Amount of the Strategic Ecology Support
The amount of the support depends on:
- type of investment: environmental, energy-saving, renewable energy & combined heat and power
- performance of the technology: ecological score 3 tot 9/ eco-class B to A
- size of the company: small to medium-sized company (SME) or large company (LE);
- acceptable additional costs of the essential components.
Eco-class |
Ecology number |
Support SME |
Support LE |
---|---|---|---|
A |
9-6 |
40% |
30% |
B |
4-3 |
30% |
20% |
Maximum subsidy
The support for each company is limited to a maximum of 1 million euro every three years. The Flemish government can, however, decide to deviate from this maximum if certain strategic ecology investments have proven to have a significant effect on the Flemish economy.
Please keep in mind that enterprises are not allowed to start making investments before the submission date of the Strategic Ecology Support application! The date of the first invoice counts as the starting date. The ecological investments must be ended within 3 years following the decision to grant an ecological premium. The termination takes place on the date of the last invoice. Enterprises thus have three years to realise their environmental investments.

Projectkosten
Een project moet voldoende omvangrijk zijn om in aanmerking te komen voor strategische ecologiesteun. Dit wordt bepaald op basis van de projectkosten. Deze omvatten alle kosten die nodig zijn om het project uit te voeren. De kosten voor voorstudie, infrastructuurwerken, interne kosten, engineering, investeringen en installatie moeten samen minstens € 1.500.000 bedragen.
Voor de meeste projecten volstaat het om enkel de aanvaarde kosten (zie sectie 0) te begroten. Projecten die enkel op basis van de aanvaarde kosten de investeringsdrempel niet halen, dienen ook de andere componenten van de projectkosten te begroten.
Aanvaarde kosten
Enkel gefactureerde kosten van derden worden aanvaard. Derden zijn ondernemingen die minder dan 25% gerelateerd (geen partner- en geen verbonden ondernemingen volgens de EU-definitie) zijn tot de aanvrager.
Zoals geïllustreerd in figuur hierboven, omvatten de aanvaarde kosten de volgende componenten:
- engineeringskosten: berekeningen en dimensioneringen van de gekozen technologie
- investeringskosten: de effectieve kost van de technologie
- installatiekosten: de kosten om de technologie te plaatsen
De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en minstens over een termijn van 3 jaar.
Niet-aanvaarde kosten
Zoals geïllustreerd in figuur hierboven, omvatten de niet-aanvaarde kosten de volgende componenten:
- Kosten voor voorstudie: analyse van technische en/of economische haalbaarheid van mogelijke technologieën, impact op de omgeving, … Ook kosten voor het aanvragen van vergunningen, verplichte keuringen, subsidies, … worden niet aanvaard
- Infrastructuurwerken: kosten voor het optrekken van gebouwen, funderingen, riolering, wegen, andere civiele technieken, nieuwe hoog-/midden-/laagspanningscabine inclusief bekabeling, ...
- Interne kosten (personeelskosten, overhead en werkingskosten) van de aanvrager
- Operationele kosten: de verbruikskosten van de investering (bijvoorbeeld elektriciteit,
chemicaliën, …) - Kosten voor de afbraak van de oude installatie en aanpassingen aan bestaande warmte- of waterleidingen komen niet in aanmerking voor steun. Nieuwe leidingen worden als kosten aanvaard tot vóór het verdeelnet (het verdeelnet zelf wordt niet als kost aanvaard).
De ecologische meerkost
Ecologische investering - standaardinvestering = ecologische meerkost
Steunbedrag = ecologische meerkost x subsidiepercentage
De ecologische meerkost is het verschil in kostprijs (exclusief btw) tussen de ecologische investering (noodzakelijk voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden) en de standaardinvestering. Het steunpercentage wordt toegepast op de ecologische meerkost. Dit resulteert in het steunbedrag.
Een standaardinvestering is een investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is en eenzelfde productiecapaciteit heeft, maar die niet dezelfde milieuvoordelen heeft.
Voor bedrijven of activiteiten die VLAREM plichtig zijn, zijn de standaardinvesteringen de investeringen die nodig zijn om aan de VLAREM-regelgeving te voldoen.
Voor de bepaling van de standaard technologie wordt naast de bestaande regelgeving ook rekening gehouden met informatie uit literatuur, contacten met sectorfederaties, experten inschattingen, bedrijfsspecifieke informatie, contacten met producenten en leveranciers, …