De Vitrine

Markten en markthallen als vitaal onderdeel van een dynamische kern

Brighton Open Market (Copyright Galia De Fulviis)

In Europa zijn heel wat stadscentra ontwikkeld rond een historisch marktplein. Ook in Vlaanderen is dit een herkenbaar beeld. Bewoners spreken vaak gepassioneerd over hun markten of markthallen. Een marktdag is voor veel mensen een wekelijkse afspraak met vrienden of kennissen. De aankoop van producten zijn het middel, beleving is het doel. 

Verzamelplaats van voordelen

In het Verenigd Koninkrijk begeleidt Emma Forbes overheden en organisaties bij het beheer van markten en markthallen. Haar onderzoek toont aan dat levendige, succesvolle markten een sterk gevoel van burgerzin creëren en de verbondenheid met de lokale gemeenschap versterken. Maar ook op socio-economisch vlak leveren markten grote voordelen op, waaronder: 

  • Hoge werkgelegenheidsdichtheid;
  • Toegang tot betaalbaar en vers voedsel;
  • Incubatorruimte voor onafhankelijke en startende ondernemingen;
  • Versterking van diversiteit en inclusie;
  • Stimulans voor gemeenschapsgevoel en lokale verbondenheid;
  • Verzamelpunt voor gemeenschapsactiviteiten.

“Goed ingerichte markten dienen als netwerk voor de lokale gemeenschap, fungeren als katalysator voor stadscentra en leiden zelfs tot sociaal herstel,” aldus Emma Forbes.

Brighton open market

De Brighton Open Market situeert zich in de ruimere London Road Area. Na een periode van economisch verval werd in 2006 een herstelplan opgemaakt voor de markt. De heropleving van de markt zou later de grote katalysator blijken voor het huidige succes van London Road Area. De grote succesfactoren situeren zich in de kracht van de gemeenschap. De markt is lokaal verankerd, wordt gestuurd door lokale ondernemers, houdt vast aan de identiteit van de gemeenschap en ook een groot deel van de financiële investering komt van lokale ondernemers. De overschakeling van budgetproducten naar een meer kwalitatief aanbod was ook cruciaal voor het succes. 

Markten in opmars in Vlaanderen

Begin dit jaar pakte de provincie Oost-Vlaanderen uit met opvallende cijfers. Het aantal marktkramers is de afgelopen tien jaar met bijna twintig procent gestegen, cijfers die ook in de andere provincies genoteerd worden. Belangrijkste trends zijn het stijgend aantal jonge(re) ondernemers die marktkramer worden en de duidelijke focus op verse producten uit de korte keten. Binnen het voedingsaanbod, nog steeds het belangrijkste assortiment op de markt, worden ook een aantal trends gespot. Zo is er een stijging in nicheproducten (bijvoorbeeld de pastéis de nata, vegetarisch aanbod, enzovoort) en in kant-en-klare producten. Wat betreft de bezoekmotieven worden naast de koopactiviteit ook de belevingswaarde en het sociale aspect van de markt steeds belangrijker. 

Lanceerplatform 

Een marktkraam kan een eerste stap zijn voor een klein of startend bedrijf: de toetredingsdrempels zijn laag, standplaatsen zijn betaalbaar en flexibel en de kennismaking met het publiek is leerrijk. Historisch gezien groeiden veel bedrijven door van de markt naar een vaste plaats in het stadscentrum. Door de opkomst van het internet en e-commerce als lanceerplatform is dit wat naar de achtergrond verdreven. Echter, volgens Emma Forbes blijft het voor bepaalde types van bedrijven nog steeds interessant om via de markt de producten of diensten een eerste keer te tonen. Een tweede stap zou de intrek in een pop-up kunnen zijn. Naarmate deze bedrijven groeien, kunnen ze leegstaande panden in winkelstraten overnemen, waardoor opnieuw incubatorruimte wordt gecreëerd voor kleine en startende bedrijven om hun concepten te testen en hun vaardigheden aan te scherpen.

Vaak vergeten startersruimte

Steden en gemeenten zetten vaak startersinitiatieven op, zowel op kleine als grote schaal, via (tijdelijke) invullingen van leegstaande panden, containerunits, zogenaamde ‘vierkantemeterbars’, store-in-store concepten, enzovoort. Een reflex die quasi nergens in Vlaanderen gemaakt wordt is om ondernemers hun product te laten uittesten op de wekelijkse markt. Zeker voor ondernemingen die hun aanbod opstarten vanuit of combineren met een webshop kan het aftoetsen van het aanbod op een fysieke locatie erg interessant zijn. Dit kan vanuit verschillende invalshoeken. Als testcase om (semi-)permanent een vaste fysieke locatie uit te oefenen bijvoorbeeld, maar ook om feedback van klanten te verzamelen. Vanuit het standpunt van de lokale besturen is het ook een interessante opportuniteit. De investeringsdrempel is laag en er is amper nood aan externe afstemming.

Robuust economisch systeem

Markthandelaren kopen hun voorraden vaak bij lokale leveranciers of producenten. Veel marktkramers hebben nauwe banden met bijvoorbeeld boeren om hun producten aan te bieden, voedselkilometers te verminderen en lokale toeleveringsketens te ondersteunen. Het creëert een domino-effect, waardoor robuuste lokale economieën ontstaan.

Voedselhallen

Een nieuwe trend die aansluit bij de wekelijkse markt zijn zogenaamde voedselhallen. Dat zijn locaties waarin ondernemerschap, eten en drinken, gezinsvriendelijke activiteiten en amusement gecombineerd worden. Vaak dient het ook als platform voor inwoners en verenigingen. Hierdoor ontstaat een verzamelpunt voor lokale groepen en organisaties. Ook de publieke sector vindt meer en meer zijn weg naar deze hallen om er tijdens markten of activiteiten een deel van hun dienstverlening aan te bieden.

Opwaardering historische gebouwen

Naast de organisatie van de markt worden ook markthallen vaak al beheerd door de lokale overheid. Veel markthallen zijn historische en zelfs monumentale panden. De kost voor instandhouding en onderhoud ligt doorgaans zeer hoog. Door deze plekken écht te gebruiken wordt deze investering gerechtvaardigd en wordt zelfs een bijkomende inkomstenstroom  gegenereerd. Dit betekent meteen ook dat deze vaak iconische gebouwen ook buiten de marktorganisatie kan gebruikt worden voor andere acties, evenementen of initiatieven. Tot slot zijn markthallen ook niet of minder onderhevig aan weersinvloeden die zeker in Vlaanderen vaak roet in het eten gooien.

Op verschillende plekken in Vlaanderen worden historische gebouwen ingezet als markthal. Vaak wordt er ook ruimte geboden voor andere (tijdelijke) invullingen zoals exporuimte, eventlocatie, vergaderzalen, enzovoort. Denk maar aan de markten in de Brusselse Abattoir (de vroegere slachthuissite) waar Foodmet in de geklasseerde markthal wordt georganiseerd, de Lousbergmarkt in de voormalige kaasmakerij Het Hinkelspel in het centrum van Gent, de nieuwe nog te openen Foodmarket in het monumentale Felix Pakhuis in Antwerpen … Maar ook buiten Vlaanderen trekken markthallen in historische gebouwen elk jaar duizenden bezoekers aan, zoals de overdekte markt van Wazemmes (Rijsel) of Markthalle IX in Berlijn.

Delen:

Jouw mening:
1
0
0
0