Gewijzigde maatregelen

Via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) wordt er steun verleend aan de Vlaamse land- en tuinbouwsector door duurzame investeringen te stimuleren om de structuur van de land- en tuinbouwbedrijven te verbeteren, hun rendabiliteit te verzekeren en de kostprijs te verminderen. Via het 'Europees partnerschap voor innovatie' wordt er ook innovatiesteun voorzien voor samenwerkingsverbanden.

1. Nog tot en met 14 juni 2022 kunnen operationele groepen steun aanvragen in het kader van de maatregel Europees partnerschap voor innovatie (EIP). Land- en tuinbouwers, adviseurs, onderzoekers, ondernemers en/of andere actoren kunnen via deze maatregel een innovatief idee realiseren. Ze werken in een operationele groep samen aan een innovatieve, op het bedrijf toepasbare, oplossing voor een concreet vraagstuk of een opportuniteit. Zo ontwikkelen zij nieuwe praktijken, technologieën, processen en producten. De subsidie is beperkt tot maximaal € 75.000 van bepaalde kosten per project. De projecten worden betoelaagd ten belope van maximaal 90% van de totale projectkosten. 2. Ook de oproep Projectsteun voor innovaties in de landbouw staat momenteel open voor land- en tuinbouwers. Indienen kan nog tot en met 31 mei 2022. Je kan een subsidie bekomen van 40% van de subsidiabele investeringskost (minimaal € 25.000) voor innovatieve onroerende en roerende investeringen alsook een aantal kosten die hiermee verbonden zijn.

Om de zelfstandigen en ondernemingen te ondersteunen voorziet de federale overheid een aantal ondersteuningsmaatregelen.

In het kader van de relance geldt er sinds het derde kwartaal 2021 tot en met het vierde kwartaal 2022 een algemene uitbreiding van het systeem van vrijwillige overuren vrij van inkomstenbelastingen en socialezekerheidsbijdragen. De fiscus publiceerde op 1 april een Circulaire 2022/C/37 over de fiscale vrijstelling van de relance-uren over deze maatregel.

Een kredietgever die een crowdfundingproject financiert van een startende onderneming kan in bepaalde gevallen genieten van een vrijstelling van roerende voorheffing op de interesten van de leningen ten belope van de eerste schijf van € 9.965 per jaar (basisbedrag).

Om van dit fiscaal voordeel te genieten moet het gaan om een erkend crowdfundingplatform. Sinds 4 april 2022 hebben deze crowdfundingplatformen (nu vergund als Alternatieve-financieringsplatformen), een vergunning nodig als 'crowdfundingdienstverlener'. Ook de gereglementeerde ondernemingen (kredietinstellingen en beleggingsondernemingen) moeten voortaan beschikken over deze vergunning. Dit is een gevolg van de Europese crowdfundingverordening. De bestaande platformen hebben tot 10 november 2022 de tijd om een nieuwe vergunning aan te vragen als crowdfundingdienstverlener bij de autoriteit FSMA. Dit geldt ook voor de erkende crowdfundingplatformen in het kader van de fiscale voordelen Tax Shelter voor startende ondernemingen en Tax Shelter voor scale ups (groeibedrijven).

De VOP is bedoeld ter compensatie van de extra kosten of de lagere productiviteit die samengaan met een arbeidsbeperking voor zowel een werknemer als een zelfstandige. Dit om de integratie van die persoon in het arbeidscircuit te bevorderen. Zowel zelfstandigen in hoofdberoep als bijberoep kunnen een VOP aanvragen.

Het bedrag van de VOP voor zelfstandigen wordt bepaald op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI). Sinds 1 april 2022 bedraagt dit GGMMI € 1.806,16.

Dit is een achtergestelde lening van maximum € 350.000, bestemd voor starters en bestaande kmo's. De lening wordt steeds gecombineerd met een cofinanciering van een bank, investeringsfonds, crowdfundingplatform of business angel(s). De cofinancier moet instaan voor minstens 20% van de globale financieringsbehoefte. De looptijd bedraagt 3 tot 10 jaar en de rentevoet 3%.

Er is een nieuwe handleiding van de Cofinanciering beschikbaar. De voorwaarden van eigen inbreng werden aangepast. Eigen inbreng is het persoonlijk aandeel in geld van de ondernemer in de financiering van het te realiseren investeringsproject. Ook een Winwinlening komt in aanmerking als (gedeeltelijke) eigen inbreng, indien deze geen tussentijdse aflossingen omvat (bulletkrediet), deze afkomstig is van een familielid tot de tweede graad en deze worden achtergesteld aan de terugbetaling van het toegekende krediet van PMV/z-Leningen. Deze aanpassing geldt ook voor de Cofinanciering +.