Bio-economie

Van organisch materiaal tot toepassing

Organisch materiaal vind je overal, van de gewassen op het land, het gras naast de weg tot de algen in je vijver en nog veel meer. Ook de toepassingsmogelijkheden zijn vaak heel divers. Het transformeren van deze organische stromen tot nieuwe grondstoffen of afgewerkte producten gebeurt echter niet vanzelf. Het is heel vaak een aaneenschakeling van processen en niet de ‘hocus pocus’ die werkt!

Input

biomassastromen uit nieuwe en oude gewassen

Een bio-gebaseerde economie heeft biomassastromen nodig. Die vind je in de natuur, natuurlijk. Waar anders. Van akkergewassen over insecten tot slachtafval, zowat alles vormt een potentiële biomassastroom. 

Bekijk een plant eens met een andere blik. Niet als geheel, maar als een ingenieuze combinatie van bruikbare (chemische) componenten. Door ze uit elkaar te rafelen, ontdek je misschien wel componenten die hun nut hebben in de cosmetica, de farmaceutische of chemische industrie. Zijn de plantaardige varianten een valabel alternatief voor de chemisch gesynthetiseerde?   

Neem olie uit planten. Een waardig alternatief voor fossiele olie. Het Interregproject ‘Growing a Green Future’ (partners: Proefcentrum Herent (Provincie Vlaams-Brabant), ILVO, Karel de Grote Hogeschool, De Rusthoeve, en Delphy) onderzocht verschillende gewassen met oliehoudende zaden (o.a. hennep, deder en pompoenpitten). Naast toepassing in de voeding, kan je ze bv. ook als lippenbalsem gebruiken. 

Andere partners binnen datzelfde Interregproject (CradleCrops, Rusthoeve, Herent en Delphy) namen Miscanthus onder de loep als natuurlijk biocide en onkruidonderdrukker. In Herent, Beitem en op Proefboerderij Rusthoeve legden ze daarvoor innovatietuinen aan.

biomassastromen uit dubbelteelten

Om de rendabiliteit van een teelt te verhogen, kijkt men naar ‘dubbelteelten’ (meerdere toepassingen uit één teelt). Goudsbloem bv. is een gewas dat in het Middellands zeegebied etherische bloemolie oplevert voor cosmetische of farmaceutische doeleinden. Diepgaandere analyse leert dat je ook het pigment uit de bloem als natuurlijke verf in de textielindustrie kan gebruiken. De zaden van de plant bevatten ook nog eens olie die je voor industriële verven kan benutten. Het VLAIO project GOGO (partners: Praktijkpunt Landbouw, ILVO, @essence) onderzocht de raskeuze voor deze dubbelteelt. Tegelijkertijd ontwikkelde men er een prototype van een performante oogstmachine. Handmatige oogst is immers arbeidsintensief en dus duur.

Een ander gewas met verschillende interessante toepassingen is de rubberpaardenbloem. Deze bloem bevat zowel natuurlijk rubber als inuline. De productie van natuurlijk rubber kan de import (en afhankelijkheid) vanuit Azië doen dalen. Insuline is o.a. een grondstof voor bioplastics. In het Europees onderzoeksprogramma “Drive4EU”, met als Vlaamse partner ILVO, werd het potentieel van dit gewas onderzocht. 

Goudsbloemen

biomassastromen uit oude gewassen

Ook voor oude gewassen kijkt men naar meerdere toepassingen om die teelten te rentabiliseren.

> Hennep 

Hennep is interessant zowel als veevoeder als voor toepassingen in de bouw- en de textielsector. Teelt, ras en oogstmethoden bepalen vaak de toepassing. Ook de optimalisatie van de primaire verwerking (duurzaam water- en energieverbruik) verdient de nodige aandacht. Dit vormt immers de basisvoorwaarde om op relatief korte termijn een rendabele en duurzame, lokale productieketen mogelijk te maken. 

Textieltoepassingen vind je in allerhande onderzoeksprojecten terug: Hemp4all, Hemp4textile, Hempfarmers en Hemp4circularity (partners: HoGent, UGent, Inagro) met als focus het behoud van lange vezels. Dit uitgebreide onderzoek wees uit dat om een zo hoog mogelijke kwaliteit en rendement te bekomen, je best de onder- en bovenkant van de hennepplant parallel moet oogsten. Dit zette 2 Belgische machinebouwers, Hyler en Cretes, onafhankelijk van elkaar, aan tot de ontwikkeling van een volledig nieuwe oogstmachine.

Naast textiel vindt hennep ook afzetmogelijkheden als isolatie- of plaatmateriaal in de bouw. De ganse hennepplant kan met een eenvoudige maïshakselaar geoogst worden. Bedrijven als EXIE, C-Biotech en Isohemp zetten sterk in op hennepgebaseerde isolatiematerialen.

Met de hernieuwde interesse in hennep ontstaat een nieuwe waardeketen. Spelers uit deze waardeketen slaan binnen het living lab hennep+ de handen in elkaar om de opportuniteiten en uitdagingen van deze samenwerking in kaart te brengen en te onderzoeken. 

 

Nog veel meer wetenswaardigs lees je in het uitgebreide hennepdossier van B2BE Facilitator, de matchmaker in bio-economie die ondernemers uit de land- en tuinbouw, mariene sector en voedingsindustrie samenbrengt met industriële partners rond groene innovaties in de fossielvrije 'bio-economie'. 

 

> Vlas

Vlas, een ander oud gewas, levert nuttige vezels op voor lichte biocomposieten. Zo werkt Flaxco al 10 jaar aan de duurzame transitie van een traditionele weverij met meer dan 100 jaar expertise op het vlak van weven van (voornamelijk) natuurlijke vezels naar … een innovatieve producent van halffabricaten voor de composietwereld. Iets dat ook het Interreg-project Biocompal (partners: Inagro, Centexbel, Materia Nova, Armines Douai) onderzoekt. Extra interessant aan deze gewassen: je kan ze ook tijdelijk op braakliggende grond telen. De oogst zet je nadien als isolatiemateriaal in. Dit werd o.a. onderzocht in het Interreg-project Bati C2.

Cultivering

Onderzoek richt zich ook op het potentieel om componentrijke biomassa te cultiveren. Mooi voorbeeld is de kweek van insecten zoals de zwarte soldatenvlieg, meelworm of krekels die heel wat voedzame eiwitten opleveren (zie ook dossier circulaire economie). In Entomoponics zoekt men naar een nieuwe symbiose waarbij serre- en insectentelers hun productie integreren. 

En wat dan te denken van eendenkroos, het snelst groeiende drijvende plantje ter wereld? Zijn hoge eiwitgehalte stoot zowaar soja van zijn troon. Tegelijkertijd verwerkt het met plezier reststromen uit de mestverwerking. LemnaPro (LA-traject: partners: Inagro, Flanders’ FOOD, VIVES, UGent) onderzoekt momenteel de opschaling en economische haalbaarheid.

Algen en micro-algen zijn ook druk onderzochte biomassastromen omdat ze tal van bruikbare componenten bevatten. Micro-algen bestaan zelf maar uit welgeteld één cel. Die zit boordevol eiwitten, mineralen, vitaminen, antioxidanten en omega vetzuren. Het zijn als het ware super organismen! Dat weten ze ook bij Proviron en Avecom waar ze microalgen telen en verwerken tot grondstoffen. Toch blijft ook voor velen het ecologisch en rendabel telen een groot struikelblok. In een Interreg IDEA project (Belgische partners: Innovatiesteunpunt voor landbouw en platteland, Thomas More Kempen en Value for Technology) gaan onderzoekers en ondernemers op zoek naar de oplossing. Het project Grass2Algae (partners: UGent, Thomas More, AnKo Projects en United experts) bekijkt hoe grassap voor de teelt van microalgen een extra bron van inkomsten kan zijn voor boeren.

Geleidelijk zijn er ook landbouwers die de economische sprong wagen. Voorloper is Kris Heirbaut. Hij heeft een serre met een 50m lang buizensysteem voor de kweek van micro-algen. Hiermee produceert hij in vergelijking met soja tot 5 keer meer eiwitten per hectare waarbij hij slechts 20% van het water nodig heeft.

Nieuwe technologie speler is GrO2. Met zijn goedgekeurd project ‘Innovatieve StarterSteun’ (2022) ontwikkelt hij een fotobioreactor geschikt voor de duurzame cultivatie van micro-algen in een industriële setting. De verduurzaming is tweeledig: gebruik maken van overbodige restwarmte en ruimte van industriële sites alsook recyclage van het waterig groeimedium.

Algen
Turf

biomassastromen uit uit neven- of reststromen… 

Zoals eerder vermeld, streeft bio-economie naar circulariteit. In die optiek bestaan afvalstromen niet langer, maar zijn ze neven- of reststromen die nog belangrijke bestanddelen bevatten die je elders kan inzetten of de basis kunnen vormen van nieuwe producten. We zien heel wat veelbelovende opportuniteiten maar toch ook een aantal valkuilen.

Belangrijke nevenstromen komen uit de primaire productie. Denk bv. aan witloofwortels die een goede bron zijn van ijzer, mineralen, antioxidanten, vitaminen en vezels. Zonde om ze weg te gooien. Dat dacht ook Versalof die samen met ILVO en Food Pilot op zoek ging naar een oplossing. Het resultaat: Chicobite.

Of harten van bloemkolen? het groenteverwerkingsbedrijf Greenyard ontwikkelde een oplossing voor de harten van de bloemkolen die normaal gezien ongebruikt achterblijven op het veld. Naast bloemkoolroosjes vind je nu ook bloemkoolrijst in het diepvriesvak van jouw favoriete supermarkt.

Stam Agro, een innovatieve Vlaamse start-up, verwerkt reststromen uit de pluimveesector tot een biostimulant, Aphasol. De biostimulant bestaat voornamelijk uit aminozuren. Bij bepaalde gewassen zorgt het aanbrengen van Aphasol er o.a. voor dat nutriënten beter en efficiënter worden opgenomen. Samen met de Universiteit Gent wordt nog verder de werking van de biostimulant onderzocht. Het doel is om in 2024 een nog betere versie van het huidige, namelijk Aphasol2.0, op de markt te brengen. 

Helemaal circulair gaat Joluplant dat veengebaseerd teeltsubstraat herwerkt om opnieuw in te zetten.

Ook koffiegruis is een populaire biomassastroom. Onder andere in Mechelen experimenteren ze om het te gebruiken als teeltsubstraat voor paddenstoelenkweek. Orineo verwerkt het in gietvloeren en Glimps bestudeert of en hoe ze de olie kunnen opwaarderen.

En wist je dat je suikers - of de reststroom ervan - kan omzetten in wasverzachters? Speerpuntcluster Catalisti begeleidde Ecover, Cargill en Eastman om daarvoor samen te werken met UGent, KULeuven en VITO.

Je kan vanzelfsprekend ook nevenstromen beginnen combineren om het (basis)materiaal met de meest optimale eigenschappen voor je eindproduct te maken. Dat doet bijvoorbeeld Circular Matters. In de zoektocht naar biogebaseerde, circulaire plaatmaterialen combineert het vezelrijke nevenstromen van tomaat, riet of gras met draf, een eiwitrijke nevenstroom uit de bierproductie.

biomassastromen uit de natuur  

Natuurlijk kan je ook voorhanden biomassa inzetten. De projectpartners van Grassification (HoGent, UGent, VITO, Inagro, Pro Natura) kijken naar het potentieel van bermgras en onderzoekers aan KULeuven geloven sterk in hout als alternatief voor fossiele grondstoffen. Ook maatwerkbedrijf Pro Natura wil meer inzetten op hoogwaardige valorisatie van de organische reststromen uit hun natuurbeheer. Zowel in het EFRO project Smart Loops als in het Nature Based Offices gaan ze met partners uit hun waardeketen aan de slag om landschapsafval, grasmaaisel, hakhout, enz. te verwerken tot bv bekleding voor tafelbladen. 

Output: oneindige toepassingen 

Nieuwe of “oude” biomassa, rest-, neven- of authentieke stromen. De toepassingen hiervoor zijn eindeloos en situeren zich in de meest uiteenlopende domeinen: van chemie, farmacie en  gezondheidzorg over materialen en bouw tot agro-voeding. Niet limitatief zetten we een aantal tot de verbeelding sprekende voorbeelden neer.

Naar een groene chemie?  

Al decennialang produceert de chemische nijverheid stoffen die de basis vormen voor onze plastics, schoonmaakmiddelen, enz. Zelden maken ze hiervoor gebruik van hernieuwbare, duurzame grondstoffen. Aardolie blijft jammer genoeg goedkoper. In de bio-economie zoeken we naar biogebaseerde alternatieven of nieuwe bruikbare chemicaliën die we kunnen gebruiken in de transitie naar een groenere chemie.  Klaar voor de ommekeer?

PLA of polymelkzuur (polylactic acid), is misschien wel één van de bekendste voorbeelden van een volledig nieuw biogebaseerd polymeer met breed potentieel. 

TripleW gebruikt supermarktoverschotten (groenten) voor de productie van melkzuur en polymeriseert dat vervolgens tot polymelkzuur. Werkelijk uniek is dat je via datzelfde proces ook de geproduceerde PLA kan recycleren. Om schaal en financiële haalbaarheid van de productie te verhogen, moeten de fluctuerende voorraden van nevenstromen uit de landbouw beter onder controle worden gebracht. In het Europees gesubsidieerde project WASTE2FUNC zoekt men naar een oplossing. Zo test men of de toevoer van de landbouw met de huidige industriële toevoer van voedseloverschotten gecombineerd kan worden tot een duurzame toeleveringsketen. Met deze  gecombineerde, organische restroom produceer je dan melkzuur en biologische surfactanten.   

Ook lignine - de grootste bron van aromatische bouwblokken in de natuur – is een veelbelovende grondstof. Wist je dat maar liefst 40% van alle chemische bouwstenen aromaten zijn? Ze zorgen namelijk voor de functionaliteit van de bouwstenen, waaronder stevigheid, krasvastheid, transparantie, stabiliteit en andere waardevolle eigenschappen.  De verwachtingen zijn hoog gespannen en in Vlaanderen is er al heel wat expertise: met verschillende onderzoeksprojecten aan Vlaamse universiteiten en grootschalige demonstratie-installaties zoals de LignoValue pilot bij VITO. Bovendien werd ook 8,2 miljoen euro van de Europese relancemiddelen toegekend aan BioCon pilot plant, een initiatief van de KU Leuven voor een biomassa-conversieplatform met focus op lignine als biogebaseerd alternatief voor fossiele aromaten.  

Naast het winnen van chemische bouwstenen uit neven- en reststromen, kunnen we ze ook voor ons laten bouwen door levende fabriekjes. In leegstaande kassen in Vlaanderen kan Spirulina, één van de meest gekende microalgen, worden geteeld die een bron vormt van fycocyanine (blauwe kleurstof). Verschillende partners waaronder Inagro en Centexbel onderzochten deze opportuniteit in het Interreg project “de blauwe keten”.

Materialen  

De negatieve impact van de textielsector op het milieu is geen ‘breaking news’ meer. De urgentie voor het vinden van alternatieve natuurlijke vezels voor o.a. katoen of het fossiel gebaseerde polyester is hoog. Hennep is daarbij een belangrijke herontdekking. Het is duurzaam, inherent antimicrobieel en vochtabsorberend!  Dragen we binnenkort allemaal een kleedje of pak van Vlaamse hennep? 
 
Wat doen we dan met onze leren sandaaltjes of geklede schoenen? Ook voor dierlijk leer denkt men aan alternatieven. De schoenen van Komrads zijn hiervan hét bewijs. De hippe, trendy sneakers zijn gemaakt van appelleer, bestaande uit 55% appelresten en 100% gerecycleerde rubber. Een onderzoeksteam aan de UCLL in Limburg wil nog enkele stapjes verder gaan. In het project Appeal zoekt men naar manieren om fruitafval om te zetten naar een volledig biologisch afbreekbaar biomateriaal. Een broeksriem of handtas van fruitleer, hopelijk zijn ze niet meer uit het straatbeeld weg te denken! Maar ook voor de leren zetels van je auto bestaat al er al een duurzaam alternatief. D’hoker Vegan Leather ontwikkelde een vegan leer op basis van de bladeren van catusplanten uit Mexico. De eerste testwagen bekleed met vegan leather staat in Aalst bij Toyata! Verder wordt ook in het CrossRoads2 Sustainable Energy-project ‘Vegan Leer 2.0’ vertrokken van schimmelbiomassa om tot een vegan alternatief voor leer te komen.

Ook in de designwereld leeft de bio-economie. Wat dacht je van een biogebaseerd kantoor? Verschillende Vlaamse materiaalpioniers maken van groenafval bio-interieurdesign. Bij Orineo ontwikkelen ze onder andere tafelbladen van bijproducten van veenbessen en kurk, gietvloeren van koffie of designstoelen van wijnkurken.

Koffiebonen

Bouw

Rond duurzaam bouwen kan je heel wat terugvinden in het dossier circulair bouwen. Toch willen we je hier ook even laten kennismaken met biogebaseerde bouwmaterialen.

Isolatiemateriaal dat je huis koel houdt in de zomer maar ook warm in de winter? Het Belgische Exie produceert kalkhennep, een natuurlijk en recycleerbaar isolatiemateriaal. Kalkhennep bestaat uit hennepscheven, een nevenproduct van de hennepteelt. Ook de prefabmuren van Exie zijn een 100% ecologisch alternatief voor traditionele bouwmaterialen.

Of isolatiemateriaal gemaakt uit lokale grasvezels. Gramitherm zet in op de ontwikkeling van 100% op natuurlijke (op prairiegras gebaseerde) producten voor de bouwsector zonder in te boeten aan gebruiksgemak of prestaties. Een ander interessant materiaal is mycelium. Dit zijn veelzijdige worteldraden van zwammen die onder andere groeien op organisch afval en met een enorm potentieel als materialenbouwer. Er werden al verschillende prototypes van interieurproducten mee gemaakt: van salontafels over bloempotten tot lampen.

Nog een interessant weetje, bij de productie van hennep wordt meer CO2 opgenomen dan er uitgestoten wordt.

Gezondheid

“An apple a day keeps the doctor away”, deze leuze kennen we allemaal. Maar dat we kanker kunnen verslaan met taxus uit jouw tuin, wist je misschien niet? Vergroot de hoop is een Brussels initiatief dat inzamelacties op poten zet in België voor taxussnoeisel. De taxushaag (taxus baccata), die enkel voorkomt in West-Europa, bezit namelijk bacatine, de basisgrondstof voor chemotherapie. Na een chemische bewerking kan deze stof worden omgezet in Taxol of docetaxel die tumorcellen kunnen bestrijden door hun celdeling te verstoren. We kunnen zelfs nog een stapje verder gaan. Antleron probeert om met cellen en biomaterialen levende vervangstukken te maken voor mensen.  

Tijdens de COVID-19 pandemie, leerden we heel wat nieuwe gewoontes, denk maar aan meerdere keren per dag de handen wassen of desinfecteren met alcoholgel. Ook bij een pandemie is de bio-economie niet veraf. Bij GLIMPS.BIO maken ze zeep van koffiegruis. En voor het hydrateren van je handen  na het desinfecteren, gebruik je misschien binnenkort wel een handcrème van insecten. Thomas More en cosmeticaproducent Mylène sloegen de handen in elkaar en onderzoeken of vet van sprinkhanen en vliegen een duurzaam alternatief kan zijn voor palmpitolie in handcrèmes.

Agro-voeding

Binnen de bio-economie wordt in eerste instantie geverifieerd of een reststroom uit de voedingsketen nog als voeding of veevoeder kan worden ingezet. Het project ValorHerb bracht verschillende voedingsbedrijven samen om de steeltjes van kruiden te transformeren in innovatieve voedingstoepassingen of veevoederadditieven (dossier circulaire voedselketen). Het resultaat? Bij Herbafrost gaat nu niets van de kruiden verloren. Ook de steeltjes worden gevaloriseerd in innovatieve voedingstoepassingen. Zo worden ze enerzijds verwerkt tot drops bestaande uit zeer fijn vermaalde kruiden, voor o.a. sorbets en smoothies. Houtachtige gedroogde en gemalen steeltjes worden dan weer toegevoegd aan veevoeder als additief bij Lambers-Seghers of toegevoegd aan potgrond bij Biobest

Ook nieuwe teelten vinden hun toepassingen in de voeding. Bij Kriket maken ze van biokrekels eiwitrijke on-the-go snackrepen. Ook biogebaseerde bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte en ziekteverwekkers zijn volop in ontwikkeling. Bij Biotalys, een Gents landbouwtechnologiebedrijf, ontwikkelt men eiwitgebaseerde biofungiciden, bioinsecticiden en biobacetriciden voor gewassen.

Processen in de bio-economie 

Het telen, oogsten of verzamelen  van biomassa is een eerste belangrijke stap in het verwerkingsproces. Deze stap oefent namelijk een invloed uit op de eigenschappen van de biomassa. Bij nieuwe teelten dien je in eerste instantie de teeltmethode op punt te stellen. Het Herent Proefcentrum Vlaamse-Brabant ontwikkelde bijvoorbeeld een teeltgids voor goudsbloem.

Mogelijk moet je vervolgens nieuwe oogsttechnieken ontwikkelen of de huidige oogsttechnieken aanpassen. ILVO ontwikkelde bv. verschillende prototypes van oogstmachines voor de goudsbloem gebaseerd op o.a. de oogsttechniek voor kamille. Of wil je industriële hennep telen voor het zaad, voor het zaad en het stro, voor de lange vezel of enkel voor het stro? Elk teeltdoel vraagt een specifieke oogstmachine. Met de nieuwe machine van Hyler kan hennep uit de grond worden geplukt, net zoals bij vlas, waardoor de geoogste hennep kan worden gebruikt voor textieltoepassingen. Ook voor de nieuwe bloemkoolrijst van Greenyard werden de oogstmachines verbouwd zodat de volledige bloemkool geoogst kan worden. Vroeger bleven namelijk de uitgeboorde harten achter op de akkers. 

Om biomassastromen vervolgens om te zetten naar waardevolle producten kunnen we hulp inschakelen van  micro-organismen (bacteriën, schimmels, algen en gisten) en hun enzymen. De bio-economie steunt daarbij op de industriële biotechnologie, waar ze ‘celfabrieken’ gebruiken om biogebaseerde producten te produceren. De meest eenvoudige manier om van die celfabriekjes gebruik te maken is via vergisting, compostering en inkuilen. ILVO onderzoekt bv. hoe ze organische reststromen (gewasresten en maaisel) via verschillende technieken en processen (waaronder composteren, fermenteren,...) kunnen inzetten voor bodemverbetering.

Fermentatie is één van de oudste biologische processen dat stelselmatig onderzocht en verfijnd wordt. Daarbij modificeert men specifieke stammen van microbiële eencellige organismen genetisch om de werking van de celfabrieken te optimaliseren. AmphiStar werkt hard aan de ontwikkeling van een baanbrekend technologieplatform voor een kostefficiënte en ecologische productie van biosurfactanten. Bij Those Vegan Cowboys en Paleo maken micro-organismen respectievelijk zuivelproducten en vleeseiwitten. Enough produceert mycoproteïnen, dat zijn duurzame eiwitten uit schimmels.  In het moonshot project TACBIO zoekt men naar een nieuw biobased proces dat fermentatie bij hoge temperatuur en lage pH mogelijk maakt, om zo op een duurzame manier belangrijke chemische producten te produceren.

Maar ook zonder die biologische fabriekjes is er heel wat mogelijk. Het project EffSEP is een fundamenteel onderzoeksproject waarbij Flanders Food, UGent, KU Leuven en UHasselt het stabiliseren van biomassa en de extractie van macrobestanddelen (eiwitten, polysachariden en lipiden) uit biomassa onderzoekt. In een eerste fase kijkt men naar aardappelschillen, wortelpulp en micro-algen. 

Een ander voorbeeld van verwerking zonder micro-organismen is het gebruik van stoom. Doel van het project ReGrow4C (Vlaanderen Circulair, Proefcentrum Sierteelt, ILVO) bv. is om circulaire (sier)teelt door hergebruik van teeltsubstraten (veen, aardbei en komkommer) mogelijk te maken.

Meer succes met procescombinaties

Vaak is het net de combinatie van verschillende technieken die tot succes leidt. “Bioraffinage” ontstaat typisch wanneer we gebruik maken van combinaties van technologieën met en zonder micro-organismen om tot een afgewerkt product te komen.

 

Bioraffinage

Zoals we eerder zagen streeft de bio-economie naar een zo optimaal mogelijk gebruik van een bepaalde biomassagrondstof, door alle componenten ervan te benutten. Deze manier van denken, vinden we ook terug in het concept: ‘bioraffinage’. 

Bioraffinaderijen zijn grote fabrieken waar biomassastromen worden verwerkt tot een brede waaier aan eindproducten, zoals biobrandstoffen Bioraffinaderijen halen verschillende producten uit één enkele grondstof.  Ze maken het dus mogelijk om op grote schaal biomassa duurzaam en economisch rendabel om te zetten in een breed gamma aan materialen en chemicaliën.  

Theoretisch kan je een bioraffinaderij beschouwen als een systeem van 4 structurele elementen: grondstof, platformen, conversieprocessen en producten. In een bioraffinaderij wordt dus vertrokken vanuit een bepaalde grondstof die vervolgens wordt omgezet in één of meerdere platformen. Platformen of fracties zijn belangrijke tussenproducten, zoals suikers, oliën en lignine die de basis vormen van allerhande producten. Vervolgens worden deze basis-platformen verder geconverteerd naar hoogwaardige chemische bouwstenen, materialen of brandstoffen. De processen die gebruikt worden, zijn zowel mechanisch-fysisch, biochemisch, chemisch of thermochemisch van aard. Wist je dat er in België maar liefst 20 bioraffinaderijen actief zijn?

 

Het project TECH4BioWASTE ontwikkelt een database van relevante technologieën en het Europese Horizon2020 project NewPack onderzocht hoe men uit verschillende afvalstromen via hydrolyse en fermentatie PHB kan produceren. 

Het Vlaamse Moonshot project FUCATIL doet baanbrekend onderzoek naar een duurzame synthese van hoogwaardige acrylonitril uit beschikbare koolhydraten uit overvloedige Vlaamse reststromen, zoals papier en karton, maiskolven en bierbrouwers. Men combineert er uiterst koolstofefficiënte fermentatieprocessen met nieuwe scheidings- en katalytische conversiemethoden. (Bio Base Europe Pilot Plant, KU Leuven en Universiteit Gent) 

In het project SMARTBOX vertrekt men van lignocellulose om deze via reductieve, katalytische fractionatie eerst om te zetten tot de eenvoudige lignine bouwblokken (lignine olie, koolhydraatrijke pulp en HMF). De lignine-olie wordt vervolgens biokatalytisch (i.e. met speciale eiwitten, namelijk enzymen) omgezet tot hoogwaardige chemicaliën. De eerste stap, de fractionering, vindt plaats in de nieuwe biorefinery voor lignine van KU LEUVEN. (B4Plastics, KU Leuven (SELS GROUP) en BioBase)

Biorizon is een shared research center dat - vertrekkend van biologische reststromen - zoekt naar duurzame alternatieven voor de productie van bio-aromaten (chemische bouwstenen). Een grensoverschrijdend initiatief tussen VITO en TNO (Nederland) dat drie onderzoeksdomeinen omvat: thermochemische processen, suiker/furan technologie en ligninetechnologie. VITO werkt daarbij op de 3e pijler (lignine). Het project PILLAR is daar een sprekend voorbeeld van. Het vertrekt van verschillende stromen om tot lignine-olie te komen (piloot van KU Leuven + Piloot bij VITO). Meer weten? Lees zeker ook het VITO-artikel : "Kunsthars treedt uit het lab".

SPICY (cSBO) is een project van Catalisti, i.s.m. KU Leuven en kijkt naar het valoriseren van suikers.

Heeft deze informatie je geholpen?
Gelieve aan te geven waarom niet: