Alle City of Things-projecten zakken af naar Leuven voor een intervisie

Publicatiedatum

Sinds 2018 lanceerde VLAIO jaarlijks een oproep City of Things voor lokale besturen. Doorheen de jaren sleutelden we wat aan het concept en zagen we de maturiteit van de aanvragen enorm toenemen. Na zes oproepen was het tijd om alle projecten samen te brengen op 1 december te Leuven. Niet alleen om terug te blikken op de voorbije jaren, maar ook om de oproepen te evalueren en – gezien 2024 een verkiezingsjaar is – een nieuw hoofdstuk voor te bereiden.

Intervisie tussen de projecten op 1 december

Oproepen 2018-2023

De allereerste City of Things oproep zag het levenslicht in 2018. Toen was het concept Smart City nog wat vaag en waren lokale besturen – buiten de pioniers – er nog niet echt mee bezig. In de oproep 2018 werd een bescheiden steunbedrag toegekend waarmee de indieners vooral aan kennisopbouw konden doen. Er werden toen 21 projecten goedgekeurd.

Oproep 2019 was een beetje een vreemde eend in de bijt omdat we toen experimenteerden met een implementatiebonus. Een bonus voor projecten die effectief overgingen tot aanbesteden en implementeren. In die oproep werden 13 projecten gunstig gerangschikt.

Oproep 2020 richtte zich uitsluitend op Smart Economy projecten en brachten we onder bij EFRO. Deze 8 projecten hebben door het gemeenschappelijke thema ook samen een slotevent georganiseerd.

Tegen de oproep 2021 ging het steunbedrag al gevoelig omhoog. 10 projecten gingen opnieuw aan de slag met het Internet of Things en open data. Deze projecten zijn al ver gevorderd maar nog niet afgelopen.

Oproep 2022 bracht 12 projecten voort die allemaal nog volop bezig zijn met het realiseren van hun doelstellingen en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen op een slimme manier.

In 2023 werd City of Things opnieuw ondergebracht bij EFRO, onder de doelstelling Slim Vlaanderen. Na vijf oproepen waren we niet meer op zoek naar nieuwe ideeën maar eerder naar projecten die de ambitie hadden om verder te bouwen op een eerder uitgevoerd ‘slim’ project. Het werd dus een opschalingsoproep waarbij vier projecten werden geselecteerd. Deze projecten gaan begin 2024 van start.

City of Things in cijfers

Doorheen de jaren werd 30 miljoen aan steun gegeven. Zoals je kan zien, is de verdeling over de zes Smart City-domeinen vrij evenwichtig.

Verdeling van de steun over de vijf domeinen

We hebben ook de hoofdindieners (rode cirkels) en projectpartners (groene cirkels) op kaart uitgezet. Hoe groter de cirkel hoe vaker een lokaal bestuur of intercommunale uit die gemeente of regio hoofdaanvrager of projectpartner was.

Hoofdindieners en projectpartners in Vlaanderen

Het valt op de centrumsteden vaker hoofdaanvrager zijn, namelijk in 64% van de gevallen. Dat is niet onlogisch. Centrumsteden zijn wellicht sneller geneigd om nieuwe technologieën te implementeren. Ze hebben ook meer mensen en middelen om projecten te realiseren. Het is wel fijn om te zien dat in 36% van de projecten een niet-centrumstad of intercommunale de lead nam.

Hoofdindieners volgens type

Ook de eindresultaten van de projecten tot en met de oproep 2020 – de projecten uit meer recente oproepen zijn nog niet afgelopen of starten net – hebben we visueel proberen voorstellen. Zo zie je dat 67% van de projecten tastbare en vooral deelbare resultaten hebben opgeleverd. Dan gaat het over een bestek dat ze uitgeschreven hebben, de opmaak van een modelbestek of een draaiboek met de bevindingen.

Opgeleverde resultaten van de projecten

Bevraging

Bij de uitnodiging voor de intervisie zat ook een link naar een bevraging. Daarin werd gepolst naar:

  • de belangrijkste drivers voor het opzetten van het project
  • de drempels bij het uitvoeren van het project
  • de aanbesteding na afloop van het project – waarom die er al dan niet kwam
  • de mening van de projecten over hun resultaten
  • wat de projecten andere lokale besturen, die overwegen een project in te dienen, zouden meegeven
  • hun visie op de toekomst van City of Things als oproep

Uit de antwoorden blijkt dat steden en gemeenten een project indienen omdat ze bijvoorbeeld meer met data willen werken, extra middelen wensen om innovatief aan de slag te gaan, maatschappelijke uitdagingen willen aanpakken en met andere actoren willen samenwerken.

De drempels die de projecten ervaren zijn dan weer een gebrek aan mensen en middelen, het vinden van de juiste partijen op het juiste moment, het communiceren naar of betrekken van de burgers, het inpassen van de OSLO- en VLOCA-trajecten in het project, datamaturiteit en projectwerking in het algemeen.

Wat de projecten vinden van hun resultaten? Het aanhalen van de banden met andere gemeenten wordt als positief ervaren. Idem voor de opportuniteit om aan capaciteitsopbouw te doen, het kweken van een datamindset binnen de organisatie en het opdoen van ervaring met innovatief aanbesteden. Ze zijn ook terecht trots op de eigenlijke resultaten zoals bestekken, draaiboeken, dashboards, nieuwe databronnen, enz.

Ze willen andere besturen graag meegeven dat focus heel belangrijk is, dat ze in een vroeg stadium de nodige expertise (consultants, kennisinstellingen, bedrijven,…) moeten betrekken en dat ze voldoende draagvlak moeten realiseren bij zowel politiek, binnen de organisatie als bij burgers. Ook niet onbelangrijk is de tip om voor de verschillende onderdelen van het project aparte bestekken op te maken in plaats van alles in één groot bestek te willen stoppen. Verder willen de projecten andere geïnteresseerde besturen meegeven om de balans tussen innovatie en praktische haalbaarheid en bruikbaarheid van de vooropgestelde oplossing te bewaken. En tot slot raden ze aan om voldoende ruimte te voorzien om de leerlessen ook al tijdens het project toe te passen en niet te wachten tot het project is afgerond.

Intervisie in Leuven

Op vrijdag 1 december ging in Leuven de intervisie City of Things door. Zo’n 45 deelnemers kregen eerst de hierboven beschreven cijfers en kaartjes gepresenteerd, gevolgd door één getuigenis per oproep. In de voormiddag kwamen ook de ervaringen van Stad Gent met het OSLO- en VLOCA-traject aan bod en toonden we de resultaten van de enquête. Benieuwd naar de presentaties? Laat iets weten op cityofthings@vlaio.be.

In de namiddag bouwden we verder op de resultaten van de enquête en gingen we in discussie aan vier break-outtafels over volgende thema’s:

  • de rol van kleinere besturen en partners
  • de rol van VLAIO en de VLAIO-partners
  • projectvoorbereiding en -uitvoering
  • hoe aan de slag gaan met de projectresultaten

De vele post-its zullen nu verwerkt worden en kunnen samen met de enquêteresultaten als basis dienen om in de volgende regeerperiode de lijnen van City of Things verder uit te tekenen. We houden jullie op de hoogte!

Delen: