Duurzaamheidsverslag

Corporate Sustainability Reporting Directive - CSRD

Om de transitie naar een duurzamere economie te ondersteunen – en het eerste klimaatneutrale continent te worden tegen 2050 – keurde het Europese Parlement eind 2022 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) goed. Dat is een uitbreiding van de Non-Financial Reporting Directive (NFRD), van het aantal bedrijven dat aan de normen moet voldoen en van het aantal thema’s waarover ze moeten rapporteren. 

De CSRD verplicht Europese ondernemingen om alle relevante ESG-thema's (Environment, Social, Governance) transparant en gedetailleerd in kaart te brengen.

Wie moet voldoen aan CSRD? 

De volgende categorieën van ondernemingen zullen (op termijn) moeten voldoen aan de CSRD-rapportagevereisten:

  • Beursgenoteerde bedrijven in de Europese Unie. Dit omvat niet alleen grote ondernemingen maar ook kmo's, en geldt ook voor niet-EU-ondernemingen die genoteerd zijn aan Europese beurzen.
  • Grote ondernemingen. Dit omvat ondernemingen die gedurende 2 opeenvolgende boekjaren minstens 2 van de 3 volgende criteria overschrijden:
    • € 25 miljoen balanstotaal
    • € 50 miljoen netto-omzet
    • Gemiddeld 250 werknemers
      Deze categorie omvat ook dochterondernemingen van niet-EU-moederondernemingen.
  • Ondernemingen buiten de Europese Unie. Deze moeten voldoen aan de dubbele voorwaarde: 
    • Een netto-omzet van meer dan € 150 miljoen in de EU (voor elk van de laatste 2 opeenvolgende jaren) 
    • Minstens 1 grote of in de EU beursgenoteerde dochteronderneming hebben of een EU-kantoor met een omzet van minimum € 40 miljoen in het vorige boekjaar.

De CSRD-verplichting geldt enkel voor de EU beursgenoteerde dochteronderneming of het EU-kantoor. Er moet dan niet geconsolideerd op groepsniveau buiten de EU gerapporteerd worden.

Niet-beursgenoteerde kmo’s, micro-ondernemingen en non-profitorganisaties zijn op dit moment niet verplicht om aan de CSRD te voldoen, maar zij houden er wel het best alvast rekening mee in hun bedrijfsvoering.

Tijdslijn voor implementatie

De CSRD wordt stapsgewijs ingevoerd tussen 2025 en 2028:

  • Ondernemingen onderworpen aan de NFRD (beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen met meer dan 500 werknemers)
    Rapportering in 2025 over het boekjaar 2024
  • Grote ondernemingen nog niet onderworpen aan de NFRD
    Rapportering in 2026 over het boekjaar 2025
  • Beursgenoteerde kmo’s 
    Rapportering in 2027 over het boekjaar 2026
    Opgelet: uitstel is mogelijk tot het boekjaar 2028, er moet dan wel aangegeven worden waarom de duurzaamheidsrapportering nog niet is verstrekt.
  • Ondernemingen van buiten de EU die ook niet-beursgenoteerd zijn in de EU
    Rapportering in 2029 over het boekjaar 2028

Basisprincipes CSRD 

Ondernemingen die onder het toepassingsgebied van CSRD vallen, moeten rapporteren over alle materiële duurzaamheidsthema’s. Dit betekent dat ondernemingen moeten bepalen welke thema’s het meest belangrijk zijn voor het bedrijf en zijn stakeholders.

Een belangrijk principe hierbij is de dubbele materialiteit. Dit betekent dat de onderneming zowel rapporteert over de impact die zij heeft op de omgeving (inside-out) als over de impact die de omgeving heeft op de onderneming (outside-in). Hierbij worden zowel de positieve als negatieve en zowel de financiële als niet-financiële impact behandeld. Bijvoorbeeld:

  • Als de onderneming zich bevindt in een overstromingsgevoelig gebied, moet zij de (potentiële) impact op de waarde van de onderneming bij een overstroming rapporteren.
  • Als de onderneming aanzienlijke hoeveelheden broeikasgassen uitstoot, moet zij de (potentiële) negatieve impact op het milieu beschrijven.
  • Als de onderneming een circulair product op de markt brengt, moet zij de (potentiële) positieve impact op de waarde van de onderneming toelichten.

Er moet informatie verstrekt worden over een breed gamma aan onderwerpen. Dit omvat rapportage over zowel het verleden als de toekomst, en zowel kwalitatieve als kwantitatieve informatie. Het opstellen van rapporten vereist dus diepgaande analyses.

Bovendien vraagt CSRD aan organisaties om de impact van hun volledige waardeketen in kaart te brengen. Dit wil zeggen dat ondernemingen niet alleen moeten rapporteren over de eigen duurzaamheidsprestaties, maar ook over die van hun klanten en leveranciers. Als bijvoorbeeld een partner in de toeleveringsketen grondstoffen of onderdelen koopt in een land waar kinderarbeid aanwezig is, moet de onderneming aantonen dat zij alle noodzakelijke maatregelen heeft genomen om kinderarbeid te voorkomen en te bestrijden, zoals het monitoren en controleren van leveranciers en het vervangen van leveranciers die niet aan de normen voldoen.

Om de betrouwbaarheid te waarborgen, verplicht de CSRD ondernemingen om hun duurzaamheidsrapporten te laten controleren door een externe auditor. Deze audit moet een beperkte mate van zekerheid (limited assurance) opleveren, waarbij het resultaat van de steekproefcontrole luidt: 'er zijn geen aanwijzingen dat de verslaggeving onjuist is'. Op termijn kan dit evolueren naar een redelijke mate van zekerheid (reasonable assurance).

Duurzaamheidsrapportage moet worden uitgevoerd door dezelfde entiteit als voor de financiële rapportage. Bijvoorbeeld, als een groep rapporteert en de moederonderneming geconsolideerde financiële rapporten opstelt, geldt dit ook voor duurzaamheidsrapporten.

Het duurzaamheidsverslag moet afzonderlijk gepubliceerd worden, naast de jaarrekening van de onderneming. Alle informatie wordt gelabeld volgens een digitale taxonomie, de XBRL (eXtensible Business Reporting Language). Dit maakt het vergelijken van duurzaamheidsprestaties tussen ondernemingen eenvoudig, zelf over verschillende sectoren heen. 

European Sustainability Reporting Standards (ESRS)

De technische invulling van CSRD en de specifieke rapportagevereisten worden vastgelegd in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), ontwikkeld door de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG). 

Standaarden voor grote ondernemingen

  • 1
    • ESRS 1: Algemene toelichting
      → De architectuur van de ESRS-normen, redactionele conventies, essentiële concepten en algemene eisen voor het opstellen en presenteren van informatie.
    • ESRS 2: Algemene bekendmakingen
      → Deze informatie moet verplicht worden verstrekt. Het gaat om onder meer: bedrijfskenmerken, samenvatting van de bedrijfsactiviteiten, benaderingen van de waardeketen en grenzen, onzekerheid in schattingen, wijzigingen in de opmaak en presentatie en correcties van fouten in voorgaande periodes.
  • 2
    • ESRS E1: Klimaatverandering
    • ESRS E2: Vervuiling
    • ESRS E3: Water en maritieme hulpbronnen
    • ESRS E4: Biodiversiteit en ecosystemen
    • ESRS E5: Materiaalgebruik en circulaire economie

    → De plannen van de organisatie en zijn vermogen om zijn bedrijfsmodel en activiteiten aan te passen aan de overgang naar een duurzame economie. 

    → Hoe draagt de onderneming bij aan verschillende milieudoelstellingen van de Europese Green Deal en andere strategische en regelgevende kaders binnen de EU.

  • 3
    • ESRS S1: Eigen werknemers
    • ESRS S2: Arbeiders in de waardeketen
    • ESRS S3: Invloed op gemeenschappen
    • ESRS S4: Klanten en eindgebruikers

    → Biedt de onderneming iedereen gelijke kansen: gelijke beloning, gendergelijkheid, inclusie van mensen met een handicap…

    → Wat zijn de arbeidsomstandigheden: werkzekerheid, lonen, collectieve onderhandelingen, de balans tussen werk en privéleven, veiligheid, welzijn..

    → Worden mensenrechten gerespecteerd: fundamentele vrijheden, democratische principes en internationale normen.

  • 4
    • ESRS G1: Business conduct

    → De onderneming biedt inzicht in de functie van het management, de bedrijfsethiek en bedrijfscultuur: anticorruptie-initiatieven, politieke betrokkenheid, het beheer van zakelijke relaties, betalingsgewoonten, interne controle- en risicobeheersystemen, rapportageprocedures…

  • 5

    Nog in ontwikkeling

Je kan alle standaarden terugvinden op de website van EFRAG.

Standaarden voor beursgenoteerde kmo’s 

Voor beursgenoteerde kmo’s zal een vereenvoudigde rapporteringsstandaard ontwikkeld worden, een eerste versie hiervan wordt in 2024 verwacht.

Richtlijn voor vrijwillig rapporteren

Daarnaast zal er een bijkomende richtlijn komen voor ondernemingen die vrijwillig met CSRD starten, zoals niet-beursgenoteerde kmo’s of micro-ondernemingen.

Impact op niet-beursgenoteerde kmo’s

Hoewel niet-beursgenoteerde kmo's niet rechtstreeks onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen, worden ze er wel door beïnvloed. De voornaamste impact die ze kunnen verwachten, is het verzoek om informatie van hun klanten en leveranciers, die op hun beurt moeten rapporteren en waarbij de kmo een integraal onderdeel van hun waardeketen vormt. Enkele voorbeelden van mogelijke vragen:

  • Geef een gedetailleerde berekening van de CO2-uitstoot, inclusief scope 1, 2 en 3 emissies.
  • Bewijs dat je leverancier in China geen dwangarbeid gebruikt bij de productieprocessen. 
  • Geef een overzicht van de diversiteits- en inclusie-initiatieven in de kmo. 

Het beantwoorden van deze vragen is vaak een complex proces en vergt aanzienlijke tijdsinspanningen. Bovendien kunnen er ook vragen komen vanuit diverse andere hoeken, zoals klanten, investeerders en financiële instellingen. Dit zal resulteren in een grotere druk op niet-beursgenoteerde kmo's om duurzaamheidsinitiatieven te omarmen en ook verantwoording af te leggen over hun praktijken.

Heeft deze informatie je geholpen?
Gelieve aan te geven waarom niet: