Naar een koolstofcirculaire en CO2-arme Vlaamse industrie

Publicatiedatum

Vlaanderen wil een belangrijke klimaatsprong richting 2050 maken. Dat heeft Vlaams minister van Innovatie en Economie Hilde Crevits gezegd bij de publicatie van een belangrijk nieuw rapport om de Vlaamse industrie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. De chemie, raffinage en staalindustrie zorgen samen voor 12% van de tewerkstelling in Vlaanderen. Daarom is het ook noodzakelijk dat onze regio fors blijft investeren in nieuwe technologieën zoals bio-economie, waterstof en in circulaire economie. Samen met de bedrijfswereld en specialisten streven we naar een koolstofcirculaire en CO2-arme Vlaamse industrie.

grafische afbeelding van schone stad met windmolens

Nieuwe studie

Vandaag heeft een expertenconsortium onder leiding van Deloitte een belangrijk rapport voorgesteld over de mogelijkheid om onze Vlaamse industrie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Je kan het volledige rapport hier raadplegen. Het team, werkend in opdracht van Vlaams minister Hilde Crevits en VLAIO, heeft het voorbije jaar onderzoek gedaan naar potentiële nieuwe technologieën en de visie gevraagd van tientallen deskundigen uit het brede werkveld: bedrijven, onderzoeksinstellingen, overheden, middenveld. Met een eigen model hebben ze een pad naar 2050 samengesteld. De studie past binnen het zogenaamde “moonshot”-innovatieprogramma van de Vlaamse overheid dat goed is voor een totale investering van 400 miljoen euro. Het moonshot programma werd vorig jaar gelanceerd en investeert jaarlijks 20 miljoen euro in Vlaams basisonderzoek naar nieuwe technologieën, zodat die tegen 2050 op industriële schaal kunnen worden toegepast in een koolstofcirculaire en CO2-arme Vlaamse industrie. 

Staal voor windmolens & kunststoffen voor isolatie

In Vlaanderen zijn de sectoren chemie, staalproductie en raffinaderijen samen verantwoordelijk voor ca. 30% van de totale broeikasgasuitstoot in Vlaanderen en 90% van de industriële broeikasgasuitstoot onder emissiehandel. Tegelijk zijn het cruciale sectoren voor onze ganse economie en behoren ze bij de top qua energie-efficiëntie. Er zijn 176.300 mensen rechtstreeks tewerkgesteld in de chemie, raffinage en staalindustrie, samen met de indirecte tewerkstelling zijn dat er zelfs 343.000 of 12% van de tewerkstelling in Vlaanderen. De meeste producten die ze maken, zullen ook in 2050 nog nodig zijn. Meer nog: voor de klimaattransitie zijn ze essentieel. Denk maar aan het staal voor windturbines, of kunststoffen voor gebouwisolatie. Het is een logische Vlaamse langetermijnvisie om die basisproducten bij ons te blijven produceren en nieuwe bedrijven aan te trekken. Zeker om ook die belangrijke bron van tewerkstelling te garanderen. Ze opereren in een Europese context die streeft naar klimaatneutraliteit tegen 2050. Op vandaag produceert de Vlaamse basisindustrie in vergelijking met veel andere landen al heel duurzaam, maar toch staan deze bedrijven voor een enorme uitdaging. Er was grote eensgezindheid om zulke doorkijk tot 2050 te laten maken.

De studie identificeert een aantal transitiepaden voor de omslag naar klimaatneutraliteit:

  • gebruik van biomassa i.p.v. fossiele grondstof (bv. door scheikundige omzetting van hout);
  • circulair gebruik van kunststof (bv. door afvalkunststof chemisch te recycleren);
  • meer gebruik van (groene) elektriciteit om te verwarmen en waterstof inzetten ipv aardgas;
  • afvang van uitgestoten CO2 en omzetting naar nieuwe basismoleculen (bv. methanol) of het ondergronds bergen in oude gasvelden (CCS).
Hilde Crevits

2050 is dichterbij dan we misschien denken. Staal, chemie en raffinage zijn sectoren waar investeringen in installaties vaak voor 30 jaar of meer gedaan worden. Die sectoren zorgen daarenboven voor 12% van de tewerkstelling in Vlaanderen. We gaan nu en de komende jaren al een klimaatsprong moeten maken om 2050 voor te bereiden en ook de jobs in die sector te garanderen. Als Vlaanderen een voortrekkersrol opneemt naar klimaatneutraliteit, kan het bijkomende economische activiteiten aantrekken. Nieuwe bedrijven zullen hun weg naar Vlaanderen vinden via klimaatvriendelijke technologieën, betrouwbare basisinfrastructuur en sectoroverschrijdende clusters.

Hilde Crevits
Vlaams minister van Innovatie en Economie

Stappenplan

Het is duidelijk dat al deze wegen bewandeld zullen moeten worden richting het einddoel. Er werden drie centrale verkenningsscenario’s doorgerekend tot 2050, en dat op basis van verwachtingen van mogelijke technologiedoorbraken en veronderstelde kostprijzen van energie en grondstoffen. Zo kwamen de onderzoekers tot een mogelijk traject voor onze Vlaamse basisindustrie. Hun routekaart geeft per 10 jaar tot 2050 de belangrijkste transformatiestappen die telkens haalbaar zouden kunnen zijn. Bepaalde voorbereidingsstappen zullen ook tijdig moeten klaar zijn, zoals bepaalde demo-installaties of transportleidingen voor CO2 of waterstof. Uitgaande van een aantal doorbraken en gunstige condities zou zo een CO2-reductie van 80 tot 90% mogelijk kunnen zijn tegen 2050. 

Voornaamste richtingen die de routekaart aangeeft:

  • De staalsector kiest voor gebruik van afvalhout en waterstof in plaats van cokes, en zet haar koolstofhoudend restgas van de ovens via bacteriën om naar ethanol, dat een brandstof kan zijn of worden ingezet in de chemie.
  • Onze raffinaderijen behoren tot de meest geavanceerde van Europa en gaan hun productie verschuiven naar brandstoffen voor luchtvaart en scheepvaart, en nafta voor de chemie voor gans Europa. Alternatieve grondstoffen van petroleum zoals plastic afval en olie uit biomassa zullen opkomen.
  • De chemie zal minder nafta als vertrekbasis voor haar crackers gebruiken, en het kraken ook op een andere manier doen. Alternatieve grondstoffen zijn biomassa, waterstof, gerecupereerde plastics, en ethanol en methanol gemaakt van opgevangen CO2.
  • In het centrale verkenningsscenario zal ongeveer de helft van de CO2-vermindering gebeuren door CO2 op te vangen en om te zetten naar andere producten (CCU) of in lege gasvelden op te slaan (CCS).

Volgens de experts is voldoende en betaalbare hernieuwbare energie een cruciaal element. CO2 vermijden vraagt vaak extra energie. De voorspellingen gaan uit van mogelijk tot 3 keer meer elektriciteit en 3 keer meer waterstof voor de industrie tegen 2050. Gelet op onze beperkte oppervlakte zal zeker een deel hernieuwbaar geproduceerde waterstof (uit zon en wind) moeten geïmporteerd worden, al dan niet gebonden in een ander molecule. Om te kunnen slagen in de transitie is het dan ook een cruciale voorwaarde dat die tegen een concurrentiële prijs beschikbaar zullen zijn. De evolutie van de CO2-prijs in Europa en de concurrentie buiten Europa zijn andere voorbeelden van onzekere parameters.

Investeren in innoveren

Minister Hilde Crevits beklemtoonde in haar reactie dat het innovatiebeleid onverminderd zal voortgezet worden. Vlaanderen zal daarbij optimaal gebruik maken van de forse financiële hefbomen die Europa met haar Green Deal aanreikt om komende jaren ook demo-installaties en infrastructuur gebouwd te krijgen. Verschillende kandidaat-vlaggenschipprojecten staan daarvoor klaar. Zo zijn er momenteel al minstens 7 projecten ingediend voor het ETS-Innovatiefonds. Er komt een industrieel klimaattransitieprogramma dat investeerders duidelijkheid op lange termijn moet bieden. Er worden beleidsprogramma’s voorbereid rond bio-economie, waterstof en circulaire economie, drie noodzakelijke transitiepaden. In navolging van de roadmap moet er een stappenplan komen voor de uitbouw van nieuwe transportnetten en logistieke lijnen, zoals voor CO2, waterstof, restwarmte, elektriciteit, te recycleren plastics, enz.  Voldoende duurzame energie voorzien voor deze industriële transformatie, lag buiten de scope van het onderzoek, maar zal een apart werktraject vragen.

Delen: