Hoe telecombedrijf Nokia jongeren motiveert voor een loopbaan als ingenieur

Nokia Antwerpen is de Belgische Nokia-site van de Finse telecomfabrikant en een belangrijke innovatiehub voor de groep. Naast de R&D-afdeling, waar de volgende generaties vaste communicatienetwerken ontworpen worden, is er ook een afdeling van het innovatiecentrum Nokia Bell Labs gevestigd.

Terwijl Nokia vroeger vooral gekend was in de business-to-consumer-markt (B2C) – wie herinnert zich nog de populaire Nokia gsm’s – is het vandaag uitsluitend actief in business-to-business (B2B). Telecomoperatoren zoals Proximus, Orange en Telenet zijn er klant, net als heel wat bedrijven die inzetten op digitalisering. Zo ondersteunt Nokia onder andere Infrabel, Elia en Port of Antwerp-Bruges in het opzetten en onderhouden van hun telecominfrastructuur.

Techniek is de toekomst

Nokia telt in België 1200 medewerkers, waaronder 800 ingenieurs. En het is vaak een hele uitdaging om die te vinden. Als antwoord op de arbeidsmarktkrapte zet Nokia volop in op STEM met tal van initiatieven.

Björn Capens, country manager van Nokia België en fervent STEM-promotor: “Naast het aantrekken van ingenieursprofielen voor ons bedrijf is het doel van die initiatieven ook maatschappelijk. In België moeten we het hebben van onze kennis. Op de dag van vandaag is technisch talent echter erg schaars. Door het probleem bij de bron, het onderwijs, aan te pakken, willen we de visvijver zo groot mogelijk maken. Zodat wij, en met ons andere bedrijven, meer vis kunnen vangen. Bij Nokia moeten we het vooral hebben van hoog opgeleide profielen. Maar onze boodschap is ruimer: techniek is de toekomst. Het biedt veel mogelijkheden en je draagt bij tot de groei van de ganse Belgische economie. We willen jongeren dan ook warm maken om bewust te kiezen voor een technische opleiding.”

Telecom in de klas

Een van de STEM-initiatieven bij Nokia zijn The Nokia Network Games, gericht op leerkrachten en leerlingen uit het vierde, vijfde en zesde middelbaar algemeen secundair onderwijs. Frank Defoort, systeemarchitect en STEM-ambassadeur bij Nokia, licht toe.

“Het project is opgebouwd uit drie delen. De eerste stap is een kennismaking met telecom in de klas. De leerkracht gaat met de leerlingen aan de slag aan de hand van lesmateriaal dat wij intern ontwikkeld hebben: opdrachten, spelletjes, presentaties, filmpjes … Daarna krijgen de leerlingen de opdracht om het netwerk bij hen thuis in kaart te brengen en zo wat ze geleerd hebben concreet toe te passen. Er volgt een nabespreking in de klas, waarbij eventueel een ingenieur van Nokia aanwezig is. Als afsluiter nodigen we de klas uit bij ons op het bedrijf. We tonen hen wat we precies doen en hoe je daar als ingenieur kan aan meebouwen. En we dagen hen uit om te ontsnappen uit onze escaperoom. De reacties van zowel leerlingen als leerkrachten zijn enorm positief.”

Van theorie naar praktijk

Björn Capens: “Vaak is het voor leerlingen een echte blikopener hoe abstracte wiskundige concepten die ze leren op school plots heel concreet worden. In het onderwijs wordt telecom nog te weinig belicht, het zit niet in het standaard pakket. Leerkrachten zien The Nokia Network Games dan ook als een opportuniteit. Het project biedt hen iets wat zeer relevant is en maakt de brug tussen theorie en praktijk. Het doet leerlingen inzien wat je met al die kennis die je opdoet, kan doen in het echte leven. Het is ook mooi om te zien hoe leraren aan de slag gaan met onze input. Als we hen warm kunnen maken voor het initiatief, zetten zij dat enthousiasme op hun beurt over op hun leerlingen. Onlangs zijn we gestart met het organiseren van opleidingen voor leerkrachten om onze initiatieven nog beter te kunnen schalen.”

De krachten bundelen

Frank Defoort: “We werken al 15 jaar samen met het onderwijs en hebben ondertussen een uitgebreid netwerk opgebouwd. Zo sloten we via Voka STEMpact onlangs een akkoord met de Novaplus school. Zij gaan ons evalueren en bepalen wat we kunnen verbeteren om onze STEM-initiatieven nog meer in lijn te brengen met de leerplannen in het onderwijs.”

“Om echt het verschil te maken, moeten we als bedrijven de krachten bundelen en zo een versnippering van de initiatieven vermijden. We stellen dan ook ons netwerk en onze ervaring ter beschikking en willen andere bedrijven helpen om STEM-projecten aan te bieden aan het onderwijs.”

“Tot slot nog een tip voor bedrijven die graag willen inzetten op STEM: bepaal je ideale doelgroep en focus je daarop. Wij hebben met verschillende leeftijden geëxperimenteerd, maar de leeftijd tussen 14 en 18 jaar blijkt voor ons ideaal. Het zijn jongeren die dicht genoeg bij hun studiekeuze staan en voldoende openstaan voor wat wij te vertellen hebben. Maar dat is voor elk bedrijf anders.”