Gewijzigde maatregelen

Er bestaan heel wat tussenkomsten voor het volgen van opleidingen die je ondernemerschapscompetenties versterken zowel bij de voorbereiding van de start van de onderneming als erna.

Als je in de privésector werkt en je loopbaan onderbreekt om een opleiding te volgen in het kader van een ondernemerschapstraject, dan kan je sinds 1 september 2019 misschien genieten van de aanmoedigingspremie opleidingskrediet: zie ook www.vlaanderen.be/aanmoedigingspremie-opleidingskrediet-privesector-sinds-1-september-2019.

Wanneer werknemers van minstens 58 jaar minder gaan werken, om hun werklast te verlichten, dan kan de werkgever (of het Fonds voor Bestaanszekerheid) ter compensatie van het loonverlies een premie toekennen, die onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld is van sociale bijdragen.

De compensatiepremie die werknemers ontvangen naar aanleiding van een ondernemingsCAO gesloten in het kader van een 'zachte landingsbaan' is eveneens vrij van RSZ als het om een gelijkwaardige of gunstigere regeling gaat ten opzichte van de sectorale CAO.

Werkgevers die een werknemer aanwerven in een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest, die minstens twee jaar is ingeschreven als niet-werkend werkzoekende, kunnen genieten van een premie van maximum € 4.520. Deze langdurige werkzoekende dient op het einde van het kwartaal van indiensttreding wel te behoren tot de leeftijdscategorie van 25 tot 54 jaar.

De website en contactgegevens werden aangepast.

Deze doelgroepvermindering kent gedurende acht kwartalen een lastenverlaging toe aan werkgevers die jonge werknemers in dienst nemen. Het bedrag varieert in functie van de categorie (laaggeschoold, middengeschoold of jongeren in een alternerende opleiding).

De website van deze maatregel werd aangepast.

Dit is een achtergestelde lening van € 350.000 tot € 700.000, bestemd voor bestaande kmo's met een track-record van positieve cashflow. De lening wordt steeds gecombineerd met een cofinanciering van een bank, investeringsfonds of crowdfundingplatform. De cofinancier moet instaan voor minstens 20% van de globale financieringsbehoefte. De looptijd bedraagt 3 tot 10 jaar en de rentevoet 4,75 %.

Deze maatregel werd geactualiseerd en uitgebreid met een aantal nieuwe rubrieken (o.m. Definitie eigen inbreng).