Sessie 1: Terug- en vooruitblik op de dienstverlening van VLAIO-partners aan ondernemingen

Tijdens de eerste co-creatiesessie konden de huidige dienstverleners van het contract hun ervaringen en behoeften delen. VLAIO-partners die niet deel uitmaken van de huidige overheidsopdracht konden suggesties rond de toekomstige dienstverlening delen.

De huidige dienstverleners van het contract zijn over het algemeen tevreden over de percelen en de indeling ervan, alsook het trechtermodel als omkadering. Men vindt de levenscyclusbenadering duidelijk. De rapportering is ook helder, waaronder de vergoeding o.b.v. de prestaties van de dienstverlener. Ook de communicatie met de vaste contactpersoon bij VLAIO wordt positief ervaren. Men suggereert om meer aandacht te besteden aan een betere afstemming in het partneraanbod. Momenteel is er een overlap in het aanbod en is de concurrentie groot. Inhoudelijk moet er in trajecten voor startups meer gefocust worden op de klassieke ondernemersvaardigheden. Ten slotte wil men meer aandacht voor de communicatie met de ondernemer.

VLAIO-partners, die niet in het contract zitten, willen dat er ingezet wordt op sectorvervaging. Ze suggereren m.a.w. een intensievere samenwerking tussen ondernemingen in verschillende sectoren. Ook bij deze partners wordt er gevraagd naar het bijbrengen van kennis over de klassieke ondernemersvaardigheden aan start-ups. Men stelt voor om inspirerende voorbeelden en best practices aan te reiken, wat ook terugkeert bij de voorstellen van de huidige deelnemers van het contract. Ten slotte wil men dat VLAIO inzet op doorverwijzingen en complementariteit aan andere diensten binnen het contract.

Sessie 2: Hoe prestarters begeleiden richting een duurzame onderneming?

Tijdens de tweede sessie konden de deelnemers meedenken over het haalbaarheids- en opvolgtraject voor prestarters. Om aan de noden en behoeften van ondernemers te beantwoorden voor een kwalitatief intakegesprek voor een begeleidingstraject moet er volgens de partners gepolst worden naar de verwachtingen van de ondernemer. Er moet een inschatting gemaakt worden van diens vaardigheden. Eenmaal de inschrijver het traject heeft afgewerkt, moet er op gezien worden dat deze overgaat tot actie of implementatie. De deelnemers van de co-creatiesessie zijn het er over eens dat nazorg en opvolging op lange termijn belangrijk zijn en dat er indien nodig vervolgtrajecten moeten voorzien worden. Tegelijkertijd accentueren ze het belang van de doorverwijzing van de ondernemer naar andere partners of VLAIO in de volgende fase. Er werd ook gevraagd naar de ideale dienstverlening voor ondernemingen vanuit het Contract Ondernemerschap. Hier benadrukten de partners het belang van de kennisoverdracht. Men is van mening dat uitwisselingsmomenten tussen starters, groeiers en mature ondernemingen erg nuttig kunnen zijn. VLAIO moet het belang van netwerken accentueren.

Ten slotte werd er ook gepolst naar de mogelijkheden om interne medewerkers van de dienstverleners continu te informeren en op te leiden. Volgens de deelnemers van de sessie zou men de benodigde kennis kunnen bundelen en beheren (door o.a. een kennisbibliotheek). De partners zijn ook van mening dat het verzamelen van een netwerk van experten in de materie hen kan helpen om goede opleidingstrajecten uit te schrijven. De deelnemers geloven dat informele kennismomenten of thematische sessies (zoals de VLAIO Ochtendshows, Summer Schools) van VLAIO binnen het partnerschap ook bevorderend kunnen zijn.

Sessie 3: Bedrijven begeleiden op een kantelmoment

In de derde sessie stonden de noden en behoeften van ondernemingen op een kantelmoment (préstart, start, financiering, groei en professionalisering, overdragen en overnemen) centraal.

Tijdens de workshops werd er ingegaan op de vraag hoe men de ondernemer kan aanzetten tot actie na een begeleidingstraject en hoe men het resultaat kan opvolgen. De criteria voor de deelname aan een begeleidingstraject kunnen gebaseerd worden op een nulmeting, waarin gepolst wordt of een onderneming(sidee) duurzaam is. Bij alle thema's werd het belang van de bestaande tools (o.a. Startersgids) aangehaald. Daarnaast moet er tijdens de trajecten ingezet worden op de ontwikkeling van de klassieke ondernemerscompetenties en het inzicht in het aanbod van juridische en financiële hulp. Op het einde van het traject zou de participant zicht moeten hebben op diens competenties en hoe men kan opschalen. Het belang van opvolgmomenten wordt ook vermeld, al is er geen eensgezindheid of deze vrijblijvend of verplicht zou moeten zijn en in welke vorm(en) dit moet gebeuren. In alle workshops wordt er ook benadrukt dat het van belang is dat ondernemers uit verschillende doelgroepen bereikt kunnen worden.

Sessie 4: Hoe startups en scale-ups begeleiden vanuit een geïntegreerde aanpak?

Tijdens de vierde sessie konden de deelnemers hun visie delen over de noden en behoeften voor scale-ups en startups. Verder konden ze hun ideeën pitchen over een toekomstige begeleiding richting de ambitieuze groei van deze ondernemingen.

De thematische noden en behoeften bij scale-ups waren vooral het bijbrengen van (inter)nationale netwerken en subsidies, het ontwikkelen van leiderschapsstijlen, de toegang tot talenten en het verbeteren van de interne organisatie van een onderneming. Bij startups lag de nadruk op het mentorship voor verschillende aspecten zoals het delen van expertise, ervaring en netwerken. Daarnaast hebben ze nood aan kennis van ondernemingsaspecten zoals marketing, prijszetting, sales, strategie, lean, financiering, etc.

Sessie 5: Hoe ondernemingen ondersteunen richting verduurzaming en productiviteitsverbetering?

De vijfde sessie stond in teken van de noden en behoeften van ondernemingen bij de transitiethema's (digitalisering, klimaat en energie en circulaire economie). De aanwezigen konden hun visie delen i.v.m. de gepaste deelnemingscriteria voor begeleidingstrajecten en welke resultaten men hiermee wilde bereiken.

De aanwezigen zijn van mening dat men met een trechtermodel moet ontwerpen, waarbij eerste een grote groep ondernemers aangesproken moet worden. Hierna zouden geïnteresseerde ondernemingen een 1 op 1 gesprek kunnen boeken om vervolgens een begeleidingstraject te kunnen aanvangen. Er was echter geen unanimiteit in welke vorm deze trajecten eruit moeten zien (individueel, hybride, collectief). Men kan de doelgroep ook proberen te bereiken door persoonlijke contacten van de dienstverleners. Om de kwaliteit van de trajecten te garanderen moet er meer aan kennisdeling gedaan worden (onder de dienstverleners, instituten en industrie en ondernemers) en moet er ingezet worden op communicatie (bijvoorbeeld door het delen van ondernemersverhalen, etc.). Om ze aan te zetten tot actie, moeten ze inzien dat ze er voordelen uit kunnen halen. Dit kan bereikt worden door laagdrempelige acties (zoals scans).

Sessie 6: Verder bouwen aan een breed ecosysteem voor innoveren en ondernemen

Tijdens de zesde en laatste co-creatiesessie werd de ambitie van VLAIO rond de uitbouw van een Vlaams ecosysteem voor innoveren en ondernemen bekend gemaakt. Hoe deze ambitie binnen de volgende dienstverlening past, werd behandeld met de deelnemers tijdens de workshops. Het Lerend Netwerk Ondernemerschap en de afgelopen werking werden overschouwd door de VLAIO partners binnen het lopende contract.

Uit de resultaten bleek dat er bij de aanwezigen een vraag was naar een overzichtelijk platform, waar ondernemers snel hun baan kunnen vinden naar de juiste dienstverlener. Daarnaast is er aangegeven dat doorverwijzingen en kennisdeling (o.a. door best practices) tussen partners nog verbeterd kan worden. Dit wordt beschouwd als een gedeelde verantwoordelijkheid van het VLAIO Netwerk en de partners.