Gewijzigde maatregelen

Europa geeft heel wat financiële ondersteuning voor infrastructuurinvesteringen: investeringen in gebouwen, wegen, machines en installaties. Hierbij een overzicht van de belangrijkste Europese programma's waar je een beroep op kan doen.

De Alternative Fuels Infrastructure Facility (AFIF) is een financieringsinstrument (onder het Connecting Europe Facility programma (CEF)) om de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen te ondersteunen. Voor de financiering moet er worden samengewerkt met een financiële instelling (10% van de projectbegroting). Er zijn 2 opties: ofwel een banklening; ofwel een lening bij een Implementing Partner (IP) geaccrediteerde Europese of nationale financiële instelling, zoals PMV in Vlaanderen. Momenteel loopt er een tweede oproep met drie deadlines: 24 september 2024, 11 juni 2025 en 17 december 2025. De focus van deze oproep ligt vooral op de laadinfrastructuur voor zwaar vervoer langs het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T), inclusief op veilige en beveiligde parkings en in stedelijke knooppunten van het TEN-T-netwerk. Meer informatie op de website van het departement Mobiliteit en Openbare Werken Alternative Fuels Infrastructure Facility en in het nieuwsbericht op de website van PMV.

Europa geeft heel wat financiële ondersteuning aan onderzoek en innovatie. Dit doet ze voornamelijk via het belangrijkste Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europe maar ook nog via een aantal andere programma’s, zoals Digital Europe, EU4Health, EDF, LIFE enz.

De oproep 2024 voor het Milieu- en klimaatprogramma LIFE werd gelanceerd op 18 april 2024 (deadline september 2024). Voor meer informatie kan je terecht op de website van CINEA.

Werkgevers kunnen in bepaalde gevallen gedeeltelijk worden vrijgesteld om de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de lonen van bepaalde werknemers door te storten aan de fiscus. Deze maatregel geeft een overzicht van de meeste mogelijkheden: investeren in een steunzone, onderzoek en ontwikkeling, opleiding, ploegen- en nachtarbeid, starters, enz...

1. Werkgevers die getroffen worden door een natuurramp (o.m. overstroming) die vanaf 1 juli 2021 heeft plaatsgevonden, kunnen een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing bekomen op het loon van de werknemers die tewerkgesteld zijn in een inrichting die schade heeft geleden. Het formulier om de belastingvrijstelling aan te vragen is echter nog steeds niet beschikbaar. Het Wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen (Parlementair Document 55K3865) voorziet daarom o.m. een verlenging van de verjaringstermijn van drie naar vijf jaar. Dit om de werkgevers die getroffen zijn door de overstromingen in de zomer van 2021 toch nog de kans te geven om deze vrijstelling te kunnen aanvragen. 2. Dit Wetsontwerp voorziet ook in de overgangsregeling 'Ploegenarbeid bis'. Een van de toepassingsvoorwaarden van de huidige ‘Vrijstelling voor ploegenarbeid’ is dat de ploegen hetzelfde werk doen qua inhoud en qua omvang. Deze voorwaarde werd nooit strikt gedefinieerd. Begin 2024 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de fiscus deze voorwaarde streng mag interpreteren en de vrijstelling uitsluitend mag aanvaarden voor ondernemingen waar letterlijk aan deze voorwaarde voldaan is. Hierdoor kunnen veel ondernemingen geen gebruik meer maken van deze regeling. Daarom wordt er tijdelijk (tot eind 2026) een regeling 'Ploegenarbeid bis' ingevoerd.

Om duurzaam woon-werkverkeer te bevorderen bestaan er voor de werkgever verschillende fiscale voordelen en subsidies van de Vlaamse overheid (Pendelfonds).

1. Om werkgevers te stimuleren om de terugbetaling van treinabonnementen te verhogen is er een nieuw tijdelijk belastingkrediet op komst. Heb je als werkgever geen derdebetalersovereenkomst afgesloten en je belooft minstens 71,8 % van de kosten van het NMBS-abonnement te dragen, dan zal de federale overheid nog eens voor 7,5 % tussenkomen waardoor de werknemer uiteindelijk slechts 20,7 % betaalt. Meer informatie in het Wetsontwerp houdende diverse fiscale bepalingen (Parlementair Document 55K3865). 2. Vanaf 1 januari 2024 bedraagt de fietsvergoeding, vrijgesteld van fiscale en sociale bijdragen, € 0,35 per effectief met de fiets afgelegde kilometer. Er werd echter ook een maximumbedrag vastgelegd van € 2.500 per kalenderjaar. Deze bovengrens wil men verhogen tot € 3.5000 vanaf 1 januari 2024, zie hetzelfde Wetsontwerp. Dit maximum geldt per werkgever en per werknemer.

Ondernemingen, organisaties en vrije beroepen actief in de zorg kunnen via de overheid gebruik maken van specifieke steunmaatregelen (leningen, waarborgen en subsidies) voor de opstart, uitvoering van investeringen en energiebesparende maatregelen, informatisering, vorming, enz... In deze maatregel worden de belangrijkste toegelicht.

1. Het Fonds Dr. Daniël De Coninck verstrekt beurzen van € 500 tot € 35.000 aan professionelen die actief zijn in de eerstelijnszorg en die nieuwe kennis willen opdoen of ontwikkelen door ofwel (actie-)onderzoek te doen naar een thema dat verschillende eerstelijnsactoren aanbelangt en samenbrengt en dat hun dagelijkse praktijk en patiëntenzorg concreet wijzigt; ofwel een studie-/immersiereis te ondernemen in België of in het buitenland om vernieuwende samenwerkingspraktijken te ontdekken en deze te vertalen naar zijn/haar dagelijkse praktijk. Indienen kan tot en met 11 september 2024. Meer informatie op de website van de Koning Boudewijnstichting Beurzen voor eerstelijnsprofessionals uit de welzijn- en de zorgsector. 2. Het Fonds Houillogne-Hanne beoogt specifiek de mentale en fysieke gezondheid en leefomstandigheden van de oudere bevolking te verbeteren, met bijzondere aandacht voor artistieke projecten. Momenteel loopt er een oproep waarbij men pilootprojecten wil ondersteunen, waar mogelijke modellen van samenwerking tussen (ouderen)zorg en kunst/cultuur/erfgoed worden getest. Samen moeten deze pilootprojecten een aantal leerpunten/kritische succesfactoren opleveren, die kunnen leiden tot een agendasetting voor het beleid en uitgroeien tot een gezamenlijk toekomstverhaal. Belangrijke voorwaarden zijn de participatie van de ouderen zelf in het aanbod en niet louter een interactie tussen het culturele lokale aanbod en de gebruiker. De initiatiefnemer van het project kan zowel een zorgorganisatie voor ouderen zijn als de organisator van een cultureel aanbod. De financiële ondersteuning varieert van € 5.000 tot € 25.000. Indienen kan tot en met 20 juni 2024. Meer informatie op de website van de Koning Boudewijnstichting De waarde van kunst en cultuur voor zorg en gezondheid.