Vlaams beschermingsmechanisme 9 (steunperiode maand juni)

Laatst gewijzigd op 28 jun 2021 (Alle wijzigingen)
Geen aanvraag meer mogelijk

Samengevat

Voor wie
zelfstandigen en ondernemingen
Voor wat
verplichte sluiting of omzetdaling van minstens 60% in juni 2021
Subsidie
10% van de omzet van juni 2019 (5% voor bijberoepers)

Wat houdt de maatregel in

Deze premie was er voor ondernemers in het Vlaamse Gewest die door de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020, inzake het coronavirus te kampen hebben met een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 juni 2021, t.o.v. dezelfde periode in 2019.

Wie verplicht moest sluiten kan voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder de omzetdaling aan te tonen. Cafés en restaurants mochten vanaf 9 juni volledig heropenen en konden nog steeds een aanvraag indienen als verplicht gesloten sector voor de periode van 1 tot en met 8 juni 2021.

De premie bedraagt 10% van de omzet tijdens van 1 juni 2021 tot en met 30 juni 2021, beperkt tot een bepaald bedrag dat varieert in functie van het aantal RSZ ingeschreven werknemers. Zelfstandigen in bijberoep krijgen 5% steun. 

Je kon deze premie aanvragen van 6 juli 2021 tot en met 5 augustus 2021 (20 uur) op de website van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO): Vlaams beschermingsmechanisme 9. Voor juli, augustus en september voorziet de Vlaamse Regering ook steun voor een beperkte groep van ondernemers. Deze maatregel is echter nog niet operationeel. Meer informatie volgt nog via de nieuwsbrief.

Wie komt in aanmerking

Ondernemingen die open zijn met een omzetdaling van 60% of verplicht moesten sluiten

Deze premie is er voor de onderneming met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest:

  • die open is maar die ingevolge de maatregelen van het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020 inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid geconfronteerd wordt met een omzetdaling van minstens 60% in de periode van 1 mei 2021 tot en met 31 mei 2021.
  • die verplicht gesloten is in de periode van 1 juni 2021 tot en met 31 juni 2021.

De referentieperiode is de maand juni 2019.

Wie verplicht moet sluiten kan voor de sluitingsperiode steun aanvragen zonder de omzetdaling aan te tonen. Cafés en restaurants mochten vanaf 9 juni volledig heropenen en kunnen nog steeds een aanvraag indienen als verplicht gesloten sector voor de periode van 1 tot en met 8 juni 2021.

Cafés en restaurants kunnen, ondanks het feit dat hun terrassen mochten openen op 8 mei, nog steeds de aanvraag indienen voor verplichte sluiting voor de volledige maand mei en moeten hun omzetdaling niet aantonen.

Ondernemingen die hoofdzakelijk toeleveren aan een gesloten sector kunnen eveneens kiezen voor de periode van verplichte sluiting van hun afnemers. In dat geval moeten ze evenwel ook een omzetdaling van minstens 60% hebben.

Ben je een restaurant dat in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 juni  2019 50% of meer van zijn omzet uit take away-activiteiten haalde, dan moet je ook de omzetdaling aantonen om in aanmerking te komen voor steun.

Je bent een café of restaurant als je als hoofdactiviteit de volgende RSZ- of btw-NACE-code hebt in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO): 

  • 56101 - Eetgelegenheden met volledige bediening;
  • 56102 - Eetgelegenheden met beperkte bediening;
  • 56301 - Cafés en bars.

Zij moeten meer dan 50% van hun omzet halen uit deze activiteit.

Bovendien moet je beantwoorden aan volgende voorwaarden:

Zelfstandigen en ondernemingen 

Je komt in aanmerking als je op 1 mei 2021 tot één van de volgende categorieën behoort:

  • Zelfstandige in hoofdberoep
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft van minstens € 13.993,78
  • Zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen (netto belastbaar inkomen) heeft tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende minder dan 80% is tewerkgesteld (= helft van de premie) 
  • Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat recht met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een buitenlandse onderneming met vergelijkbaar statuut met minstens 1 werkend vennoot of minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid
  • Een vereniging met economische activiteit met minstens 1 voltijdsequivalent bij de RSZ ingeschreven personeelslid.

Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.

Gepensioneerden die een zelfstandige activiteit uitoefenen en student-zelfstandigen komen in aanmerking voor zover ze voldoen aan voormelde voorwaarden. Ook journalisten en andere beroepscategorieën die van rechtswege zijn vrijgesteld van de wettelijke bijdragen kunnen genieten van deze steunmaatregel.

Algemene voorwaarden
  • De onderneming of zelfstandige is volgens de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) op 1 juni 2021 actief. Ondernemingen die zich in een niet-actieve toestand bevinden zijn uitgesloten (bijvoorbeeld ingeval van faillissement, vereffening, stopzetting, enzovoort).
  • De onderneming heeft op 1 juni 2021 een actieve exploitatie- of uitbatingszetel in het Vlaamse Gewest. 
Uitgesloten ondernemingen

Volgende ondernemingen zijn uitgesloten:

  • holdingvennootschappen;
  • patrimoniumvennootschappen (verhuur en exploitatie van eigen of geleased niet-residentieel onroerend goed, exclusief terreinen);
  • managementvennootschappen;
  • ondernemingen waarvan de zaakvoerder als bestuurder of vennoot verbonden is met een andere onderneming die de subsidie heeft ontvangen en waaraan zij zakelijke diensten verlenen;
  • de ondernemingen die achterstallige schulden hebben bij VLAIO naar aanleiding van een terugvordering van een onterecht ontvangen corona hinderpremie, corona compensatiepremie, corona ondersteuningspremie of een Vlaams Beschermingsmechanisme;
  • de ondernemingen die op 1 juni 2021 nog niet opgestart waren en niet beschikten over een actieve exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest overeenkomstig de KBO;
  • middelgrote en grote ondernemingen die op 31 december 2019 in moeilijkheden waren;
  • kleine ondernemingen die op 31 december 2019 in moeilijkheden waren en momenteel in een nationale insolventieprocedure (WCO) zitten;
  • de kredietinstellingen en de financiële instellingen die onder toezicht vallen van de Nationale Bank van België. 
Indien je achterstallige schuldige hebt bij VLAIO 

Indien er achterstallige schulden zijn bij VLAIO ingevolge een terugvordering van een corona hinderpremie, een corona compensatiepremie, een corona ondersteuningspremie of één van de vorige Vlaams beschermingsmechanismen, dan kan je:

  • wel een aanvraag indienen,
  • de uitbetaling van de premie zal echter pas gebeuren nadat je de openstaande schuld hebt terugbetaald,
  • indien de schuld onbetwist is, d.w.z. dat er geen bezwaar of beroep loopt tegen de betreffende terugvordering, kan het steunbedrag van dit Vlaams beschermingsmechanisme in mindering gebracht worden van de terug te betalen schuld aan VLAIO.

Omzetdaling

Omzetdaling 60%

Je moet als onderneming een omzetdaling van minstens 60% hebben ten gevolge van vermelde exploitatiebeperkingen door de coronamaatregelen in de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 juni 2021.

De referentieperiode is de volledige maand juni 2019.

De omzetdaling is de daling van de omzet (excl. btw) ingevolge verminderde prestaties door de vermelde exploitatiebeperkingen, dus niet door uitgestelde facturatie. De omzetdaling wordt aangetoond op basis van een van volgende elementen:

  • dagontvangsten
  • geleverde prestaties
  • tijdsregistratie

Je moet deze omzetdaling motiveren: Zie aanvraagprocedure.
Ondernemingen die verplicht werden te sluiten, dienen de exploitatiebeperking niet te motiveren in de aanvraag.

Uitzonderlijke en éénmalige opbrengsten of inkomsten worden niet meegeteld voor de berekening van de omzetdaling.

Je had een abnormaal lage omzet in de referentieperiode?

Als je een abnormaal lage omzet realiseerde door bepaalde uitzonderlijke omstandigheden (zwangerschapsverlof, arbeidsongeschiktheid, hinder wegenwerken, sluiting door renovatiewerken, vaderschapsverlof, mantelzorg…) dan mag je de periode vervangen door een andere referentieperiode. In je aanvraag moet je wel motiveren waarom je voor een andere referentieperiode kiest. De alternatieve referentieperiode kan enkel een periode zijn in 2019 of 2020.

Je bent een startende onderneming?

Dan vergelijk je de gerealiseerde omzet in de periode van omzetdaling in 2021 met de verwachte omzet uit je financieel plan voor diezelfde periode. Startende ondernemingen die geen financieel plan moesten neerleggen bij opstart (bv. eenmanszaken) moeten een financieel plan opstellen om de lagere omzet te verantwoorden. Als startende onderneming worden voor deze steunmaatregel beschouwd de ondernemingen met startdatum vanaf 1 juli 2019 in de KBO.

Hoe kunnen ondernemingen die werken met het forfaitair btw-stelsel hun omzetdaling aantonen?

Ondernemingen die werken met het forfaitair btw-stelsel moeten een geraamde omzet opgeven. Deze raming wordt gemaakt op basis van de aankoopborderellen, aankoopfacturen, uurtarieven. Je vindt op deze webpagina meer informatie over welke ondernemingen met het forfaitair btw-stelsel kunnen werken

Bewijsstukken die kunnen worden opgevraagd ter controle van deze geraamde omzet zijn dezelfde bewijsstukken die moeten bijgehouden worden voor de FOD Financiën.

Omzetdaling door andere reden dan corona?

Ondernemingen die een verminderde omzet hebben die niet het gevolg is van de coronamaatregelen opgelegd door het Overlegcomité vanaf 28 oktober 2020 en later inzake het coronavirus en de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten inzake burgerlijke veiligheid komen niet in aanmerking voor deze steun.

Omvang steun

Ondernemingen en zelfstandigen in hoofdberoep of gelijkgesteld (status per 1/6/2021)

De premie bedraagt 10% van de omzet, exclusief btw, in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 juni 2019.

De maximale steun bedraagt voor de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 juni 2021:

  • €  7.500 voor ondernemingen zonder tewerkstelling of een RSZ-tewerkstelling tot en met 9 werknemers
  • €  15.000 voor ondernemingen vanaf 10 werknemers tot 49 werknemers
  • €  40.000 voor ondernemingen met 50 werknemers of meer.

Er is eveneens een minimum steunbedrag voorzien van € 600.

De minimum en maximum steunbedragen voor gesloten sectoren zijn afhankelijk van het aantal verplicht gesloten kalenderdagen. Een lijst van die gesloten sectoren met de toepasselijke minimum en maximum steunbedragen kan je hier raadplegen.

Zelfstandigen in bijberoep (status per 1/6/2021)

Voor een zelfstandige in bijberoep die in 2019 een beroepsinkomen had tussen € 6.996,89 en € 13.993,78 en als loontrekkende niet 80% of meer is tewerkgesteld, wordt de subsidie gehalveerd in vergelijking met zelfstandigen in hoofdberoep. 

Een startende zelfstandige die in 2019 geen volledig beroepsinkomen heeft, wordt gelijkgesteld met één van bovenstaande gevallen gelet op het verwachte beroepsinkomen, vermeld in het financieel plan.

Toekenning op ondernemingsniveau

De steun wordt toegekend op ondernemingsniveau. Dit betekent dat ondernemingen met toegestane en gesloten activiteiten of vestigingen enkel als verplicht gesloten worden beschouwd als ze hun omzet halen uit de gesloten hoofdactiviteit. De hoofdactiviteit is de activiteit die meer dan 50% van de omzet genereert.

Beperkingen

Ondernemingen die exploitant zijn van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt of een traiteurszaak, die regelmatig cateringdiensten verricht, krijgen eveneens een subsidie van 10% van de omzet, exclusief btw, maar dan wordt het steunbedrag beperkt tot maximum € 1.500 als men niet beschikt over een zogenaamde witte kassa.

Enkel steun als je zaak open is 

De steun is er voor de ondernemingen die door de beperkende coronamaatregelen, opgelegd door het Overlegcomité, open zijn (tenzij sluiting jaarlijkse vakantieperiode). 

De steun is er uiteraard ook voor de ondernemingen die verplicht hun zaak moesten sluiten door deze maatregelen.

Europese Tijdelijke Kaderregeling

Deze maatregel werd aangemeld onder het artikel 3.1 van de Tijdelijke kaderregeling in het kader van de huidige COVID-19-uitbraak. Dit artikel laat toe dat maximaal € 1.800.000 steun per onderneming kan worden toegekend. Voor ondernemingen actief in de landbouwsector bedraagt het maximum steunplafond € 225.000 en voor ondernemingen actief in de visserij en aquacultuursector € 270.000.

Een lijstje van VLAIO maatregelen die werden aangemeld onder dit artikel vind je terug op Veel gestelde vragen: De-minimis (Welke steun valt er onder). Ook bepaalde andere Vlaamse en federale maatregelen werden hieronder aangemeld (vb. De RSZ vermindering voor de hotel, reissector en evenementensector, Coronalening (eerste schijf van € 1,8 miljoen).

Bij de berekening van deze drempel wordt de volledige subsidie, lening of waarborg meegeteld. Het voordeel wordt dus bij een lening of waarborg niet omgerekend naar een Bruto Subsidie Equivalent (BSE) zoals bij de Europese de-minimisverordening. 

Aanvraagprocedure

Aanvraag vanaf 6 juli 2021

De online-aanvraag is mogelijk vanaf 6 juli 2021 tot en met 5 augustus 2021 (20 uur) op www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/vlaams-beschermingsmechanisme-9.

Per onderneming dien je één aanvraag in.

Lees aandachtig de handleiding vooraleer je de aanvraag indient alsook de veelgestelde vragen

Bereid je aanvraag zorgvuldig voor: elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!

Belangrijk: Motivering omzetdaling

Bij de aanvraag zal de onderneming de link moeten leggen dat de omzetdaling het direct of indirect gevolg is van de coronamaatregelen. De link leggen tussen de maatregelen die moeten nageleefd worden en de gevolgen hiervan op de beroepsuitoefening moet als volgt worden gemotiveerd:

  1. over welke coronamaatregel vanaf 28 oktober gaat het. Check hiervoor www.info-coronavirus.be/nl/faq;
  2. en hoe deze coronamaatregel vanaf 28 oktober de normale uitoefening van de beroepsactiviteit onmogelijk maakt.

Ondernemingen die verplicht werden te sluiten dienen de exploitatiebeperking niet te motiveren in de aanvraag als ze steun aanvragen voor de periode van verplichte sluiting.

Verklaring op eer

Bij elke aanvraag moet er een verklaring op eer worden ondertekend. Elke valse verklaring is een inbreuk tegen de wetgeving en zal gesanctioneerd worden.

Je dient de bewijsstukken voor een controle gedurende 5 jaar bij te houden.

Wanneer uit een controle van VLAIO blijkt dat de steun ten onrechte werd aangevraagd, zal de uitbetaalde steun teruggevorderd worden. Het terug te betalen steunbedrag zal verhoogd worden met een administratiekost van € 100.

Automatische uitbetaling

De uitbetaling van de premie gebeurt automatisch na goedkeuring van de aanvraag door VLAIO en enkel op een Belgisch rekeningnummer van de begunstigde onderneming. 

De steun wordt niet uitbetaald als je achterstallige schulden hebt bij VLAIO (zie rubriek Wie komt in aanmerking).

Bereid je aanvraag zorgvuldig voor. Elke manuele aanpassing (rechtzetten van fouten na de indiening) vertraagt het uitbetalingsproces aanzienlijk!

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van wijzigingen van deze maatregel en andere maatregelen in de Subsidiedatabank? Dat kan via de gratis 'Nieuwsbrief van de Subsidiedatabank'.

Contact

Je kan op de website ook een FAQ rubriek terugvinden. Lees deze aandachtig voor indiening.

Adres

Koning Albert II-laan 35 bus 12
1030 Brussel
België

Telefoon
E-mail