Technologie diversifieert en verrijkt onze mentale zorg

In de geestelijke gezondheidszorg is er dringend nood aan goede overbruggingen tussen theorie en praktijk. Zeker als het om technologische toepassingen gaat. Weinigen zijn beter geplaatst om dat te illustreren dan Prof. dr. Nele Stinckens. Zij leidt vandaag niet één, maar twee ondernemingen. Daarnaast geeft ze ook les aan het postgraduaat cliëntgerichte psychotherapie aan de KU Leuven en ontmoet ze wekelijks een tiental cliënten in haar psychotherapiepraktijk. Het ambacht van psychische hulpverlening verbinden met innovatieve technologie: het is al jaren de missie van haar bedrijf QIT (Quality In Treatment). Hier demonstreert Prof. dr. Nele Stinckens hoe technologie mentale zorg ondersteunt en aanvult. Met een blended aanbod verbetert ook de doorstroom.
QIT

Van prof in bijberoep tot fulltime ondernemer 

Psychotherapie is de eerste grote professionele liefde van Nele Stinckens. Ze volgde de opleiding, doctoreerde en bleef vervolgens halftijds als prof aan de universiteit werken. Nele: “ Op zich is dat een bijzonder statuut, je vindt weinig proffen in bijberoep. Maar ik vond en vind de therapiepraktijk te belangrijk om helemaal los te laten. Ik wil er middenin staan. Wat me bijzonder trof, was het gebrek aan vertaalslag van fundamenteel onderzoek naar de praktijk. Praktijkgeoriënteerd onderzoek was ondervertegenwoordigd. Terwijl ik zelf wel gebeten ben door het reflecteren op die dagelijkse praktijk. En van daaruit is QIT, Quality in Treatment, ontstaan.” 

QIT online is een digitaal platform voor psychologen en psychotherapeuten. Daar kunnen ze hun een-op-een-gesprek met cliënten bijhouden, de trajecten opvolgen, hun dossiers beheren, aan intake- en procesdiagnostiek doen, feedback vragen en verwerken, en tot slot blended hulp verlenen. Allemaal functionaliteiten die deel uitmaken van het platform en waarvan Nele overtuigd is dat ze de kwaliteit van de therapie kunnen verbeteren door de kracht van het ambacht te verbinden met innovatieve technologie. 

Inspraak en feedback 

“Verbinden”, beklemtoont Nele. “Niet: vervangen. Het platform sluit net erg nauw aan bij de dagelijkse therapiepraktijk. Het houdt terdege rekening met het specifieke, het complexe, het gelaagde van een therapeutisch gesprek. We reduceren niets. Wél maken we het therapieverloop voor zowel de therapeut als haar of zijn cliënt inzichtelijk en transparant.” 

Die inspraak, die betrokkenheid, die feedback van de cliënt is bijzonder. Nele: “Als je huisarts je naar een specialist doorverwijst, wil je toch ook inzage en inspraak in je dossier? Mensen willen mee de regie over hun zorg. Waarom zou dat voor geestelijke gezondheidszorg anders zijn? Onderzoek staaft trouwens dat de effectiviteit van de behandeling verbetert en het aantal drop-outs vermindert, wanneer cliënten systematisch feedback kunnen geven: gaan ze erop vooruit?, hoe verandert de therapie hen?, wat vinden ze storend dan wel constructief? Kortom, ik ben ervan overtuigd dat feedback van cliënten permanent deel moet uitmaken van de therapie. Zo is het ouderwetse excelformulier dat ik daar zelf in het begin van mijn carrière voor gebruikte, uitgegroeid tot een digitale feedbacktool.” 

Prof. Nele Stinckens

‘Als je huisarts je naar een specialist doorverwijst, wil je toch ook inzage en inspraak in je dossier? Mensen willen mee de regie over hun zorg. Waarom zou dat voor geestelijke gezondheidszorg anders zijn?’  

Prof. Nele Stinckens
CEO QIT

Doorstroom verbeteren met blended aanbod 

Aanvankelijk gelanceerd als digitale feedbacktool, omarmd door zowel zelfstandige therapeuten als ziekenhuizen, groeide de vraag naar extra functionaliteiten: een elektronisch cliëntendossier bijhouden, de mogelijkheid om te chatten, …. En nu wil het platform ook een blended aanbod aanreiken.  

Met dat blended aanbod worden bepaalde stukken van het therapeutisch traject vervangen of aangevuld met online zelfhulp. Cliënten krijgen tussen twee therapeutische gesprekken ‘huiswerk’ mee: oefeningen die ze zelf kunnen doen, een podcast die ze kunnen beluisteren, nuttige informatie die ze kunnen lezen. 

En daarmee zijn we aanbeland bij de problematiek van de toegenomen nood aan geestelijke gezondheidszorg. Als we de media moeten geloven nauw gerelateerd aan corona. Dat laatste wil Nele alvast nuanceren: “Corona zorgt in elk geval voor meer aandacht. Maar eigenlijk zag je die stelselmatige toename al lang voor de coronacrisis. Tien jaar geleden startte ik mijn groepspraktijk Naiade en het aantal aanmeldingen neemt stelselmatig toe. In de winterperiode, de sombere maanden, stropt het zelfs dicht en moeten wij een wachtlijst aanleggen. Corona heeft m.a.w. wel een rol gespeeld, maar ik denk dat mensen vroeger ook al sneller de weg naar hulpverlening vonden.” 

De kracht van diversifiëren 

Blijft de vaststelling dat de vraag naar mentale zorg – al dan niet coronagerelateerd - groter is dan het aanbod. En dat de individuele therapie, het een-op-een-gesprek een moeilijk schaalbaar model is. Nele en een aantal van haar collega’s zien hier nog wel wat mogelijkheden. 

Prof. dr. Nele Stinckens
Prof. dr. Nele Stinckens

Nele: “Ten eerste ben ik ervan overtuigd dat we veel meer moeten inzetten op preventie. Elke cliënt die niet in therapie hoeft omdat zijn of haar probleem tijdig verholpen werd, is winst. Vervolgens moeten we kritisch kijken of we wel de juiste zorg aanbieden. Soms blijven mensen gewoon te lang in de zorg hangen. Soms is laagdrempelige zorg, in de vorm van een kort psycho-educatief groepsprogramma meer aangewezen. Soms kan een veranderingsproces versneld worden door de combinatie met online zelfhulp. De geestelijke gezondheidszorg moet meer en beter differentiëren. Nu kom je op gesprek. Iedereen één uur. En dat meestal in individuele sessies. Door meer op preventie in te zetten, de hulpvraag beter uit te klaren, de doorstroming te verbeteren en gerichter te zoeken naar zorg-op-maat zouden meer mensen tijdig een gepast hulpaanbod kunnen krijgen.

 

De geestelijke gezondheidszorg moet meer en beter differentiëren. Door op preventie in te zetten, de hulpvraag beter uit te klaren en gerichter te zoeken naar het gepaste antwoord kunnen we beter tegemoetkomen aan de vraag.” 

Met QIT timmert Nele alvast aan die weg. Een uitgebreid aanbod van zelfhulpmethodieken op het platform zorgt ervoor dat  helpende processen gefaciliteerd en veranderingen beter geconsolideerd worden. Nele: “Door mensen zelf over bepaalde moeilijkheden te laten lezen, door hen zichzelf al een beetje te laten screenen en opvolgen, met getuigenissen van lotgenoten en oefeningen, kan je al heel wat. Vergelijk het met kinesitherapie: dat werkt ook beter als je tussen twee beurten in je oefeningen thuis zelf herhaalt. Net zo kunnen wij als therapeuten de poortwachter zijn om mensen naar de juiste informatie te leiden en hen aan het werk te zetten.” 

De wereld klein, de cirkel rond 

Voor de doorontwikkeling van haar platform, ontvangt QIT ontwikkelingssteun van VLAIO. Nele: “Via Tom Van Daele van Thomas More, kwam ik in contact met Kristine Debruyne, bedrijfsadviseur van VLAIO. Zij analyseerde onze business case en begeleidde ons uitstekend. Ik ben zelf geen fervente netwerker, maar het loont zeker om je te omringen met mensen die jou kunnen versterken. Dat heb ik bv. ook met Panenco en Egwin Avau, de zaakvoerder. Een handelsingenieur en ondernemer pur sang. Sinds hij deel uitmaakt van QIT gaat het vooruit en kunnen we groeien. Zijn team kent ondertussen de therapiewereld en begrijpt hoe therapeuten denken. Omgekeerd stralen zijn skills als ondernemer ook op mij af. Een vruchtbare samenwerking.” 

 

Subsidies voor innovatieve ondernemers #sterkondernemen 

Als ondernemer die voor een grote vernieuwing vol risico’s en uitdagingen staat, heb je nood aan extra financiën én nieuwe kennis. Met een VLAIO-subsidie kan je  jouw ambitieuze plannen versterken en misschien zelfs versnellen. Een overzicht vind je hier

Welke overheidssteun past bij jouw groeitraject? Voor gratis advies op maat kan je aankloppen bij de VLAIO bedrijfsadviseurs. Zij maken je ook meteen wegwijs in het VLAIO Netwerk waar je een passend coaching- of begeleidingstraject kan vinden.  

 

Data voor de toekomst 

Om het verhaal af te ronden wijst Nele erop dat haar platform een heleboel interessante data verzamelt. Nele: “Uiteraard zijn die data stevig beveiligd en horen ze uitsluitend de therapeut en zijn of haar cliënten toe. Maar geanonimiseerd zouden ze de therapiepraktijk heel wat nuttige inzichten kunnen opleveren. Ik probeer daarrond samenwerkingsverbanden op te zetten. Zo loopt er momenteel een project met de VUB en rond het blended aanbod zijn we samen met de KU Leuven iets aan het opzetten waarbij zij zowel het proces als de outcome zullen onderzoeken. Hopelijk draagt dat bij om het noodzakelijke veranderingsproces in de geestelijke gezondheidszorg mee vorm te geven.”