementatie en opschaling van slimme oplossingen in de domeinen Smart Economy, Smart Government, Smart Living, Smart People, Smart Mobility en Smart Environment. Interoperabiliteit, herbruikbaarheid, datastandaarden en -architectuur zijn daarbij noodzakelijke elementen.
Midden december werden 12 aanvragen uit de City of Things oproep 2022 goedgekeurd. Bekijk de samenvattingen van deze projecten.
In 2023 brengen we onze City of Things oproep weer bij EFRO onder. Op 27 februari kom je er alles over te weten tijdens de infosessies over de nieuwe EFRO-oproepen. Net zoals de voorbije 2 jaar kunnen indieners ook weer rekenen op gratis (inhoudelijke) ondersteuning door KPMG. Zo organiseren we samen met KPMG op 3 maart een inhoudelijk infosessie en op 15 maart een inspiratiesessie.Wat deze oproep betreft kan je met meer praktische vragen ook terecht bij de provinciale EFRO-contactpunten.
Na 5 oproepen waarin lokale besturen hun slimme ideeën konden verkennen, onderzoeken en uittesten, is het tijd om oplossingen die al een min of meer succesvolle proof of concept hebben doorstaan, op grote(re) schaal te gaan implementeren. Samen met KPMG hebben we de afgelopen en ver gevorderde projecten kritisch bekeken en er een CoT+ lijst van gemaakt. De CoT+ lijst bestaat uit CoT-projecten die voldoende opschalingspotentieel hebben om – mits het wegwerken van eventuele drempels uit de PoC – in heel veel Vlaamse gemeenten geïmplementeerd te worden. Als lokale besturen in een groot partnerschap samen aankopen, staan ze bovendien sterker. De CoT+ lijst is een niet-limitatieve lijst. Dat wil zeggen dat je via het EFRO-aanmeldingsformulier ook nog andere ideeën kan indienen maar dat je dan zal moeten bewijzen dat de oplossing al vrij matuur is en dat de eerste testfase al achter de rug is.
CoT+ lijst oproep 2023
-
1LocusFocus – Vlaams-Brabant
POM Vlaams-Brabant wil met dit project zorgen dat lokale overheden op basis van data slim, snel, transparant, accuraat en onderbouwd locatieadvies kunnen aanbieden aan bedrijven en ondernemers. De adviesverlening inzake locatie ervaart actuele en toekomstige uitdagingen. Schaarste wordt de uitdaging aangezien greenfield bedrijventerreinen steeds meer volzet geraken. Thema’s als verweving, ondernemen in de kern, verdichting en ontharding worden steeds relevanter en maken deel uit van strategische visies rond ruimte in lokale, regionale en Vlaamse beleidsplannen. Dit project beoogt data samen te brengen in een informatiemodel dat de basis legt voor het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijk en toegankelijk platform om slimmer locatieadvies aan bedrijven vanuit de lokale besturen te stimuleren.
-
2Digitale innovatietrack ter ondersteuning van een leefbare en bruisende universiteitsbuurt – Antwerpen
(Samen)Leefbaarheid in de stad
Als stad krijgen we dagelijks meldingen en klachtenbrieven rond de onmiddellijke leefomgeving van de burger. De top vijf van de meldingen van de stad gaan over: sluikstort, het straatbeeld(focus op interventies in het openbaar domein), stadsloketten, mobiliteit (focus op parkeren)en overlast.
Onze ambities om én een leefbare stad te zijn én om een bruisende, aantrekkelijke stad te zijn waar jongeren en bezoekers graag vertoeven, zijn niet makkelijk te verzoenen. Dit brengt spanningen en onvrede met zich mee. Stad Antwerpen wil technologie inzetten om tot proactieve, gedragen oplossingen te komen waarbij er sturing is richting consensus en waar we minder repressief moeten optreden.
Focus op de universiteitsbuurt in het historisch centrum
Rond de stadscampus in het historisch centrum van de stad Antwerpen doen zich overlastproblemen voor. Het buurtcomité signaleerde een aantal problemen zoals de lawaaioverlast, wildplassen, braken, peuken, sluikstorten..
In de universiteitsbuurt moeten de verschillende betrokkenen zoals de bewoners, bedrijven, verschillende onderwijsinstellingen en studenten samen een prettig leefomgeving creëren. Het buurtcomité deed zelf ook constructieve voorstellen om de problemen aan te pakken. De bedrijfseenheid maatschappelijke veiligheid wil, samen met alle andere betrokken diensten, op een gecoördineerde manier de overlastfenomenen in kaart brengen, en op de verschillende problemen een gepast antwoord bieden, ook met de inzet van innovatieve, technologische oplossingen. Bedoeling is om tot een aanpak te komen die tot een repliceerbaar model leidt waar we naast technologie ook de randvoorwaarden onderzoeken.
Beschrijving van de oplossing
We brengen stakeholders en technologie samen rond de uitdaging om een leefbare en bruisende stad met elkaar te verzoenen. De universiteitsbuurt in het historisch centrum is hiervoor een perfect living lab omdat het probleem zich daar prangend stelt.
We willen de problemen met beschikbare en plaatselijk gecapteerde data in een dashboard transparant in beeld brengen voor de stakeholders. Met deze stakeholders die we ook uitnodigen zelf data te delen, stellen we een afsprakenkader op met een track rond de inzet van technologie.
Technologie moet ons helpen overlast te beperken en gedrag te nudgen. Heel concreet willen we naast een dashboard ook een transparant en gedragen algoritme opstellen om met artificiële intelligentie de actuatoren in een bepaalde zonde aan te sturen om de overlast te mitigeren in een specifieke context zonder interventie van politie of stadsdiensten. Dankzij het dashboard kunnen deze diensten mee monitoren. Indien nodig, wanneer bepaalde parameters overschreden worden, kan in tweede instantie toch een interventie worden uitgevoerd, ook op basis van meldingen.
-
3Slimme mobiliteit als hoeksteen van een levendige dorpskern – Geetbets
De typische uitdagingen van landelijke gemeenten (vergrijzing, verlinting, verharding, verdichtingsdruk, druk op lokale voorzieningen, weinig performant openbaar vervoer, …) vormen een bedreiging voor de toekomst van een landelijke gemeente als Geetbets. Een focus op kwalitatieve dorpskernversterking kan de ambitie hebben op al deze bedreigingen een antwoord te bieden.
De gemeente Geetbets werkt via verschillende trajecten actief aan het vernieuwd ruimtelijk beleid gericht op dorpskernversterking, dit in samenwerking met verschillende andere overheden en organisaties:
- ‘G’Bets.2.0’ in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant : ontwerpend onderzoek op de drie strategische locaties in de dorpskernen
- ‘Slim parkeerbeleid’ als uitbreiding hiervan, gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid : een visie op de parkeer-en mobiliteitsproblematiek die onvermijdelijk samenhangt met dorpskernversterking.
- Het strategisch project Getestreek, waarbinnen onder andere de studieopdracht ‘Leefbare dorpen” een visie op woonontwikkeling en openbaar domein moet opleveren.
- Een intergemeentelijke kwaliteitskamer en iGecoro, met buurgemeenten Zoutleeuw en Linter.
- ‘Maak een mobipunt’,in samenwerking met de provincie Vlaams Brabant en met subsidies van de Vlaamse overheid, dat in de gemeente een mobipunt op maat wil realiseren.
Deze trajecten leiden samen tot een coherente visie op de toekomstige ontwikkeling van de kernen in de gemeente. Overal blijkt de sterke samenhang tussen ruimtelijk beleid enerzijds (projecten 1, 3 en 4) en mobiliteit en parkeerbeleid anderzijds (projecten 1, 2, 3 en 5).
Het project ‘Slim Parkeerbeleid’ is een sleutelproject in dit verhaal: het zal concrete voorstellen doen over het benodigde parkeerbeleid in de gemeente. Binnen dit pilootproject gaan we op zoek naar een visie die ruimtelijke kwaliteit verzoent met de voor handelaars en voorzieningen benodigde ruimte voor de auto. Dit willen we bereiken door een slim en flexibel beleid dat enerzijds voor elke parkeerbehoefte de juiste locatie kan aanbieden (zowel qua parkeertijd, bestemming als minder/andersvaliditeit) en anderzijds elke parkeerplaats optimaal kan benutten, verweven en maximaal integreren in een kwalitatieve omgeving. Er wordt eveneens ingezet op een modal shift om het STOP-principe voor de lokale korte verplaatsingen te promoten.
Om deze visie te helpen implementeren is de oproep ‘City of Things’ (of in dit geval eerder ‘Town of Things’) een ideale partner. Voor dit projectvoorstel bundelt de gemeente de krachten met de provincie Vlaams-Brabant en Vera, het Vlaams-Brabants steunpunt voor e-government. Samen willen ze de visie, zoals uit te werken in het project ‘slim parkeerbeleid’ uitwerken tot een concreet geheel van beleidsmaatregelen en hard- en software-oplossingen, gekoppeld aan de geplande ruimtelijke herinrichting van de dorpskernen.
Gezien deze ruimtelijke herinrichting nog slechts in onderzoeksfase zit en er nu reeds een aantal problematieken zich voordoen die door een gelijkaardige technologische oplossing kunnen worden gemilderd, wordt eveneens ingezet op een slimme oplossing om op korte termijn hieraan het hoofd te bieden maar die ook kan aangepast/uitgebreid worden naar de bovenstaande toekomstvisies.
Het projectvoorstel bestaat uit drie elementen:
- Slimme handhaving op korte termijn: technologie die de acute problemen mildert: sluipverkeer, parkeeroverlast bij piekbelasting, K&R in de schoolomgeving, vrachtverkeer door de dorpskern, …
- Slimme parkeergeleiding: een manier om na de herinrichting van de Dorpsstraat de bestuurders meteen naar een geschikte en vrije parkeerplek te loodsen op basis van hun persoonlijke parkeernoden. Een multifuctioneel ANPR-systeem kan eventueel worden aangevuld met andere technologieën, bijvoorbeeld (real time) infoborden of andere ideeën.
- Slimme handhaving op lange termijn: een slim parkeerbeleid kan niet zonder handhaving, maar dit is zeer tijdrovend voor politiediensten van kleine gemeenten. We zoeken naar een evenwocht in enerzijds complexiteit en flexibiliteit en anderzijds technologische oplossingen voor handhaving.
Dankzij de samenwerking met de provincie en Vera is het project een uitgelezen pilootproject voor de implementatie van een slim parkeerbeleid in de dorpskernen. De parallelle projecten (1, 2, 3, 4 en 5) zijn allen expliciet bedoeld als piloot-of voorbeeldproject om nadien toe te passen op andere dorpskernen en willen allen een voorbeeld zijn voor de visievorming en implementatie van ruimtelijk beleid, mobiliteitsbeleid en parkeerbeleid in dorpskernen. De provincie Vlaams-Brabant, via het in opmaak zijnde provinciaal ruimtelijk beleidsplan en via het project ‘Lokale Ruimte Trajecten’ en Vera als provinciaal steunpunt e-government, zijn zeer goed geplaatst om de resultaten van dit pilootproject te transfereren naar andere dorpskernen in de provincie.
-
4BEReSLIM – Genk
In BEReSLIM gaan Stad Genk en Stad Hasselt samen met de projectpartners op zoek naar een loT-oplossing om de bevolkingsgroep die verwarmt op elektriciteit en niet direct in de mogelijkheid is tot renovatiewerken een besparingsmogelijkheid te bieden. Het project loopt 1 jaar, waarna een aanbesteding moet volgen om het product ook effectief te kunnen aanbieden aan de bevolking.
Gedurende de looptijd van het project zal een groep van 30 woningen/appartementen geselecteerd worden om een nog te selecteren bestaande sturing voor elektrische ruimteverwarmers en boilers te testen gedurende 6 manden. Tijdens die 6 maanden zullen in een co-creatietraject naast elkaar gelegd worden:
- De ervaringen van de gebruikers over het geïnstalleerde product. Ook de effectief gerealiseerde besparing wordt bekeken.
- De nodige technische vereisten voor sturing vanuit netbeheerderszijde en/of elektrische marktzijde. De sturing moet mogelijk zijn, maar mag geen inbreuk zijn op de welvaart of het welzijn van de eindgebruiker.
- De datanoden van de verschillende deelnemers aan het co-creatietraject:
- Gebruikersgroep
- Stad Genk en Stad Hasselt
- Kennisinstellingen
- Stebo en Dubo Limburg
- Netbeheerder
- Relevante actoren uit het HVAC-werkveld
- De potentiële business modellen. Ook deze worden met alle bovenstaande partijen doorgenomen om tot een model te komen dat een meerwaarde creëert voor alle partijen.
Na de 6 maanden zijn bijgevolg alle functionele, ergonomische en financiële noden gecapteerd. Deze zullen gedestilleerd worden in een bestektekst, dewelke via openbare aanbesteding ook toegankelijk moet zijn voor andere Vlaamse steden en gemeenten.
-
5Museum of Things for People – Gent
Museum of Things for People (MTP) is een vooronderzoek, inhoudelijk getrokken door het Design Museum Gent, naar hoe loT-technologie kan bijdragen tot een verbetering van de aangeboden diensten en een verrijking van de bezoekerservaring. Dit project is een samenwerking tussen Stad Gent, Stad Oostende, Design Museum Gent, Digipolis Gent en de Waalse Krook.
MTP start, zoals de naam aangeeft, vanuit een Smart Space-setting die zal gebouwd worden in het Design Museum Gent om een aantal business cases en technische vereisten onder de loep te nemen. Aan de hand van de living lab methodologie willen we met echte bezoekers zoeken naar hun specifieke noden en hoe onze opzet daartoe een oplossing kan bieden. Niet enkel dat, maar ook hoe bepaalde keuzes voor technologie de privacy van de bezoekers kan vrijwaren en hoe we privacy voorop kunnen stellen. De Stad Oostende gaat mee vanuit de Smart Space op zoek naar hoe zij deze use cases en learnings kunnen gebruik voor de tentoonstellingen in de Venetiaanse Gaanderijen.
De loT-opstelling moet de partners in staat stellen om de bezoeker doorheen het museum te volgen en data te verzamelen over welke route ze nemen, bij welke objecten ze blijven staan, welke objecten ze overslaan, … Door het gebruik van één of meerdere types sensoren willen we nadien de verzamelde data van de bezoeker, koppelen aan de data van de objecten en kunstwerken om zo een interesseprofiel te bekomen. Op basis van dit interesseprofiel ontvangt de bezoeker na het bezoek gepersonaliseerde aanbevelingen. Hiermee willen we de bezoeker andere objecten, tentoonstellingen en andere points-of-interest aanbieden in de stad en zo de culturele ervaring doortrekken doorheen de stad en de bredere regio.
Alle resultaten uit dit vooronderzoek willen we digitaal ontsluiten onder een open licentie om ook andere Vlaamse culturele instellingen de kans te geven om hieruit te leren en sneller kunnen schakelen in het opzetten van eigen loT-systemen.
De resultaten van dit project werden gepubliceerd in de Praktijkenbank van VVSG
-
6Renometer – Gent
De Stad Gent wil in 2050 een klimaatneutrale stad zijn. Het energieverbruik van de woningen zorgt voor ongeveer 25 % van de CO²-uitstoot. Een toekomstplan voor bestaande woningen is een cruciale factor voor het realiseren van de klimaatambities.
De Stad Gent heeft met de Energiecentrale al een concrete werking opgezet om deze ambities te helpen realiseren (zie stad.gent/energiecentrale). Elke Gentenaar kan beroep doen op de Energiecentrale van de stad Gent voor gratis renovatieadvies en begeleiding bij het energiezuinig maken van zijn/haar huis. Vaak gaat de Gentenaar zelfstandig met dit advies aan de slag, maar voor wie dat wenst kan de Energiecentrale de werken begeleiden van offerteaanvraag tot uitvoering van de werken.
De werking van de Energiecentrale is erg succesvol. Per jaar worden zo’n 1500 huizen bezocht voor een energieadvies op maat. Bij zo’n 30% leidt dit advies tot de effectieve realisaties in de huizen onder begeleiding van de Energiecentrale. Een mooi resultaat. De komende jaren heeft de stad de ambitie om de werking van de energiecentrale op te schalen, wat moet leiden tot een verdubbeling van energieadviezen en renovatiebegeleidingen.
Gedurende de looptijd van het project willen we bij bewoners die onder begeleiding van de Energiecentrale renoveren een monitoringssysteem installeren op de gas-, elektriciteits- en waterteller. Dit geeft inzicht in de reële energiebesparing (in euro’s en in kWh) nadat er energiezuinige werken werden uitgevoerd in woningen (isolatie, vervangen van ramen, energiezuinige verwarming, inzetten van hernieuwbare energie). Voor de klant ontwikkelen we een dashboard zodat hij zijn energieverbruik voor en na de werken kan opvolgen, het kan motiveren voor volgende ingrepen en het kan energiezuinig gedrag stimuleren. Langs de zijde van de Energiecentrale willen we de verzamelde data inzetten om de adviezen accurater en beter te maken. Tot slot willen we de data ook inzetten om meer Gentenaren te overtuigen om meerdere stappen te zetten in het energiezuinig maken van hun huizen.
-
7Nachtlawaai verminderen d.m.v. technologie en nudging – Leuven
De Naamsestraat in Leuven is één van de 5 zogenaamde “doortrekkersstraten” waarlangs mensen uit het uitgaanscentrum van Leuven terugkeren naar huis. ’s Nachts levert dit regelmatig problemen op zoals rondslingerend afval, vandalisme, storend gedrag en ook nachtlawaai. Met dit project wil de stad Leuven, op een niet-repressieve manier, in een deel van de Naamsestraat storend straatnachtlawaai capteren om zicht en greep te krijgen op het probleem en deze data tegelijkertijd gebruiken om real time nudging technieken aan te sturen om het nachtlawaai wanneer het zich voor doet te verminderen.
Met deze aanpak kunnen we:
- actiegedreven nudging technieken uittesten in een living lab opstelling
- storend straatnachtlawaai geautomatiseerd definiëren wat ons kan helpen in de aanpak van deze problematiek in de rest van Leuven
- storend straatnachtlawaai in kaart brengen en zo het probleem objectiveren zonder dat er manuele melding moeten worden gemaakt bij of moet worden ingegrepen door de politie
- analyseren op welke momenten en door welke externe parameters storend nachtlawaai wordt geïntensifieerd en zo predictieve modellen opzetten die politie,stewards of nachtwachten kunnen helpen in betere planning van de interventies en ingrepen.
-
8Mobiliteitsmanagement met ANPR – Puurs
De gemeenten en politiezones in de Regio Rivierenland (Berlaar, Bonheiden, Bornem, Heist-Op-Den-Berg, Duffel, Lier, Mechelen, Nijlen, Putte, Puurs, Sint-Amands, Sint-Katelijne-Waver en Willebroek) hebben geïnvesteerd in ANPR-hardware, maar slechts een beperkt deel van de mogelijke toepassingen daarvan wordt benut. Nochtans genereren de ANPR-camera’s data die alternatief alleen via dure onderzoeken vergaard kunnen worden. Vooral het niet-politionele gebruik van ANPR-gegevens is nog te ontwikkelen terrein in Vlaanderen.
ANPR-data kunnen toepassingen hebben in allerlei domeinen. Met dit project inventariseren we de mogelijkheden en maken we een selectie van toepassingen op basis van draagvlak en technische, financiële en juridische haalbaarheid. Die toepassingen werken we uit tot bruikbare en schaalbare eindproducten.
Het project ‘Mobiliteitsmanagement met ANPR’ legt de klemtoon op toepassingen die een meerwaarde betekenen voor de doorstroming, veiligheid en leefbaarheid van het verkeer in de regio. Daartoe beoogt het project het uitwerken van een implementatietraject, business model en overheidsopdracht voor slimme toepassingen op basis van data die verzameld worden met de ANPR-camera’s.
Secundaire doelen voor dit project zijn:
- Open data ter beschikking stellen van ontwikkelaars en gemeenten.
- Op lokaal niveau ervaring opdoen met slimme datasystemen en de opstap maken naar een Smart Region Strategy.
- Investering in ANPR-camera’s beter benutten.
IGEMO is praktisch gezien de coördinerende uitvoerder en projectleider van het project. Naast gemeenten in de regio en IGEMO zal ook een kennispartner betrokken zijn. Ook van de kennisinbreng voorzien vanuit IMEC, zal gebruik gemaakt worden. Door de contacten met de kennispartner en met IMEC zetten de gemeenten zich op de kaart als innovatieve regio op het vlak van slimme technologieën.
In vele gemeenten in Vlaanderen leeft de wil met praktisch bruikbare technologische oplossingen aan de slag te gaan. Aangezien de ANPR-camera’s en het optimaal gebruik daarvan, een problematiek is die zich voor bijna alle gemeenten stelt, is het project relevant voor vele gemeenten in Vlaanderen.
-
9ANPR camera’s – Turnhout
Het doel van dit project is tweeledig: in eerste instantie willen we een onderzoek voeren naar standaarden, systemen, datamodellen en platformen die noodzakelijk zijn om ANPR camera data op een toegankelijke en bruikbare manier voor lokale besturen te ontsluiten. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op het in kaart brengen van bestaande praktijken en wil vanuit die analyse benoemen wat we missen als belangrijke technische basis voor een toegankelijk ANPR-camera data platform voor lokale besturen.
Een tweede doelstelling van het project gaat uit van een reeds bestaand toegankelijk platform van ANPR-camera data en wil onderzoeken welke use cases en/of inzichten we bijkomend kunnen ontwikkelen op basis van de ANPR-camera data en welke eventuele aanpassingen technisch nodig zijn om die gewenste informatie te bekomen.
Het eindresultaat van bovenstaande doelstellingen is een uitgeschreven bestek dat op technisch vlak alle componenten bevat die we vandaag missen om te komen tot een gemeenschappelijk platform voor ANPR-data en die op basis van de gewenste use cases ook duidelijke functionele vereisten bevat.
-
10Monitoring van de Laak – Tremelo
Dit project is erop gericht om, met de inzet van technologische innovatie onder de vorm van sensoren of andere slimme meetinstrumenten, de waterkwaliteit en -niveau van de Laak permanent te monitoren om op basis van de verworven data en inzichten, gerichte beleidsacties uit te werken.
Hiermee willen de indienende gemeenten drie doelstellingen bekomen:
- Het watervoerend maken van de Laak in een stroomversnelling krijgen en de waterkwaliteit voor en na deze verandering in kaart krijgen.
- Vervuilers detecteren en door permanente metingen beter kunnen opvolgen om gerichtere acties te ondernemen.
- De informatie rond de kwaliteit van het water meenemen in een publieksgerichte werking rond de Laak opzetten vanuit educatief en recreatief opzicht.
Een belangrijk element waar in dit project rekening mee gehouden zal worden is de betaalbaarheid en haalbaarheid van de gekozen technologische oplossing zodat ook kleinere lokale besturen er mee aan de slag kunnen.
-
11Databroker – Gent
Er zijn verschillende (open)databronnen beschikbaar in Vlaanderen. Deze zijn thematisch of territoriaal georganiseerd, wat het voor de (her)gebruiker niet altijd makkelijk maakt om alle beschikbare data te vinden.
Anderzijds merken we dat potentieel ontsluitbare data blijven liggen door het ontbreken aan technische middelen of kennis om de data te publiceren. Niet enkel bij overheden, maar privé personen, organisaties en bedrijven drukken de wens uit (loT)data te publiceren.
Bij nieuwe projecten worden publiceerbare data gegenereerd, die niet altijd verspreid worden vanuit technische/budgetoverwegingen.
Ervaring uit binnen- en buitenland leert dat zowel de portaalaanpak als de combinatie van realtime/sensordata met statische (geo)data een meerwaarde biedt.
Om het aanbod technisch te harmoniseren, potentiële databronnen makkelijk te publiceren en data te delen onder (al dan niet betalende) voorwaarden, manifesteert zich een nood naar een databroker. Een databroker plaatst zich tussen de loT-devices en bundelt sensordata van publieke en private bronnen om die nadien als open/shared/closed data weer vrij te geven aan bepaalde profielen.
Hiervoor willen we een Open Source technologie stack uitbouwen, decentraal gemanaged, die data kan publiceren, een loT-broker systeem omhelst en makkelijk te implementeren is voor andere steden en gemeenten.
De resultaten van dit project werden gepubliceerd in de Praktijkenbank van VVSG.
-
12Wij leveren – Leuven
Het project voorziet in een state-of-the-art digitaal distributieplatform waarop alle lokale handelaars in Leuven en buurgemeenten hun bestellingen kunnen plaatsen en daarna door een (duurzame) logistieke speler laten ophalen en op een slimme en efficiënte manier doen uitleveren in en rond Leuven (en bij uitbreiding Vlaanderen/België). Een “trustee” zorgt ervoor dat alles in het logistiek samenwerkingsverband fair en correct verloopt. Hiermee slaan de stad Leuven en haar buurgemeenten twee vliegen in één klap: ze ontzorgen de lokale handelaars én verminderen en verduurzamen de logistieke verplaatsingen. Er wordt maximaal ingezet op het doen aanhaken van zoveel mogelijk actoren binnen een community werking en waarbij deze actoren (handelaars, consumenten en transporteurs) zich op een vlotte en veilige manier op het distributieplatform kunnen connecteren.
-
13INVEST – POM West-Vlaanderen
Interprovinciaal project dat wil inzetten op een efficiënt en effectief detailhandelsbeleid en een florerend en toekomstbestendig (duurzaam) detailhandelsapparaat in Vlaanderen. Ze willen dit beleid, dat kernversterking en lokaal kopen als uitgangspositie heeft, meer baseren op slimme data en tools om het zo meer onderbouwd, accurater en performanter te maken, alsook benchmarking mogelijk te maken. De gemeenten krijgen bijkomende data ter beschikking en zullen geholpen worden deze te vertalen naar hun detailhandelsbeleid in de ruime zin. Ook detailhandelaars zelf zullen gebruik kunnen maken van bepaalde data om zo hun verkoop beter te analyseren en performanter te maken of om betere keuzes te kunnen maken bij (her-)allocatie van nieuwe/bestaande winkels. Daarnaast wordt ook een interprovinciale promocampagne voorzien om het lokale kopen te stimuleren.
-
14De Sint-Niklase Stadsmunt – Sint-Niklaas
De stad Sint-Niklaas wenst een stadsmunt uit te rollen om de positieve inzet van mensen voor de stad te belonen en het lokaal winkelen actief te promoten. Hiermee bouwen ze voort op het bestaande getrouwheidssysteem. Met de ontwikkeling van de Sint-Niklase stadsmunt willen ze een beleidsinstrument ontwikkelen dat inwoners beloont voor wenselijk gedrag op vlak van lokaal kopen maar ook op vlak van mobiliteit, ecologie, sociale cohesie, … Deze wordt ontwikkeld in co-creatie met diverse stakeholders (inwoners, handelaars, middenveld, experten) en met slimme technologie. Lees ook het verhaal over de “Sengzen”.
-
15VLOED – Brugge en Gent
Met het project VLOED willen de steden Gent en Brugge in de eerste plaats aan economische actoren binnen hun stad (handelaars, horeca-uitbaters, ondernemers, investeerders, …) een platform bieden dat hen bruikbare informatie kan verschaffen over het druktebeeld in de stad. Hoeveel winkelende bezoekers passeren er in een handelsstraat? Waar is het zinvol om te investeren? Deze actoren zijn sterk geïnteresseerd in evoluties en willen tijdsintervallen met elkaar kunnen vergelijken, zoals hoeveel bezoekers er waren tijdens een koopzondag/braderie/solden dit en vorig jaar. Het project start met een gebruikersonderzoek om maximaal in te kunnen spelen op de noden en verwachtingen van ondernemers. Via analyse en combinatie van de al beschikbare databronnen gaan ze niet alleen het actuele druktebeeld weergeven maar ook komen tot bruikbare druktevoorspellingen. Met behulp van AI en data science laten ze algoritmes trainen die gaan voorspellen hoe druk het zal worden. Aan de hand van proeftuinen in beide steden willen ze onderzoeken welk meetsysteem de meest relevante en accurate data oplevert. Tot slot gaan ze deze data zowel voor intern als extern gebruik verder uitbreiden en de opgedane kennis en inzichten delen met de bestaande data-community en andere geïnteresseerde overheden en kennisinstellingen.